Dit is een uitgebreide samenvatting van deel 2 van Politie en Veiligheid. Het bevat alle literatuur vanaf Seminar Schiphol tot het laatste college over positieve veiligheid samenvatting van het boek 'Securitization of Society'. Dit is een moeilijk boek om te lezen, dus ik zou deze in samenhang me...
No longer up to date with how the profession is now taught
By: jolijndewaard • 3 year ago
By: FabienneHs • 4 year ago
By: MC1996 • 4 year ago
By: 1997amber • 4 year ago
Seller
Follow
susamengevat
Reviews received
Content preview
Politie en veiligheid (artikelen) deel II
Deze samenvatting bevat het boek van Schuilenburg (Securitization of Society) en de volgende
artikelen:
Bayley & Shearing. The new structure of policing.
Schuilenburg & Van der Steden (2016). Positieve veiligheid. Een inleiding.
Schuilenburg & Van der Steden (2014). Positive security - a theoretical framework.
Amicelle et al. Criminology in the face of flow: reflections on contemporary policing and security.
Pali & Schuilenburg (2019). Fears and fantasies in the smart city.
Raad van Hoofdcommissarissen. Politie in ontwikkeling.
Van de Bunt & Kleemans. Georganiseerde criminaliteit in Nederland.
Schuilenburg. The Securitization of Society.
INTRODUCTIE
Het concept ‘veilgheid’ (security) is nu algemeen bekend, ook al heeft het verschillende betekenissen:
criminaliteitspreventie en publieke veiligheid, maar ook risicomanagement en beheersing van de toekomst. Ook heeft
het verschillende contexten: fysieke veiligheid, militaire veiligheid, economische veiligheid, etc. De criminologie richt
zich recent steeds meer op een bredere meer sociologische zorg met betrekking tot de verschillende manieren waarop
veiligheid en stedelijke veiligheid worden geproduceerd en ondermijnd worden.
Securitization zoals Schuilenburg dit gebruikt is de verspreiding van technieken door een veelheid aan actoren en
agentschappen die als doel hebben om de toekomst veilig en zeker te maken. Het is een spin in het web van preventie,
inspectie en policing die zich gehecht heeft aan de routines van het stedelijke leven en de sociale interacties. Ook houdt
dit fenomeen zich bezig met gedrag dat publieke veiligheid en commerciële winst versterkt. De analyse van
Schuilenburg begint bij het uitgangspunt dat onze samenlevingen een omwenteling hebben ondergaan, waarbij het
eerdere strafrechtssysteem dat gericht was op criminaliteitsbeheersing een monopolie van de staat en de
geüniformeerde politie was overging naar een hybride systeem waarin meerdere actoren en agentschappen
verantwoordelijk zijn geworden voor het leveren van veiligheid.
Het oude top-down proces van de staat/politie dat gericht was op het aanhouden van criminelen is een meer
horizontaal, samenwerkend netwerk geworden dat vooral gericht is op preventie, risicomanagement en
kostenbeheersing. Onveiligheid is volgens Schuilenburg niet langer meer zaak voor het juridische apparaat alleen, maar
ook voor scholen, voetbalclubs, woningcorporaties, ziekenhuizen, winkeliers, verzekeraars en burgers. Schuilenburg
omarmt ook Shearing zijn nodal governance theorie welke stelt dat de regering van veiligheid vandaag de dag
grotendeels buiten de staat om gebeurt en dat dit wordt geactiveerd door verschillende nodes of centra van
activiteiten.
Waar Shearing en anderen zich bezighouden met het beschrijven van nieuw opkomende organisationele vormen en
structuren die het politiewerk in toenemende mate kenmerken, richt Schuilenburh zich op het idee dat huidige
theorieën te statisch zijn in hun benaderingen. Ze verwaarlozen de dynamische aspecten van veiligheidswerk en ze zijn
te ver verwijderd van het moleculaire of microniveau van de analyse om de eeuwige beweging en ontwikkelen van
veiligheidsmechanismen die nu zijn ontstaan te kunnen omvatten in de theorie. Hij vraagt zich af of hij deze nieuwe
gevestigde arrangementen werken. Deze vraag is in de literatuur verwaarloosd. Er zijn weinig wetenschappelijke feiten
bekend over publiek-private samenwerkingsrelaties en dit komt doordat de literatuur een gebrek aan realiteit kent.
