Begrippen pathofysiologie: deel 2
2. Oncologie
Atrofie Een vermindering in een grootte van een cel of
een weefsel. Hierdoor verminderen het
zuurstofgebruik & metabole behoeften vd cel.
(meestal reversibel)
Hypertrofie Een toename in celgrootte en/of weefselmassa.
Komt voor als cel of weefsel w blootgesteld aan
e verhoogde werkbelasting. (kan fysiologisch,
pathologisch of compensatieproces zijn)
Hyperplasie Een gestuurde toename vh aantal cellen in een
orgaan of weefsel. Kan enkel bij cellen die een
mitose ondergaan. (kan fysiologisch,
pathologisch of compenserend mechanisme
zijn)
Metaplasie De omvorming van één celtype naar een ander
celtype dat een betere overlevingskans heeft
onder bepaalde voorwaarden. Meestal het
gevolg van chronische ontsteking of prikkeling.
(bv rokers)
Anaplasie Hierbij is de ontwikkeling van een cel tot een
gespecialiseerde cel niet tot stand gekomen,
door bv grote veranderingen in celgroei en -
deling zoals bij kwaadaardige tumoren.
Dysplasie Is een ontregeling vd celgroei, waarbij weefsels
ontstaan met cellen van wisselende grootte,
vorm en uitzicht. Meestal als gevolg van
chronische irritatie of ontsteking en kan leiden
tot kanker. ( ‘voorloper’ van kanker)
Graad van celbeschadiging Dikwijls gerelateerd met de intensiteit en de
duur vd blootstelling aan het celbeschadigend
mechanisme. (kan reversibel of irreversibel
proces zijn). Oorzaak: vrije radicalen of hypoxie
Vrije radicalen Zijn zeer actieve chemische substanties zoals
het superoxide anion, hydroxyl radicalen en
waterstofperoxide. Zij worden meestal
geïnactiveerd door enzymen (catalase &
glutathionperoxidase). Bij overmaat aan vrije
radicalen kan celbeschadiging optreden.
Hypoxie Een gebrek aan zuurstof in cellen en weefsels.
Het aëroob metabolisme vd cellen begint te
falen waardoor er minder ATP w gevormd.
(reversibel of irreversibel)
Apoptosis Geprogrammeerde celdood
Necrotische celdood Autolyse v cellen als gevolg van celbeschadiging.
(= gangreen)
Autolyse Enzymatische vertering
, Vochtig of nat gangreen Is afgestorven weefsel waarin een infectie is
ontstaan. De aangetaste zone is koud, vochtig
en gezwollen door weefselexesudaat
Gasgangreen De necrotische zone is besmet met bacteriën
die gassen produceren. Dit zijn zeer gevaarlijke
infecties die kunnen leiden tot sepsis met shock
en orgaanfalen.
Weefselherstel Beschadigd weefsel kan zich herstellen via
regeneratie of via vervanging door bindweefsel.
Kanker Is het gevolg van abnormale groei en
differentiatie van weefsels.
Oncologie Kennis die zich bezig houdt met de tumoren van
de vaste weefsels.
Tumoren Onstaan wnr de normale cross-talk
(communicatie) tussen cellen verstoord wordt.
Hyperplasie Een ‘gestuurde’ toename van het aantal cellen
Maligne ontaarding = kwaadaardige ontaarding; de controle over de
groei van de cel is verloren
Basale membraan Een dunne laag van fibreuze extracellulaire
matrix, scheidt het bovenliggende epitheel,
mesotheel of endotheel vh onderliggende
bindweefsel. ( tumorcellen kunnen hierdoor
ook moeilijker doordingen nr onderliggend
weefsel want treedt op als barrière)
Satelliet lesies Uitzaaiingen, metastasen
Angiogenese Aanmaken van bloedvaten
(eigenschap tumor)
Tumor = neoplasma; een weefselmassa met versnelde
groei die ongecoördineerd verloopt.
Benigne neoplasma =goedaardig neoplasma; de tumorcellen blijven
verzameld in één enkele massa en zijn niet
kwaadaardig. Dit wordt gekenmerkt door een
trage groei, het ingekapseld blijven +
metastaseren niet!!
Maligne neoplasma = kwaadaardig neoplasma; deze tumoren
kunnen metastaseren (onderscheid tss 4
soorten). Dit wordt gekenmerkt door een snelle
groei, het niet ingekapseld blijven,
aanwezigheid v ongedifferentieerde cellen,…
Carcinoom Maligne tumor van epitheliale oorsprong
Sarcoom Maligne tumor van skeletspier, bot of
bindweefsel oorsprong
Lymfoom Maligne tumor van lymfatische oorsprong
Glioom Maligne tumor van de gliale steuncellen in het
centraal zenuwstelsel
Metastasering =uitzaaiingen
De mogelijkheid van tumorcellen om zich te
verspreiden naar andere lichaamsdelen en daar
2. Oncologie
Atrofie Een vermindering in een grootte van een cel of
een weefsel. Hierdoor verminderen het
zuurstofgebruik & metabole behoeften vd cel.
