100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Statistiek (VEMSTA11) $6.96   Add to cart

Summary

Samenvatting Statistiek (VEMSTA11)

7 reviews
 274 views  13 purchases
  • Course
  • Institution

(STUUR MIJ EEN DM VOOR KORTING!) Erg duidelijke en uitgebreide samenvatting van Statistiek 1 (VEMSTA11) Bevat alle door de docent opgegeven literatuur, sheets en alle aantekeningen uit de les Inclusief heel veel handige oefenvragen en uitleg (met GR TI-84) voor het tentamen!!

Preview 3 out of 25  pages

  • June 4, 2020
  • 25
  • 2019/2020
  • Summary

7  reviews

review-writer-avatar

By: donna4 • 5 months ago

review-writer-avatar

By: cas27j • 2 year ago

review-writer-avatar

By: hiddebergsma14 • 2 year ago

reply-writer-avatar

By: sophiavern • 2 year ago

Translated by Google

Hi, what's wrong with the recap?

review-writer-avatar

By: davedenboer • 2 year ago

reply-writer-avatar

By: sophiavern • 2 year ago

Thanks!

review-writer-avatar

By: ilseborn04 • 2 year ago

review-writer-avatar

By: jasmijnjoenje • 3 year ago

reply-writer-avatar

By: sophiavern • 3 year ago

Thanks!

review-writer-avatar

By: makelaarsmeisje • 4 year ago

Translated by Google

great

avatar-seller
College 1

Operationaliseren en meten
Een ​variabele​ is een geoperationaliseerd begrip waarvan precies is aangegeven hoe het
wordt gemeten. Variabelen variëren en kunnen dus verschillende waarden aannemen. Zo
heeft de variabele ‘sekse’ de waarde ‘jongen’ en ‘meisje’.

Er zijn ​discrete​ variabelen (waarden zijn gehele getallen) en ​continue​ variabelen (verschil
tussen twee waarden kan willekeurig klein zijn)
● Variabele ​a​: aantal vrienden op facebook → ​discrete​ variabele → 511 vrienden
● Variabele ​b​: gemiddelde tijd per dag op facebook → ​continue​ variabele (meten
achter komma, meerdere variabelen) → 16,12 minuten


Meetniveaus & antwoordschalen
Welk type schaal is dit?
Het is ​ordinale​ schaal
Het is een ranking, er zit een rangorde in de verschillende
gradatie. We missen dat er ​geen gelijke afstanden​ tussen de
categorieën zijn. Je kunt niet zeggen dat het verschil tussen
“hot” en “too hot” hetzelfde is als het verschil tussen “don’t
worry” en “i’m OK”.



Meetniveaus​: het meetniveau is bepalend voor de statistische techniek die mag worden
gebruikt. ‘Meten’ is het vaststellen van welke waarde een object op een variabele heeft.

Voorbeeld​:
De leeftijd van respondenten kun je op verschillende manieren operationaliseren:
1. “Wat is uw leeftijd?” Antwoord: .. jaar
2. “Kunt u aangeven in welke leeftijdscategorie u valt?” 20 jaar of jonger, 21 t/m 40 jr
➔ Beide vragen zijn goed, maar beide vragen hebben voor- en nadelen
➔ Alleen bij de eerste variant kun je een gemiddelde leeftijd uitrekenen!

Operationaliseren en meten: meetniveaus
Nominaal
● Enkel onderscheid in categorieën
● Voorbeeld: geslacht, woonplaats

Ordinaal
● Onderscheid in categorieën, én er zit ordening in de categorieën
● Voorbeeld: maat kleding (S, M, L, XL)

Interval
● Er is ​géén​ absoluut nulpunt, het interval tussen 2 schaalpunten heeft een numerieke
betekenis
● Voorbeeld: temperatuur in graden celcius, bouwjaar, rapportcijfers
➔ Als het 0 graden is, betekent het niet dat er geen temperatuur is

,Ratio
● De verhouding tussen 2 schaalpunten heeft een numerieke betekenis, er is ​wel​ een
absoluut nulpunt
● Voorbeeld: lengte, gewicht, inkomen
➔ Bij een inkomen van €0 is deze daadwerkelijk afwezig

Betrouwbaarheid & validiteit
Een goed meetinstrument voldoet aan 2 eisen: betrouwbaarheid & validiteit