Met zijn dynamische benadering bedoelt Schuilenburg de processen van implementatie, de werkende praktijk en de
resulterende spanningen, confliten en vormen van deviance van het nieuwe veiligheidspersoneel die bepalen wat er
gedaan wordt aan veiligheid. Veiligheid wordt niet gezien als een ordenend principe van de hedendaagse samenleving.
Het is volgens hem geen patroon van controle dat op de stromen van sociale acties wordt gericht. Hij vraagt zich af hoe
en in welke mate de voorgestelde orde van veiligheid daadwerkelijk bereikt wordt. Zijn uitgangspunt is dat deze orde
onmogelijk is --> echte actoren wijken af van wat hen voorgeschreven wordt en wijken af van hun programma, vooral
,wanneer deze actoren in verschillende agentschappen zitten en verschillende gewoonten, belangen en motivaties
nastreven.
Als Schuilenburg over de securitization of society praat, bedoelt hij het op dezelfde manier als Foucault het bedoelt in
zijn disciplinary society: een samenleving waarin veiligheidsmechanismen doordringend zijn geïnstalleerd en
vastgesteld, niet een sameneving waarin veiligheid succesvol is behaald. Schuilenburg houdt zich bezig met onze
aandacht opnieuw uit laten gaan naar het onverwachte, de niet-voorgeschreven acties die door persoonlijke motivaties
en keuzes worden ingegeven en die vorm krijgen in de samenwerking met verschillende actoren in plaats van door
programma’s of bureaucratische rituelen. Hij legt de focus ook op fluïde en veranderbare aspecten van de sociale
werkelijkheid.
De disciplinaire samenleving (Foucault) werkt via gesloten en gefixeerde ruimtes (muren, grenzen, poorten), welke
allemaal een eigen functie hebben. De society of control van Deleuze werkt door constant veranderende netwerken.
De afgesloten ruimten van de disciplinaire samenleving maken dus plaats voor de smooth space. Daarnaast presenteert
Schuilenburg Tarde als de theoreticus van het onverwachte en als bron die doet nadenken over niet-voorgeschreven
acties en de sociale processen die deze in de hand werken. Hierdoor kunnen we het dynamische karakter van veiligheid
visualeren.
Assemblage speelt ook een centrale rol in Schuilenburg’s betoog en veiligheidsassemblages zijn volgens hem een vitaal
belangrijk kenmerk van het hedendaagse stedelijke landschap. Een “assemblage” is een herhaaldelijk veranderende
configuratie die op de een of andere manier samen functioneert of een gefabriceerde koppeling van heterogene
elementen. De relaties tussen de verschillende elementen zijn voorwaardelijk --> een product van het
samenvoegingsproces. Dit concept is geschikt om de aard van de publiek-private samenwerkingen waarbij meerdere
agentschappen zijn betrokken te dekken.
Schuilenburg wil zich richten op de dynamische deviante handelingen en de interacties en keuzes van veschillnde
actoren zoals deze zich ontvouwen in de assemblage-context. Hij wil dus - anders dan Foucault - niet kijken naar het
programma dat zij opstellen voor de beheersing van veiligheid, maar hij wil onderzoeken welk daadwerkelijk gedrag
deze actoren vertonen. Om deze sociologische vragen te beantwoorden verschuift Schuilenburg van het niveau van het
programma naar het niveau van de praktijken/handelngen (van het molaire naar het moleculaire niveau) en hierbij stelt
hij verschillende vragen:
Hoe geven de autoriteiten substantie aan de overeenstemmingen waartoe zij zijn gekomen?
Hoe interpreteren en evalueren zij officieel beleid?
Welke emoties en gevoelens spelen een rol in zulke interacties en hoe zijn deze in de praktijk uitgewerkt?
Ontstaan er nieuwe doelen in de samenwerking over tijd?