(meestal reversibel)
Hypertrofie Een toename in celgrootte en/of weefselmassa.
Komt voor als cel of weefsel w blootgesteld aan
e verhoogde werkbelasting. (kan fysiologisch,
pathologisch of compensatieproces zijn)
Hyperplasie Een gestuurde toename vh aantal cellen in een
orgaan of weefsel. Kan enkel bij cellen die een
mitose ondergaan. (kan fysiologisch,
pathologisch of compenserend mechanisme
zijn)
Metaplasie De omvorming van één celtype naar een ander
celtype dat een betere overlevingskans heeft
onder bepaalde voorwaarden. Meestal het
gevolg van chronische ontsteking of prikkeling.
(bv rokers)
Anaplasie Hierbij is de ontwikkeling van een cel tot een
gespecialiseerde cel niet tot stand gekomen,
door bv grote veranderingen in celgroei en -
deling zoals bij kwaadaardige tumoren.
Dysplasie Is een ontregeling vd celgroei, waarbij weefsels
ontstaan met cellen van wisselende grootte,
vorm en uitzicht. Meestal als gevolg van
chronische irritatie of ontsteking en kan leiden
tot kanker. ( ‘voorloper’ van kanker)
Graad van celbeschadiging Dikwijls gerelateerd met de intensiteit en de
duur vd blootstelling aan het celbeschadigend
mechanisme. (kan reversibel of irreversibel
proces zijn). Oorzaak: vrije radicalen of hypoxie
Vrije radicalen Zijn zeer actieve chemische substanties zoals
het superoxide anion, hydroxyl radicalen en
waterstofperoxide. Zij worden meestal
geïnactiveerd door enzymen (catalase &
glutathionperoxidase). Bij overmaat aan vrije
radicalen kan celbeschadiging optreden.
Hypoxie Een gebrek aan zuurstof in cellen en weefsels.
Het aëroob metabolisme vd cellen begint te
falen waardoor er minder ATP w gevormd.
(reversibel of irreversibel)
Apoptosis Geprogrammeerde celdood
Necrotische celdood Autolyse v cellen als gevolg van celbeschadiging.
(= gangreen)
Autolyse Enzymatische vertering
, Vochtig of nat gangreen Is afgestorven weefsel waarin een infectie is
ontstaan. De aangetaste zone is koud, vochtig
en gezwollen door weefselexesudaat
Gasgangreen De necrotische zone is besmet met bacteriën
die gassen produceren. Dit zijn zeer gevaarlijke
infecties die kunnen leiden tot sepsis met shock
en orgaanfalen.
Weefselherstel Beschadigd weefsel kan zich herstellen via
regeneratie of via vervanging door bindweefsel.
Kanker Is het gevolg van abnormale groei en
differentiatie van weefsels.
Oncologie Kennis die zich bezig houdt met de tumoren van
de vaste weefsels.
Tumoren Onstaan wnr de normale cross-talk
(communicatie) tussen cellen verstoord wordt.
Hyperplasie Een ‘gestuurde’ toename van het aantal cellen
Maligne ontaarding = kwaadaardige ontaarding; de controle over de
groei van de cel is verloren
Basale membraan Een dunne laag van fibreuze extracellulaire
matrix, scheidt het bovenliggende epitheel,
mesotheel of endotheel vh onderliggende
bindweefsel. ( tumorcellen kunnen hierdoor
ook moeilijker doordingen nr onderliggend
weefsel want treedt op als barrière)
Satelliet lesies Uitzaaiingen, metastasen
Angiogenese Aanmaken van bloedvaten
(eigenschap tumor)
Tumor = neoplasma; een weefselmassa met versnelde
groei die ongecoördineerd verloopt.
Benigne neoplasma =goedaardig neoplasma; de tumorcellen blijven
verzameld in één enkele massa en zijn niet
kwaadaardig. Dit wordt gekenmerkt door een
trage groei, het ingekapseld blijven +
metastaseren niet!!
Maligne neoplasma = kwaadaardig neoplasma; deze tumoren
kunnen metastaseren (onderscheid tss 4
soorten). Dit wordt gekenmerkt door een snelle
groei, het niet ingekapseld blijven,
aanwezigheid v ongedifferentieerde cellen,…
Carcinoom Maligne tumor van epitheliale oorsprong
Sarcoom Maligne tumor van skeletspier, bot of
bindweefsel oorsprong
Lymfoom Maligne tumor van lymfatische oorsprong
Glioom Maligne tumor van de gliale steuncellen in het
centraal zenuwstelsel
Metastasering =uitzaaiingen
De mogelijkheid van tumorcellen om zich te
verspreiden naar andere lichaamsdelen en daar