Het cardiovasculaire stelsel: het hart
1. INLEIDING
- Constante aanvoer van O2 en voedingsstoffen nodig voor cellen
- Permanente uitwisseling tussen circulerend bloed en perifere weefsels
- Bij circulatiestilstand…
o Stop toevoer O2 en voedingsstoffen
o Stop wegvoeren afvalstoffen
o Stop functioneren lichaam
- Hart is de motor van ons lichaam
o Trekt ± 100.000 x samen/ dag, Pompt ± 8.000 liter bloed rond/ dag
- Vertrek-eindpunt van bloedsomloop
o Kleine bloedsomloop (pulmonaire circ.), Grote bloedsomloop (systeem circ.)
1.1 Bloedsomloop
- Arteriën (slagaders)
o Efferente bloedvaten (voeren O2-rijk bloed weg van het hart)
- Venen (aders)
o Afferente bloedvaten (voeren O2-arm bloed naar het hart)
- Capillairen (haarvaten)
o Plaats van uitwisseling van gassen, voedingsstoffen en afvalstoffen
- Hart bevat vier delen – twee voor elke circulatie
o Rechteratrium (boezem): ontvangt bloed uit lichaam
o Rechterventrikel (kamer): perst bloed naar longen
(kleine circulatie)
o Linkeratrium (boezem): ontvangt bloed uit longen
o Linkerventrikel (kamer): perst bloed naar lichaam (grote
circulatie)
2. ANATOMIE VAN HET HART
2.1 Ligging
- Ventrale borstwand – retrosternaal
- Omgeven door mediastinum
o Bindweefselmassa die thorax in twee longholten
verdeelt
o Bevat trachea, thymus, oesophagus, grote bloed- en lymfevaten
- Hart is omgeven door pericardiale holte – bekleding door pericardium (hartzakje)
- Relatie hart – pericardiale holte vergelijkbaar met vuist in ballon
2.2 Pericard
- Pericard kan worden onderverdeeld in
o Viscerale pericard (epicard)
▪ Binnenwand tegen buitenste oppervlak van het hart
, o Pariëtale pericard
▪ Buitenste oppervlak van het pericardium
- Pericard bestaat uit dicht netwerk collagene vezels – stabiliseren ligging hart
- Ruimte tussen viscerale en pariëtale oppervlak = pericardiale holte
o Bevat kleine hoeveelheid pericardiale vloeistof – afgescheiden door pericardiale membranen
▪ Werkt “smering” – vermindert wrijving tussen de opp. bij contracties van het hart
2.3 Uitwendige anatomie van het hart
- “Hartafdelingen” zijn aan uiterlijke kenmerken te herkennen
o Atria:
▪ Dunne, gespierde wanden
▪ Uitrekbaar +++
▪ Lege atria vormen hobbelige kronkelige flap – auricula (hartoortje)
o Grens atria – ventrikels
▪ Atrioventriculaire groeve (sulcus coronarius)
▪ Gevuld met hoeveelheid vetweefsel – bevat venen en arteriën voor hartspier zelf
▪ Grens tussen ventrikels
• Vooraan ventrale interventriculaire groeve
• Achteraan dorsale interventriculaire groeve
• Bevat venen en arteriën voor hartspier zelf
- Grote bloedvaten verbonden met bovenste uiteinde van het hart (basis)
- Onderste “puntige” uiteinde van het hart = apex
- Van basis tot apex meet het hart ± 12 cm lang
- Hart ligt in hoek t.o.v. lengteas lichaam en naar links gedraaid
o Ventrale deel voornamelijk RAen rechterventrikel
o Dorsale deel voornamelijk wand van linkerventrikel
2.4 De hartwand
- Drie duidelijk herkenbare lagen
o Epicardium
▪ Omgeeft het buitenste oppervlak van het hart
▪ Bestaat uit buitenste epitheel en onderliggende
laag los bindweefsel
o Myocardium
▪ Gespierde wand van het hart
▪ Bevat hartspierweefsel, bloedvaten en zenuwen
▪ Vormt concentrische lagen die rond atria zijn gewikkeld
– lopen spiraalgewijs
▪ Vergroting pomprendement van het hart
o Endocardium
▪ Bekleding binnenste hartwanden en hartkleppen
1. INLEIDING
- Constante aanvoer van O2 en voedingsstoffen nodig voor cellen
- Permanente uitwisseling tussen circulerend bloed en perifere weefsels
- Bij circulatiestilstand…
o Stop toevoer O2 en voedingsstoffen
o Stop wegvoeren afvalstoffen
o Stop functioneren lichaam
- Hart is de motor van ons lichaam
o Trekt ± 100.000 x samen/ dag, Pompt ± 8.000 liter bloed rond/ dag
- Vertrek-eindpunt van bloedsomloop
o Kleine bloedsomloop (pulmonaire circ.), Grote bloedsomloop (systeem circ.)