Betrouwbaarheid
Betrouwbaarheid is de invloed van ​toevallige factoren​: hoe klei​ner de invloed, hoe groter de
betrouwbaarheid. Als de in​vloed van toevallige factoren klein is, blijven de meetresultaten
hetzelfde wanneer een instrument twee keer on​der gelijkblijvende om​standigheden wordt
afgenomen.
Betrouwbaarheid van een meting vaststellen:
● Test-hertestmethode
● Homogeniteit van vragen in de vragenlijst bepalen
● Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid

Validiteit
➔ “In hoeverre meet ik wat ik beoog te meten?”
- Wanneer een meetinstrument aan zijn doel beantwoordt, is het valide. Door
systematische fouten​ kan het meetinstrument ook nog iets anders meten dan het
bedoelde begrip. De validiteit is dan de invloed van systematische fouten, hoe lager
deze invloed, hoe hoger de validiteit.

Relatie tussen betrouwbaarheid en validiteit
● Betrouwbaarheid is geen garantie, maar wel een voorwaarde voor validiteit
● Als een meting niet betrouwbaar is, dus louter op toeval berust, kan deze niet valide
zijn
● Maar als de betrouwbaarheids goed is, wil dat niet automatisch zeggen dat de
validiteit ook goed is
● Als een meting niet betrouwbaar is, kan deze ook nooit valide zijn. Het is dan immers
een toevalscore.

A= niet betrouwbaar niet valide
b= betrouwbaar maar niet valide (je meet niet
wat je wilt meten)
C= alle peilen in het midden, dit wil je meten
dus is valide en is ook betrouwbaar



- De validiteit​: instrumentele en ecologische validiteit
- De betrouwbaarheid​: de mate waarin een meting afhankelijk is van toeval. Krijg je
bij herhaalde meting dezelfde score oftewel is de meting die je doet ​stabiel​?
- De relatie tussen betrouwbaarheid en validiteit​: als een meting betrouwbaar is,
betekent dit niet automatisch dat de meting ook valide is.

, Kansen en kansverdelingen
Steekproeftrekken met teruglegging en zonder teruglegging
1. Trekken zonder teruglegging
- Een element wordt getrokken maar niet teruggeplaatst in de populatie. Na elke
trekking van een element is de populatie iets kleiner geworden en zijn de kansen
veranderd. De veranderde kansen maken het rekenen ingewikkeld.

2. Trekken met teruglegging
- Elke keer leggen we het getrokken element terug in de populatie. Het aantal
elementen blijft gelijk en de kansen veranderen niet.

In de praktijk met grote populaties wordt de steekproef vaak getrokken ​zonder​ teruglegging,
maar worden toch statistische technieken gebruikt die gebaseerd zijn op trekken ​met
teruglegging.

Berekening van kansen
Voorbeelden:
1. Hoe groot is de kans dat je ‘n 6 gooit met een dobbelsteen?
➔ 1 gunstige uitkomst en totaal 6 mogelijke uitkomsten = 1/6

2. Hoe groot is de kans dat je 8 ogen gooit met 2 dobbelstenen?
➔ 5 gunstige uitkomsten en 6x6= 36 mogelijk = 5/36

3. Hoe groot is de kans dat je ‘n harten kaart trekt uit een kaartspel?
➔ Kaartspel bestaat uit 52 kaarten, waarvan 14 harten= 13/52= 1/4

Definitie en notatie:​




Voorbeeld:
- P(​minimaal​ 2 ogen gooien met één dobbelsteen)
- = P(2 ogen) + P(3 ogen) +P(4 ogen) +P(5 ogen) +P(6 ogen)
- = 1/6 + 1/6 +1/6 +1/6 +1/6 = ​5/6

Makkelijker:
- P(​minimaal​ 2 ogen gooien met één dobbelsteen)
- = P(​alles behalve ​1 oog)
- =1 - P(1 oog)
- =1 - 1/6 = 5/6

P(2, 3, 4, 5, 6 ogen bij het gooien met 1 dobbesteen)
=1 – P(1 oog gooien met 1 dobbelsteen)

Complementregel
De kans op gebeurtenis a is 1 minus de kans op “alles behalve” a
Soms is het makkelijker om de kans uit te rekenen op hetgeen je juist ​niet ​nodig hebt…
➔ P(a) =1- P(niet a)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sophiavern. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72042 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.96  13x  sold
  • (7)
  Add to cart