Een samenvatting met alle belangrijke informatie en formules van bedrijfseconomie en m&o! Deze samenvatting is ook gebaseerd op online het lesprogramma Educatiever. Alle theorie om je tentamen te halen. Ook alle nodige formules zijn in de samenvatting verwerkt.
Bedrijfseconomie T1
Hoofdstuk 1: De beginbalans
De beginnende ondernemer in de vorm van een eenmanszaak of een v.o.f. is hoofdelijk
aansprakelijk, wat inhoudt dat de bank in geval van faillissement ook het privévermogen van
de ondernemer kan opeisen.
De investeringen die een ondernemer voor de start van de onderneming moet verrichten,
vormt de basis van het financiële gedeelte van het ondernemingsplan. De lijst van
bezittingen wordt het investeringsplan genoemd.
Vaste activa zijn alle bezittingen die langer dan 1 productieproces meegaan.
Vlottende activa zijn bezittingen die 1 of minder lang dan een productieproces meegaan.
Geld in kas of bank dus de liquide middelen horen ook bij de vlottende activa. Onder kas en
bank wordt verstaan hoeveel geld de onderneming contant en op zijn betaalrekening wil
hebben om daarmee betalingen te verrichten.
Om te bepalen hoe een ondernemer gaat financieren kan hij een financieel plan opstellen.
Hierin staat hoe de financiering van het investeringsplan zal plaatsvinden. Nadat hij heeft
gekeken hoeveel hij zelf aan middelen wil inbrengen, weet hij wat hij van anderen aan
middelen moet zien te krijgen. Er is sprake van een zogenaamd financieringsgat waar hij dus
financiers voor moet vinden.
Eigen vermogen bestaat uit financiële middelen die voor onbepaalde tijd ter beschikking
worden gesteld door de eigenaar van een onderneming.
Bij vreemd vermogen gaat het om schulden aan derden, waarbij het geld vaak binnen een
afgesproken termijn moet worden terugbetaald.
Bij een hypothecaire lening wordt er geld geleend waar een onderpand tegenover staat. Bij
een persoonlijke lening wordt er geld geleend bij een bank. Bij rekening courant krediet kan
de ondernemer tot een bepaald bedrag rood staan.
Onder eigen vermogen vallen ook giften.
Bij een achtergestelde lening is afgesproken met de vreemd vermogensverschaffers dat zij
bij faillissement als laatste van alle vreemd vermogensverschaffers hun geld terugkrijgen.
Crediteuren zijn leveranciers van de door onderneming op rekening gekochte goederen en
diensten.
Het investeringsplan en het financieel plan kunnen in een beginbalans worden weergegeven.
Aan de debetzijde staan de bezittingen van de onderneming, dit zijn de activa. Aan de
creditzijde staat de wijze waarop deze bezittingen zijn gefinancierd, dit zijn de passiva. Het
totaal van de bedragen aan de debet- en creditzijde is gelijk.
Kas en bank staan op de debetzijde als het rekeningcourant positief is, negatief staan ze aan
de creditzijde.
Lang vreemd vermogen als de lening voor langer dan een jaar wordt aangegaan.
Kort vreemd vermogen als het geleende geld binnen een jaar moet worden afgelost.
Debiteuren is een post die ontstaat als een bedrijf zijn verkochte goederen en diensten op
rekening heeft verkocht en de klant deze rekening nog niet heeft betaald.
, Hoofdstuk 2: De Resultatenrekening
Een overzicht over de begrote winst is naast de beginbalans onderdeel van het
ondernemingsplan, dit heet de resultatenbegroting.
Als de onderneming draait zal hij ook achteraf een overzicht van de totstandkoming van de
winst maken, dit heet de resultatenrekening.
Resultatenrekening = exploitatierekening = winst- en verliesrekening
De nettowinst wordt bepaald door van de opbrengsten de kosten af te trekken.
Bij de resultatenrekening worden de opbrengsten aan de creditzijde genoteerd en aan de
debetzijde de kosten.
Vaste kosten zijn kosten die niet afhankelijk zijn van de hoogte van de productie of afzet.
Variabele kosten zijn kosten die wel afhankelijk zijn van de hoogte van de productie of afzet,
dus de hoogte van de kosten verandert als er meer of minder wordt geproduceerd.
Gemengde kosten zijn kosten die voor een deel bestaan uit vaste kosten en voor een deel
uit variabele kosten.
Kosten overige diensten zijn de kosten die samenhangen met het inhuren van
werkzaamheden van een andere bedrijf.
De opbrengsten van de ondernemer:
Contante verkopen: verkopen die op het moment van verkoop ook direct betaald zijn
via bijvoorbeeld een pinbetaling of cash
Verkopen op rekening: de verkopen waarbij de klant het bedrag van de rekening later
betaalt via bijvoorbeeld automatische incasso
Opbrengst (omzet) = afzet x gemiddelde verkoopprijs (excl. BTW)
Er kunnen naast de opbrengsten uit verkopen ook andere opbrengsten zijn, dit zijn
buitengewone baten (opbrengsten). Dus wat niet bij de normale verkopen hoort, bijvoorbeeld
een gordijnenbedrijf die hun bestelbusje verkopen.
De opbrengsten worden geboekt wanneer de transactie tot stand komt, niet perse dus
wanneer het geld echt wordt betaald.
Op de resultatenrekening worden alle bedragen excl. BTW vermeld.
Inkoopwaarde van de omzet is het bedrag waartegen de verkochte goederen ooit zijn
ingekocht.
Inkoopwaarde van de omzet = afzet x inkoopprijs van de verkochte goederen
Omzet
Inkoopwaarde vd omzet -
Brutowinst
Het afboeken van de waarde van een vast activum heet afschrijven.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anoukvansluijs. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.63. You're not tied to anything after your purchase.