1.1 Bloedsomloop
- Arteriën (slagaders)
o Efferente bloedvaten (voeren O2-rijk bloed weg van het hart)
- Venen (aders)
o Afferente bloedvaten (voeren O2-arm bloed naar het hart)
- Capillairen (haarvaten)
o Plaats van uitwisseling van gassen, voedingsstoffen en afvalstoffen
- Hart bevat vier delen – twee voor elke circulatie
o Rechteratrium (boezem): ontvangt bloed uit lichaam
o Rechterventrikel (kamer): perst bloed naar longen
(kleine circulatie)
o Linkeratrium (boezem): ontvangt bloed uit longen
o Linkerventrikel (kamer): perst bloed naar lichaam (grote
circulatie)
2. ANATOMIE VAN HET HART
2.1 Ligging
- Ventrale borstwand – retrosternaal
- Omgeven door mediastinum
o Bindweefselmassa die thorax in twee longholten
verdeelt
o Bevat trachea, thymus, oesophagus, grote bloed- en lymfevaten
- Hart is omgeven door pericardiale holte – bekleding door pericardium (hartzakje)
- Relatie hart – pericardiale holte vergelijkbaar met vuist in ballon
2.2 Pericard
- Pericard kan worden onderverdeeld in
o Viscerale pericard (epicard)
▪ Binnenwand tegen buitenste oppervlak van het hart
, o Pariëtale pericard
▪ Buitenste oppervlak van het pericardium
- Pericard bestaat uit dicht netwerk collagene vezels – stabiliseren ligging hart
- Ruimte tussen viscerale en pariëtale oppervlak = pericardiale holte
o Bevat kleine hoeveelheid pericardiale vloeistof – afgescheiden door pericardiale membranen
▪ Werkt “smering” – vermindert wrijving tussen de opp. bij contracties van het hart
2.3 Uitwendige anatomie van het hart
- “Hartafdelingen” zijn aan uiterlijke kenmerken te herkennen
o Atria:
▪ Dunne, gespierde wanden
▪ Uitrekbaar +++
▪ Lege atria vormen hobbelige kronkelige flap – auricula (hartoortje)
o Grens atria – ventrikels
▪ Atrioventriculaire groeve (sulcus coronarius)
▪ Gevuld met hoeveelheid vetweefsel – bevat venen en arteriën voor hartspier zelf
▪ Grens tussen ventrikels
• Vooraan ventrale interventriculaire groeve
• Achteraan dorsale interventriculaire groeve
• Bevat venen en arteriën voor hartspier zelf
- Grote bloedvaten verbonden met bovenste uiteinde van het hart (basis)
- Onderste “puntige” uiteinde van het hart = apex
- Van basis tot apex meet het hart ± 12 cm lang
- Hart ligt in hoek t.o.v. lengteas lichaam en naar links gedraaid
o Ventrale deel voornamelijk RAen rechterventrikel
o Dorsale deel voornamelijk wand van linkerventrikel
2.4 De hartwand
- Drie duidelijk herkenbare lagen
o Epicardium
▪ Omgeeft het buitenste oppervlak van het hart
▪ Bestaat uit buitenste epitheel en onderliggende
laag los bindweefsel
o Myocardium
▪ Gespierde wand van het hart
▪ Bevat hartspierweefsel, bloedvaten en zenuwen
▪ Vormt concentrische lagen die rond atria zijn gewikkeld
– lopen spiraalgewijs
▪ Vergroting pomprendement van het hart
o Endocardium
▪ Bekleding binnenste hartwanden en hartkleppen