PATHOLOGIE
Inleiding skills
Je moet het lezen van het woord onderdrukken, je moet een impuls onderdrukken.
Los op
Je moet informatie vasthouden, je doet beroep op je werkgeheugen
Los op
A & C, visueel ruimtelijk
Los op
Je moet cognitief flexibel zijn om van de ene regel naar de andere regel te veranderen.
De bouwstenen van het leren
Skills: executieve functies
Als je in een klas rondkijkt, terwijl kinderen zelfstandig aan het werk zijn, zie je veel onderlinge verschillen:
- De ene werkt vlot door, de andere kijkt bij elke prikkel op
- De ene heeft geen zin maar werkt toch door, de andere zonder zin valt stil
- De ene met een probleem zoekt, vraagt, denkt na,… de andere geeft op
- De ene weet niet waar en met wat te beginnen, de ander werkt alles efficiënt en in de juiste
volgorde af
Executieve functies: probleem bij de rijping in de hersenen
Begripsomschrijving
• Geen eenduidige definitie van EF beschikbaar
• EF kunnen beschreven worden als hoog ontwikkelde cognitieve functies die men nodig heeft om
gedrag doelgericht te sturen.
• Cruciaal voor zowel cognitieve als sociaal-emotionele ontwikkeling, zonder executieve functies kan je
niet functioneren in het dagelijkse leven
• Spelen een rol in vele aspecten van het dagelijks leven
• Nodig bij het uitvoeren van taken, eisen en dagelijkse activiteiten
• Vereist om handelen vlot kunnen afstemmen op nieuwe situaties, flexibel te kunnen
reageren, doel- en toekomstgericht gedrag op effectieve wijze te uitvoeren
• Omgeving is een zeer belangrijke factor bij de ontwikkeling ervan
• Zijn veranderbaar, kunnen gestimuleerd en getraind worden
ICF
Executieve functies is daar te vinden
EF en leren
• De ontwikkeling van EF bij kinderen krijgt de laatste decennia meer aandacht en er wordt gezocht naar
verbanden met schools functioneren en presteren.
1
, • Kinderen met minder goed ontwikkelde EF presteren minder goed op school en zijn minder
succesvol in verschillende levensdomeinen
– Kleuters die laag scoren op de drie primaire EF verlaten de school vaker zonder diploma en hebben
het later financieel moeilijker dan kinderen met goed ontwikkelde EF.
Indeling
Er kan onderscheid gemaakt worden tussen 2 dimensies, de dimensies staan in wisselwerking met elkaar:
• Metacognitieve EF: denkvaardigheden waarmee men doelen kiest en realiseert / waarmee men
oplossingen voor problemen bedenkt. Niveau van cognitief en denken.
• Emotionele/motivationele EF: affectieve kant van het executief functioneren, de vaardigheden om
gedrag bij te sturen en aan te passen. De coördinatie tussen cognitie en emotie
Metacognitieve EF: Denken Emotionele/affectieve EF: Doen (gedrag)
Werkgeheugen Responsinhibitie
Planning Emotieregulatie
Organisatie Volgehouden aandacht
Timemanagement Taakinitiatie: het beginnen aan de taak
Metacognitie Doelgericht gedrag
Flexibiliteit
Primaire EF: starten bij kleuters al
• Er is internationale overeenstemming over de 3 belangrijkste EF:
1. Responsinhibitie (impulsremming): een bepaalde impuls afremmen
2. Werkgeheugen
3. (cognitieve) flexibiliteit
Deze ontwikkelen zich vroeg en van daaruit worden hogere-orde EF gebouwd.
(Respons)inhibitie
= de ‘rem’/ mate van afleidbaarheid
• De vaardigheid om een sterke neiging te onderdrukken en in plaats daarvan te doen wat het meest
gepast (of nodig) is; weerstand bieden aan een eerste impuls
– Selectieve aandacht: gericht zijn op de taak
– Discipline
– Zelfcontrole
2
, Werkgeheugen
= Mentale kladblok / informatie kort vasthouden en bewerken
• Relaties kunnen leggen, oorzaak-gevolg, voorkennis koppelen aan nieuwe info,…
Werkgeheugenmodel Baddeley
- Visueel ruimtelijk kanaal: dingen die je ziet, dingen in een bepaalde volgorde plaatsen
- Episodische buffer: zowel visueel ruimtelijk als verbale en een uitwisseling doet met je LT
geheugen
- Fonologische loop: taal en verbale informatie
Toepassing
• Geef een voorbeeld van een activiteit of opdracht op school waar beroep wordt gedaan op het
verbaal werkgeheugen: het onthouden van complexe talige opdrachten, onthouden van lange zinnen
in een dictee…
• Geef een voorbeeld van een activiteit of opdracht op school waar beroep wordt gedaan op het
visueel-ruimtelijk werkgeheugen: een verhaal in chronologisch volgorde leggen, bij het maken van
opstel, de opbouw ervan.
(Cognitieve) flexibiliteit
• Nodig om creatief te denken en probleemoplossend vermogen
– op andere manieren reageren als er iets gebeurt
– flexibel aanpassen aan de nieuwe eisen of prioriteiten
– in staat zijn niet alleen ‘in hokjes te denken’
Flexibiliteit
• Wat zou dit allemaal kunnen zijn in fantasiespel?
Op de primaire EF bouwen de hogere EF verder:
• Doelgericht doorzettingsvermogen/gedrag
• Plannen
• Zelfregulatie
3
Inleiding skills
Je moet het lezen van het woord onderdrukken, je moet een impuls onderdrukken.