Hij heeft vier veiligheidsassemblages bestudeerd (in de vorm van vier casestudies): 1) Multi-agency ‘stedelijke
interventieteams’ en hun huisbezoeken; 2)winkelhouders in Den Haag en hun input voor het ‘collectieve winkelverbod’;
3) ‘wegverkeer criminaliteitspreventie’; 4) ‘bestrijden van marihuana productie’. In elke casestudie zal duidelijk worden
dat de elementen van de assemblages verschillende kanten opgaan, als de samenwerking plaats maakt voor een
dynamisch machtsspel waar verschillende prioriteiten botsen. Securitization of Society zal inzicht geven in de
dynamische en onstabiele elementen van de veiligheidswereld, de moeilijkheden van de samenwerking tussen
agentschappen en de kwetsbaarheid van de meest machtige veiligheidsassemblages.
HOOFDSTUK 1: HET PROBLEEM (gaat over onderzoek in zijn geheel, verdere hoofdstukken specialiseren)
Veiligheid is een ordening concept. We ordenen ons leven in de hoop op het zorgen voor een veilig bestaan. De
afgelopen 20 jaar zijn er radicale veranderingen opgetreden in de manier waarop dit gebeurt. Traditioneel gezien was
de overheid de entiteit die verantwoordelijk was voor onze veiligheid. Maar nu heeft een toenemend aantal andere
spelers taken en verantwoordelijkheden met betrekking tot veiligheid en beveiliging op zich genomen. Soms hebben ze
de taken zelfs geheel overgenomen (private beveiliging op vliegvelden of winkelcentra). Presdee stelt dat er een
carnaval van detectives en veiligheidsbewakers is losgebarsten --> ook scholen, sportclubs, woningcoörporaties etc. zijn
in gebed in de zorg voor veiligheid. Gevolgen
1. Een gevolg hiervan is dat de zorg voor veiligheid is begonnen zijn inspanningen te richten op zaken van
persoonlijke aard. In Nederland hebben intervention teams de taak gekregen om veiligheid en leefbaarheid
van de stad te verbeteren. Zij komen op bezoek om te discussiëren met inwoners over inkomen,
gezondheidszorg en educatie van kinderen. Dit staat bekend als getting behind-the-front-door.
, 2. Het is ook het geval dat toenemende invasieve veiligheidsmaatregelen worden genomen wanneer regels
worden overtreden. Een voorbeeld hiervan is collectief winkelverbod dat is begonnen in Den-Haag
De zorg voor veiligheid en beveiliging is minder homogeen en statisch dan we denken. De ontwikkelingen zijn:
1. Nieuwe partijen
2. Toegenomen aandacht op domeinen als educatie en gezondheid
3. De introductie van uitzonderlijke sancties
-- Er moet dus inzicht verkregen worden in de veranderingen op het gebied van veiligheid.
Er is dus een toegenomen verantwoordelijkheid voor private partijen in het veld van veiligheid. Er is dus
samenwerking met de overheid in een grotere en kleinere omvang, wat het logisch maakt dat deze spelers ook
verantwoordelijk zijn voor veiligheidsissues en veiligheidsmaatregelen nemen en ontwikkelen. Responsabilisering
(Garland) is daarbij een belangrijke strategie: het creëert een nieuwe veiligheidsverantwoordelijkheid, want de aanpak
van onveiligheid is niet alleen meer weggelegd voor het rechtsapparaat, maar ook er zijn dus ook andere partijen -
naast de overheid - verantwoordelijk voor veiligheid. Hierbij valt te denken aan: scholen, voetbalclubs,
woningcorporaties, winkeliers, ziekenhuizen en dergelijke, maar ook burgers. De traditionele manier van beveiliging
paste niet meer (was te beperkt) voor een effectieve benadering van de huidige veiligheidssituatie. De overheid heeft
namelijk beperkte mogelijkheden om te dealen met veiligheid. Het onderliggende idee van responsabilisering is dan
ook dat de criminaliteit in de samenleving hoog zal blijven en dat responsabilisering ervoor zorgt dat - doordat de
overheid gelimiteerde mogelijkheden heeft - er zelfredzaamheid van partijen ontstaat die aangewezen zijn voor het
veiligheidsprobleem en dat op hun eigen specifieke manier effectiever kunnen aanpakken:
1. Sociale organisaties die dichtbij de samenleving staan worden verantwoordelijk gemaakt voor het
veiligheidsprobleem
2. Commerciële partijen krijgen in toenemende mate politie-achtige taken, zoals monitoren van winkelcentra,
vliegvelden en gated communities.
