Samenvatting Internationaal en Europees strafrecht 2019-2020
Vetgedrukte in de ppts.
HC1 INLEIDING EN RECHTSBRONNEN
BEGRIPPEN
Internationaal strafrecht
Tot voor enige jaren geleden werd deze term gebruikt voor nationale rechtsregels die betrekking
hadden op internationale situaties. Nu wordt de term vooral gebruikt voor het recht van
internationale strafhoven en tribunalen.
Europees strafrecht
Deze term werd voorheen vooral gebruikt voor meerdere internationale organisaties en de
regelgeving van de Raad van Europa die van belang is voor het strafrecht. Tegenwoordig wordt de
term vooral gebruikt om te verwijzen naar EU-strafrecht.
Droit pénal international
Hierbij gaar het om problemen van nationaal recht die het gevolg zijn van grensoverschrijdende
feiten, verdachten of veroordeelden. Het gaat dus om het nationale strafrecht, dus Nederlandse
regels over internationaal recht. nationale invalshoek.
Droit international pénal
Hierbij gaat het om materiële en processuele onderwerpen die gerelateerd zijn aan de internationale
(inclusief Europese) strafrechtspleging, soms zelfs met een bovenstatelijk karakter. Regels van
internationaal recht die betrekking hebben op het nationale recht. Regels van andere herkomst.
internationale invalshoek.
Supranationaal strafrecht
Dit is een ouderwetse term. Het gaat hierbij om strafrecht dat afkomstig is van een internationale
organisatie dat doorzettingsmacht heeft/een autonome rechtsorde die boven de lidstaten staat zoals
de EU. Dit strafrecht werkt dan rechtstreeks door in de nationale rechtsorde.
Twee vormen van supranationaal recht
Internationale rechtspraak door ad hoc VN-tribunalen en het permanente Internationale Strafhof
Dwingende beïnvloeding van nationaal recht en nationale rechtspleging vanuit de Europese Unie
door enerzijds het communautaire recht en anderzijds de politiële en justitiële samenwerking in
de derde pijler
Transnationaal strafrecht
Een soort hybride. Strafrechtelijke regels die zijn ontstaan doordat meerdere landen met problemen
kampten wat ertoe leidde dat er verdragen werden gesloten, vaak in het kader van de VN. Deze
verdragen moeten worden omgezet in nationaal recht. Gaat vaak om rechtsgoederen waarvan je niet
kunt zeggen dat ze door de wereldgemeenschap als verwerpelijk worden gezien. Gaat zowel om
strafbaarstellingen als definities en mogelijkheden voor rechtshulp/uitlevering.
Internationalisering van de strafrechtspleging
,De nationale strafrechtspleging is de afgelopen decennia steeds meer internationale trekken
beginnen te vertonen. Er zijn een aantal oorzaken te noemen voor de internationalisering van de
strafrechtspleging.
1. Door technologie meer mobiliteit van personen en goederen en
communicatiemogelijkheden. Vrij verkeer wordt misbruikt voor vervoer van drugs etc.
2. Enkele historische voorvallen die zorgden voor het besef dat bepaalde misdaden dermate
gruwelijk zijn en die hebben bijgedragen aan de samenwerking.
3. De ontwikkelingen op het gebied van het Europese straf(proces)recht hebben een hoge
vlucht genomen Kosten van internationale verkeer biedt mogelijkheid voor criminelen, is
makkelijk en goedkoop om de grens over te steken.
Rechtsvorming, bronnen en actoren
Welke bronnen zijn van belang en wie doet er aan mee? Hof van EU, EHRM, hof van justitie.
Regelgeving van EU komt op een andere manier tot stand dan Nederlandste wetten. Wie stelt de
regels en waar kun je die vinden?
Internationale misdrijven
Elke bevolking ziet weer andere dingen als een misdrijf. Een misdrijf die zo slecht dat het als een
internationaal misdrijf wordt gezien = mensenhandel, genocide etc.
Soevereiniteit
Soevereiniteit is een klassiek uitgangspunt van het volkerenrecht. Landen werken in sommige
gevallen op vrijwillige basis samen (ze behouden soevereiniteit).
Intern: Een soevereine staat heeft de bevoegdheid om binnen het territoir bindende
beslissingen te nemen.
Extern: En soevereine staat hoeft daarbij geen inmenging van buitenaf te dulden.
Intergouvernementeel perspectief: Soevereine staten binden zichzelf in onderlinge samenwerking
(verdragen). Landen behouden hun eigenheid, maar willen graag samenwerken. Geen soevereiniteit
overgedragen.
Supranationaal perspectief: Een autonome rechtsorde, geplaatst boven lidstaten, beperkt hun
bevoegdheden. Landen hebben een deel van hun soevereiniteit afgestaan. Regels niet gesteld in
vorm van verdrag maar door een internationale (of EU) instelling waarin zij een deel van hun
soevereiniteit hebben overgedragen.
Vertrouwensbeginsel versus wederzijdse erkenning
Vertrouwensbeginsel: We vertrouwen erop dat wat in een ander land gebeurd rechtmatig is, want
dat land is soeverein.
Wederzijdse erkenning: is de grondslag van samenwerking binnen de EU. Daarmee gaan we ervan
uit dat we een beslissing van een andere staat erkennen alsof die in onze staat genomen is.