Los op
Je moet informatie vasthouden, je doet beroep op je werkgeheugen
Los op
A & C, visueel ruimtelijk
Los op
Je moet cognitief flexibel zijn om van de ene regel naar de andere regel te veranderen.
De bouwstenen van het leren
Skills: executieve functies
Als je in een klas rondkijkt, terwijl kinderen zelfstandig aan het werk zijn, zie je veel onderlinge verschillen:
- De ene werkt vlot door, de andere kijkt bij elke prikkel op
- De ene heeft geen zin maar werkt toch door, de andere zonder zin valt stil
- De ene met een probleem zoekt, vraagt, denkt na,… de andere geeft op
- De ene weet niet waar en met wat te beginnen, de ander werkt alles efficiënt en in de juiste
volgorde af
Executieve functies: probleem bij de rijping in de hersenen
Begripsomschrijving
• Geen eenduidige definitie van EF beschikbaar
• EF kunnen beschreven worden als hoog ontwikkelde cognitieve functies die men nodig heeft om
gedrag doelgericht te sturen.
• Cruciaal voor zowel cognitieve als sociaal-emotionele ontwikkeling, zonder executieve functies kan je
niet functioneren in het dagelijkse leven
• Spelen een rol in vele aspecten van het dagelijks leven
• Nodig bij het uitvoeren van taken, eisen en dagelijkse activiteiten
• Vereist om handelen vlot kunnen afstemmen op nieuwe situaties, flexibel te kunnen
reageren, doel- en toekomstgericht gedrag op effectieve wijze te uitvoeren
• Omgeving is een zeer belangrijke factor bij de ontwikkeling ervan
• Zijn veranderbaar, kunnen gestimuleerd en getraind worden
ICF
Executieve functies is daar te vinden
EF en leren
• De ontwikkeling van EF bij kinderen krijgt de laatste decennia meer aandacht en er wordt gezocht naar
verbanden met schools functioneren en presteren.
1
, • Kinderen met minder goed ontwikkelde EF presteren minder goed op school en zijn minder
succesvol in verschillende levensdomeinen
– Kleuters die laag scoren op de drie primaire EF verlaten de school vaker zonder diploma en hebben
het later financieel moeilijker dan kinderen met goed ontwikkelde EF.
Indeling
Er kan onderscheid gemaakt worden tussen 2 dimensies, de dimensies staan in wisselwerking met elkaar:
• Metacognitieve EF: denkvaardigheden waarmee men doelen kiest en realiseert / waarmee men
oplossingen voor problemen bedenkt. Niveau van cognitief en denken.
• Emotionele/motivationele EF: affectieve kant van het executief functioneren, de vaardigheden om
gedrag bij te sturen en aan te passen. De coördinatie tussen cognitie en emotie
Metacognitieve EF: Denken Emotionele/affectieve EF: Doen (gedrag)
Werkgeheugen Responsinhibitie
Planning Emotieregulatie
Organisatie Volgehouden aandacht
Timemanagement Taakinitiatie: het beginnen aan de taak
Metacognitie Doelgericht gedrag
Flexibiliteit
Primaire EF: starten bij kleuters al
• Er is internationale overeenstemming over de 3 belangrijkste EF:
1. Responsinhibitie (impulsremming): een bepaalde impuls afremmen
2. Werkgeheugen
3. (cognitieve) flexibiliteit
Deze ontwikkelen zich vroeg en van daaruit worden hogere-orde EF gebouwd.
(Respons)inhibitie
= de ‘rem’/ mate van afleidbaarheid
• De vaardigheid om een sterke neiging te onderdrukken en in plaats daarvan te doen wat het meest
gepast (of nodig) is; weerstand bieden aan een eerste impuls
– Selectieve aandacht: gericht zijn op de taak
– Discipline
– Zelfcontrole
2
, Werkgeheugen
= Mentale kladblok / informatie kort vasthouden en bewerken
• Relaties kunnen leggen, oorzaak-gevolg, voorkennis koppelen aan nieuwe info,…
Werkgeheugenmodel Baddeley
- Visueel ruimtelijk kanaal: dingen die je ziet, dingen in een bepaalde volgorde plaatsen
- Episodische buffer: zowel visueel ruimtelijk als verbale en een uitwisseling doet met je LT
geheugen
- Fonologische loop: taal en verbale informatie
Toepassing
• Geef een voorbeeld van een activiteit of opdracht op school waar beroep wordt gedaan op het
verbaal werkgeheugen: het onthouden van complexe talige opdrachten, onthouden van lange zinnen
in een dictee…
• Geef een voorbeeld van een activiteit of opdracht op school waar beroep wordt gedaan op het
visueel-ruimtelijk werkgeheugen: een verhaal in chronologisch volgorde leggen, bij het maken van
opstel, de opbouw ervan.
(Cognitieve) flexibiliteit
• Nodig om creatief te denken en probleemoplossend vermogen
– op andere manieren reageren als er iets gebeurt
– flexibel aanpassen aan de nieuwe eisen of prioriteiten
– in staat zijn niet alleen ‘in hokjes te denken’
Flexibiliteit
• Wat zou dit allemaal kunnen zijn in fantasiespel?
Op de primaire EF bouwen de hogere EF verder:
• Doelgericht doorzettingsvermogen/gedrag
• Plannen
• Zelfregulatie
3