In dit document staan mijn uitgewerkte leerdoelen. Ik heb elk leerdoel uitgewerkt aan de hand van mijn samenvatting en mijn aantekeningen (college en webcollege). Dit zijn leerdoelen voor schulden & recht, een vak dat je in het vierde blok van het tweede jaar volgt.
Week 1
- heeft de student inzicht in en kan de student de algemene regels van
verhaalsrecht begrijpen en toepassen op een casus
Art 3:276 BW: verhaalsrecht op alle goederen
3:278 BW: voorrang van verhaalsrecht
- heeft de student inzicht in en kan de student de hoofdregels van rangorde van
crediteuren (voorrang) begrijpen en toepassen op een casus
Rangorde crediteuren:
- Concurrente crediteuren
- Preferente crediteuren (publiekrechtelijke)
- Crediteuren met voorrang
- Crediteuren met zekerheden
Want wat houdt rangorde eigenlijk in? Als een partij meerdere schuldeiser heeft, geldt er een
bepaalde rangorde;
0. Feitelijke voorrang. Daarna pas 1-5
1. Executiekosten (3:277 lid 1 BW) .. na voldoening van de kosten van executie...
Er komt een openbare veiling van de spullen van schuldenaar, omdat hij al heel veel
schulden heeft.
Er is 1 partij die de hele verkoop regelt. Wetgever wilt niet dat deze achteraan sluit en
daardoor geld niet terugkrijgt.
2. Hypotheek en Pand (3:278 lid 1 jo 3:279 BW). ‘Parate Executie’.
Hypotheeknemer (de bank) kan het huis verkopen of laten verkopen door persoon die
executie heeft gedaan. Uit de opbrengsten van verkoop vervolgens zijn schuld verhalen.
Stel: huis verkocht voor 200.000 euro. Schuld was 180.000 euro. Blijft 20.000 euro over.
Dat gaat dan verder naar de fiscus.
3. Fiscus (3:278 lid 1 jo 3:279 BW jo 21 Inv. 1990) ‘wet bepaalt niet anders’.
Hypotheek Pandhouder gaat boven de fiscus. 2 gaat boven 3.
- 3:280 BW; voorrechten op bepaalde goederen
- 3:288 BW; bevoorrechte vorderingen
Bv heel veel schulden. Begrafenisondernemer heeft al geregeld. Deze krijgt dan wel zijn geld.
Staat onder fiscus en boven concurrente crediteuren.
4. Concurrente crediteuren (3:277 lid 1 BW)
Zijn AH, Zalando, Wehkamp, Blokker, Vodafone etc. = alle bedrijven waar je als consument
goed aan afneemt.
Aan deze wordt dan nog overige bedrag onderverdeeld
5. Post-concurrente crediteuren (3:277 lid 2 BW)
Crediteuren die aangeven: ik heb als crediteur een lening verstrekt, ik vraag hoog
percentage rente om terug te betalen, daarbij zorg ik er wel voor dat ik lage positie krijg dus
als de schuldenaar failliet gaat dan heeft de schuldeiser hoog percentage rente geëist.
Tijdens wettelijke schuldsaneringsregeling wordt er een onderscheid gemaakt tussen
preferente en concurrente schuldeisers. Preferente krijgen een 2x zo groot percentage van
de schuld terug dan andere schuldeisers. Preferentie vloeit voort uit de wet. Zijn werknemers
met achterstallig loon, Belastingdienst en UWV. Andere schuldeisers krijgen kleiner deel van
hun schuld terug. Dit zijn concurrentie schuldeisers. Dit zijn bv winkels, telecombedrijven en
familieleden.
, - heeft de student inzicht in en kan de student de werking van het beslag, het
onderscheid in beslagsoorten en gevolgen van beslagen begrijpen en
toepassen op een casus
3:276 BW: als je een vordering hebt op iemand, dan mag je je verhalen op al zijn goederen.
Dus stel je voor; je hebt een auto maar deze heb je nooit betaald. Degene van wie je hem
hebt gekocht geen meerdere keren aangemaand. Je bent dan in verzuim (6:81 BW).
Verkoper is naar rechter gegaan, heeft uitgelegd. Rechter brengt vonnis uit. Verkoper gaat
naar deurwaarder. Deze kan executoriaal beslag leggen, kan verhaalsbeslag leggen en
daarmee vonnis uitbrengen. Mag zich dus op opbrengst verhalen, zo veel spullen innemen.
Derdenbeslag mag niet, dus bv tv van buurman die jij hebt.
Alleen een gerechtsdeurwaarder kan beslag laten leggen. Ook brengt deze exploten uit. Dit
betekent dat incassokantoren veel minder mogen, die mogen dat namelijk beide niet.
Een executoriaal beslag houdt in dat er al bodemprocedure is gestart. Ze hebben tegenover
elkaar gestaan in rechtbank. Rechter zei dat er niet werd nagekomen. Er moet dan betaald
worden aan de schuldeiser → vonnis → deurwaarder. Deze mag je op goederen van
schuldenaar gaan verhalen, kan ook middels derdenbeslag.
Bij executoriaal beslag op goederen van de schuldenaar waarbij bodemprocedure WEL al is
gestart.
Derdenbeslag: je legt beslag op iets van iemand anders. Denk aan loonbeslag. Je legt
hiermee beslag op inkomen van de schuldenaar maar dit gaat via de werkgever.
Voorlopig beslag: er moet na het leggen van dit beslag nog een bodemprocedure worden
gestart om een vonnis te behalen. Dit leg je als je bang bent dat iemand spullen gaat
verduisteren of snel gaat verkopen, waardoor je er geen executoriaal beslag op kan leggen.
→ spoedbeslag. Je vraagt om verlof en rechter oordeelt over verduistering. Kan bv dat er
een dure auto wordt gekocht zodat schuldenaar weer geld heeft.
Er zijn 2 soorten beslagen:
1. Executoriaal
2. Conservatoir, voorlopig / spoed beslag
Soorten beslag:
Geld; verhaalsbeslag
- Executoriaal beslag (430 Rv. e.v.) → met een vonnis
- Onder de schuldenaar (eigenaar) (vb. 2e boek, 2e titel, 1e afdeling Rv. (vb. 439 Rv.
e.v.))
- Onder een derde (derdenbeslag) (vb. 2e boek, 2e titel, 2e afdeling Rv. (vb. 475 Rv.))
- Conservatoir beslag (700 Rv. e.v.)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller malou-sjd. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.48. You're not tied to anything after your purchase.