Fundamentele rechten
Deze rechten kunnen afkomstig zijn uit het EVRM of het nationale recht, bijvoorbeeld uitleveren aan
een staat die de doodstaf heeft mag niet. Ne bis in idem is vooral van belang. Dit is in een belangrijke
beperking in het strafrecht.
Rechtshulp in strafzaken
- Primaire rechtshulp: Onderzoek wordt verplaatst van het ene land naar het andere. Dit
gebeurt vaak in de vroege fase van de opsporing, overdracht en overname van
strafvervolging. Dit kan echter ook later, dat wordt bijvoorbeeld de tenuitvoerlegging
, overgenomen. Staat A doet afstand van uitoefening van recht tot vervolging/strafexecutie
en staat B neemt vervolging/strafexecutie over.
- Secundaire rechtshulp: Het ene land doet iets om een lopende procedure in een andere
(verzoekende) staat te ondersteunen. Hierbij kan je denken aan een verzoek aan een land
om daar mensen te horen of een uitleveringsverzoek. Staat B verricht ondersteunende
handeling ten behoeve van opsporing/vervolging/berechting strafexecutie in staat A.
Uitlevering/overlevering: iemand bevindt zich in staat A en wordt overgedragen aan staat B
om daar berecht te worden of daar de straf uit te zitten.
“Kleine” rechtshulp: bijvoorbeeld doorzoeking en inbeslagneming, betekenen
vonnis/dagvaarding.
Twee modaliteiten rechtshulp in strafzaken
- Klassieke grondslag: We gaan uit van een verzoek. Staat A verzoekt rechtshulp aan staat B,
staat B beslist of hij gevolg geeft (staat B is daarin volledig vrij).
- Op beginsel van WE: dan gaan we uit van een bevel. Rechterlijke autoriteit van lidstaat A
geeft een bevel. Rechterlijke autoriteit van lidstaat B erkent dat bevel en legt het ten uitvoer
alsof he een nationaal bevel was.
HOE WERKT RECHTSHULP EN WELKE BELANGEN SPELEN DAARBIJ EEN ROL?
Twee modellen van het strafproces:
1. Diachroon model
Opsporing → vervolging → berechting → (appel/cassatie) → executie
Het diachroon model geeft het verloop in de tijd weer. Je moet het model zien als een
voortschrijdende procedure. Daarmee kun je aangeven wat het verschil is tussen de twee vormen
van rechtshulp (primair/secundair).
2. Synchroon model
Openbaar Ministerie Verdachte
Rech ter
Hierbij gaat het om de onderlinge verhouding tussen de deelnemers in het strafproces. Het
strafproces wordt gezien als een strijd tussen het Openbaar Ministerie, de verdachte en de rechter.
Dit model wordt gebruikt om het verschil tussen wederzijdse erkenning en de klassieke vorm van
rechtshulp aan te tonen.
, Wederzijdse erkenning
Justitiële autoriteiten werken direct met elkaar samen. Het OM in land A en in land B hebben direct
onderling contact. Hier spreken we van uitvaardigende autoriteiten (vaardigt een bevel uit) en
uitvoerende autoriteiten (moet het bevel uitvoeren).
Klassiek
Dit is een paradigma. Het betreft hier een internationale samenwerking tussen staten. De regering
vertegenwoordigd de staat op internationaal niveau. Hier spreken we van een verzoekende staat en
een aangezochte staat.
ONDERWERPEN
1. Harmonisatie en doorwerking van de EU
- Toepassing van geharmoniseerde rechtsregels in de strafrechtspraktijk
Rechtstreekse toepassing: bv verordeningen: hoeven dus niet worden omgezet,
gelden zonder nationale omzetting.
Omzetting in nationale wetgeving: Regelingen die niet rechtstreeks toepasbaar zijn
moeten tijdig en correct worden omgezet.
Rechtstreekse werking: Als het te laat of niet correct is omgezet kan het zo zijn dat
een richtlijn rechtstreekse werking krijgt.
Conforme interpretatie: Al het nationale recht moet in overeenstemming met het
Unierecht worden uitgelegd. Daar zijn wel grenzen aan; bv de rechter hoeft de wet
niet contra legem uit te leggen. Een andere is bv dat hij geen uitleg mag geven die in
strijd zijn met regels van terugwerkende kracht.
2. Rechtsmacht:
Materiele rechtsmacht: afgrenzing materiële strafrecht, over welke feiten NL zijn
strafmacht mag uitoefenen.
Formele rechtsmacht: afgrenzing opsporingsbevoegdheden, op welke
plaatsen/manieren mogen NL autoriteiten hun opsporingsbevoegdheden uitoefenen.
- Beginselen van rechtsmacht in art. 2-8d Sr:
Territorialiteit: feit is hier begaan, dus NL mag berechten.
Nationaliteitsbeginsel: feit begaan door Nederlander in buitenland, dan heeft NL
rechtsmacht. Beschermingsbeginsel kan ook een rol spelen.
Universaliteitsbeginsel: maakt niet uit of er een band is met nl, wij mogen sws
rechtsmacht uitoefenen, bijv. piraterij.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller melissaallisonvansuijlekom. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.44. You're not tied to anything after your purchase.