Gevolg hiervan is dat oplossingen voor het veiligheidsprobleem in toenemende mate worden gezocht in een
multidisciplinaire benadering waarin meer partijen dan alleen de overheid zijn betrokken. Een voorbeeld van een
simpele structuur is ‘Burgernet’ (politie stuurt een bericht aan participerende burgers als een kind is vermist of als een
inbreker actief is in de buurt). Wanneer participanten iets opvallends of relevants zien, kunnen zij de politie bellen en
vertellen wat zij hebben gezien (= opsporende functie). Het kan ook ingewikkelder, zoals bij de
‘anti-marihuanaproductie’. Daar zijn veel actoren bij betrokken (gemeente, politie, energieleveranciers,
woningcorporaties).
Voorheen was dus veiligheid en beveiliging een primair verticale aangelegenheid, waarin de overheid een monopolie
had, maar nu hebben private en publieke partijen een gelijkwaardige verhouding. De samenwerking tussen
netwerkachtige structuren tussen publieke en private partijen laten deze horizontalisering van de relaties zijn. Hier zijn
veel termen voor: multilateralization (Bayley & Shearing), pluralization (Jones & Newburn), gray policing en
preventative partnerships (Garland).
Dus policing is niet langer iets exclusiefs van de politie. Er is sprake van een ontwikkeling van government naar
governance. Deze verschuiving gaat samen met nieuwe regulerende instituties, mentaliteiten en technieken. De
implementatie van veiligheidsmaatregelen vindt bijvoorbeeld in toenemende mate plaats in netwerken of
arrangementen bestaand uit overheid, bedrijven en burgers. Er is veel onderzoek gedaan naar het juridische systeem.
Helaas is er weinig onderzoek gedaan naar de rol van woningcorporaties, winkeliers en dergelijke. Is gebrek aan
wetenschappelijk inzicht en kennis over hoe nieuwe partijen omgaan met hun verantwoordelijkheden en de manier
waarop de samenwerking in de dagelijkse realiteit functioneert.
Hoe?
In dit boek wordt geprobeerd om de bestaande analyses uit te breiden door in te gaan op hoe veranderingen in
veiligheid plaatsvinden. Dat het veiligheidsprobleem veranderd is, is inmiddels duidelijk. Het is beter om in te gaan op
de manier waarop het plaatsvindt en wat de consequenties kunnen zijn voor de veiligheid. In dit boek wordt niet
ingegaan op het waarom van de verandering van het veiligheidsprobleem (zoals individualisatie, globalisering,
technologische ontwikkelingen). Schuilenburg wil de focus verleggen van de transformaties in de sociale wereld die
geleid hebben tot de huidige situatie in de veiligheidsmanaging, naar de dynamische processen die de uitkomsten in de
veiligheidsmanaging produceren.
, De conclusie dat veiligheidsprobleem is veranderd is duidelijk. Maar een prangende vraag is op welke manier hebben
veranderingen plaatsgevonden en wat zijn de consequenties van dit voor de veiligheid en beveiliging?
In dit boek wordt de focus gelegd op het veranderbare karakter van veiligheid en beveiliging.
Hij wilt onderzoeken hoe veranderingen in de samenleving plaatsvinden. Er is hierbij een meer
proces-georiënteerde uitleg nodig om een goed begrip te krijgen van verandering in beveiliging die we nu
meemaken.
Klassieke antitheses
Veel concepten zijn uitgewerkt door experts op het gebied van veiligheid om de realiteit weer te geven. Hierbij worden
vaak conceptuele paren besproken: publiek-privaat, micro-macro, etc. Aan beide uiterste worden dan kenmerken
toegedicht. In het geval van publiek-privaat impliceren de uiterste een vorm van rechtshandhaving. De keuze tussen
beide polen zou in het extreme geval opgedeeld kunnen worden in: publiek met regering, strafrecht, schuld, repressie,
bevolking en non-profit organisaties en bij private handhaving gaat het om kenmerken als contracten, risico, preventie,
groepen en winstdoeleinden.
Deze dichotomie kan serieus in twijfel getrokken worden. Een nadeel is namelijk het gebrek aan nuance. De kenmerken
van het ene concept sluiten meteen uit dat dit ook kenmerken van het andere concept kunnen zijn. De meeste
samenwerking tussen de overheid en de private bedrijven zijn veel te complex om ze te kunnen beschrijven in termen
van publiek-privaat. Ook lijkt de afstand tussen publiek en privaat te verdwijnen en ontstaan er ‘hybride’ connecties.
Hierin wordt betrokkenheid en verantwoordelijkheid van de partijen opnieuw uitgevonden, geherformuleerd en
opnieuw gelegitimeerd. Daardoor wordt het steeds verwarrender om deze dichotome paren te gebruiken.
Daarnaast is er een tweede bezwaar, namelijk dat dit onderscheid weinig recht doet aan de realiteit. Het onderscheid
publiek-privaat zegt iets over beide uitersten, maar geeft geen inzicht in hoe deze actoren daadwerkelijk zijn ontstaan.
Whitehead noemde dit de ‘fallacy of bifurcation’: de mens wil de realiteit graag strikt onderscheiden. Schuilenburg
haalt vervolgens aan dat men te erg vasthoudt aan deze voorgekauwde structuren en daarom zullen de veranderingen
in veiligheid nooit goed onderzocht kunnen worden. Een dynamisch perspectief kan ons de complexiteit van huidige
veiligheidsproblemen beter laten begrijpen. En zo kunnen we conclusies trekken over ‘hoe’ veiligheid wordt
opgebouwd in een verscheidenheid van gebieden.
Theorie en praktijk
Security is een elastisch begrip. De geometrie van dit concept is zo variabel dat alles eronder kan vallen. Alles dat maar
een beetje te maken heeft met security kan hieronder worden geclassificeerd. Dit kan gaan van voedselproductie tot
klimaatsverandering. Hier wordt vooral ingegaan op de situatie waarin de klassieke staat zijn verantwoordelijkheid op
gebied van criminaliteitsbestrijding afstaat en op de verschillen tussen burgers, bedrijven en de staat.
Veiligheidsbeheersing gaat hier dus over goederen en diensten die criminaliteit en overlast moeten voorkomen en
bestraffen en de schade ervan te beperken. Schuilenburg heeft onderzoek gedaan naar de achtergrond van de huidige
maatschappij en het veiligheidsprobleem binnen onze samenleving.
Schuilenburg zal gaan dealen met de situatie waarin de klassieke natiestaat afstand doen van zijn
verantwoordelijkheid in veld van criminaliteitsbestrijding
Dit heeft geresulteerd in een situatie waarin de organisatie van security worden verspreid onder vele partijen
(voorheen gezien als taak van de staat, maar kwam onder druk te staan).
Schuilenburg heeft om dit alles in beeld te krijgen, gebruik gemaakt van verschillende methoden:
1. Theoretisch onderzoek belangrijkste doel van theoretisch onderzoek was de ontwikkeling van een
dynamisch perspectief dat kan worden gebruikt om de vraag te beantwoorden hoe veranderingen in security
zich hebben voor gedaan. Hierbij wordt gebruik gemaakt van kennis en gedachten van verschillende
belangrijke personen. Zijn doel hierbij is om te denken binnen hun gedachtenpatronen en iets toe te voegen
aan deze. De auteurs zijn:
Foucault
Deleuze
Tarde
Zij denken vanuit de filosofie in termen van verschillen. Zij beschouwen de werkelijkheid waarin alles voortdurend
verandert. Derrida ontwikkelde in deze context het woord ‘différance’, het onderliggende idee is dat wat de facto
verschijnt, alleen maar kan bestaan doordat het in een context met andere, afwijkende elementen voorkomt. Doordat
deze context telkens verandert, is er niet langer een fundament waarop verschillen gebaseerd kunnen worden.
Foucault, Deleuze en Tarde zijn inspirerend, omdat ze zich richten op het proces en de veranderende elementen van de
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller susamengevat. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.01. You're not tied to anything after your purchase.