Summary
Samenvatting Blok 2.8 Onderwijswetenschappen Probleem 1tm8
- Course
- Institution
Samenvatting van blok 2.8 Onderwijswetenschappen binnen Pedagogische Wetenschappen aan de EUR. probleem 1 t/m 8.
[Show more]
1 review
By: charmaineamaria • 3 year ago
By: yerbacd • 3 year ago
Reply deleted by the user
Seller
Followyerbacd
Reviews received
Content preview
Probleem 1Artikel De Kock
Artikel Kirschner
Artikel Schmidt
Wat zijn constructivistische principes in leeromgevingen en hoe verschillen die
principes van traditionele leeromgevingen? / Wat is het verschil tussen traditionele en
constructivistische principes/leeromgevingen?
Traditionele leeromgeving
Definitie → De docent is de expert en die staat boven de leerling. De leerlingen moeten
overnemen wat hij zegt en moeten dat kunnen reproduceren. Voorkennis is minder van
belang. Samenwerking is ook minder van belang. (passieve leerling)
Constructivisme
Definitie → De leerling moet zijn eigen begrip opbouwen, vanuit de voorkennis. De instructie
van de leerkracht is minder belangrijk en samenwerking juist meer. (actieve leerling)
4 instructie methoden
- Inquiry based learning → Leerlingen krijgen een probleem/vraag waar ze onderzoek
naar kunnen doen. Ze moeten zelf het antwoord zoeken.
5 fases in onderzoek:
- Oriëntatie: wat wil je weten? vraag bedenken
- Conceptualisering: hypothese bedenken
- Onderzoek
- Conclusie
- Discussie: Reflecteren op hun conclusie en onderzoek
- Subtypes: (mayer)
- gestructureerd onderzoek waarin de vraag wordt gesteld en de
onderzoeksprocedure is voorgeschreven.
- begeleid onderzoek waarin de vraag wordt gepresenteerd, maar
studenten moeten zelf een procedure uitwerken om de vraag te
beantwoorden.
- open onderzoek (authentiek onderzoek) waarbij de studenten zelf ook
onderwerpgerelateerde vragen formuleren en mogelijke procedures
bedenken.
- PGO/pbl → Kleine groepen, je leert over een probleem. Dit begint met voorkennis,
dan ga je zelf studie doen en daarna discussiëren.
- Project based learning → Les dmv projecten. Hierdoor leren ze bepaalde begrippen.
Ze mogen zelf mee bepalen met wel onderwerp wordt besproken en hoe ze er
naartoe werken. Projecten zijn realistisch en betekenisvol, sluit aan op de omgeving
van het kind. Leraar helpt met einddoelen en opstarten.
- Case based learning → Leerlingen leren dmv een casus. Je leest eerst informatie en
daarna ga je die toepassen op de casus. Toepassing van je kennis. PGO verschil:
probleem/casus is de basis en daarna ga je leren.
- Verschillen:
, - De rol van de leraar verschilt overal. PBL en CBL hierbij brengt de docent
discussie op gang als we er zelf niet uit komen. Bij IBL is de leraar meer
aanwezig voor vragen. BIJ PjBL is de docent het meeste aanwezig, via het
opstellen van de einddoelen en het opstarten van het leren.
- PBL en CBL minder student gericht want er staat vast wat ze moeten leren,
bij PjBL en IBL kunnen ze meer zelf het onderwerp kiezen en wat ze leren.
4 argumenten veranderen onderwijs (kock)
1. Economisch: Kennis is belangrijk voor onze samenleving en de economishce
welvaart.
2. Nederland is onderdeel van de global village. We worden geconfronteerd met andere
waarheden. Kennis is dus belangrijk om onze eigen waarheden te onderbouwen.
Ook moet je leren discussieren.
3. Kennis opdoen draagt bij aan de democratische samenleving. Dan heeft iedereen
dezelfde mogelijkheden
4. Onderwijs Argument. Leerlingen in NL moeten worden voorbereid worden op
vervolgonderwijs. Daarvoor moeten ze zelfstudie leren.
3 principes van constructivisme/nieuwe leren (kock)
Hierop is het nieuwe leren gebaseerd
- Constructieve activiteit: Leren is meer dan informatie overdragen. Kennis moet je
actief opbouwen. Dit gebeurd via het oplossen van problemen.
Voorwaarden: realistische complexe omgevingen, sociale onderhandeling, ruimte
voor ?, bewustzijn van het betrokken zijn bij opbouwen kennis. Het leerproces
(cognitief (wat), affectief (vaardigheden), metacognitief (bewustzijn van wat je niet
weet)) is belangrijker dan het leren.
- Gesitueerde activiteit: Leren is optimaal als het in een context wordt aangeboden.
Bijvoorbeeld stage lopen of een uitje.
- Sociale activiteit: Je hebt sociale vaardigheden nodig om de kennis in de context op
te kunnen doen. Dit moet je opdoen en niet letterlijk aangeleerd krijgen. Dit kan het
beste door samen te werken.
Transmissie en constructief leren (kirschner)
- Transmissie is letterlijk overnemen.
- Constructief is zelf opbouwen.
Principes van constructivisme:
- Nadruk op voorkennis
- Sociale onderhandeling, leren van medestudenten
- Zelfregulatie, eigen doelen opstellen
- Leersituatie moet lijken op realistische situaties
Conclusie: Leerlingen moeten zelf betrokken zijn bij het opbouwen van hun eigen kennis,
vanuit hun eigen interesses en voorkennis. Dit is volgens die 4 argumenten nodig in de
samenleving en daarom volstaat de traditionele manier niet meer.
,Wat is de effectiviteit van traditionele en constructivistische
principes/leeromgevingen? / Wat werkt het beste?
Effectiviteit 4 instructiemethoden (mayer)
- IBL: Geen eenduidigheid over de effectiviteit. Wel positieve resultaten over het
algemeen, maar er was geen controlegroep om een definitieve conclusie te kunnen
trekken.
- PBL: Vaak geen resultaat gevonden, maar zowel dan was het positief. Voornamelijk
op sociale vaardigheden.
- PjBL: Vooral positieve resultaten, maar wel kleine tot matige effecten.
- CBL: Geen eenduidige resultaten. Of geen effect of positief.
Artikel Kirschner
Is minimale begeleiding beter? → Conclusie: Geen betere resultaten bij minimale
begeleiding. Er kunnen negatieve resultaten zijn met te weinig begeleiding, omdat er
misvattingen kunnen ontstaan.
Artikel Schmidt
Reactie op artikel van kirschner (die heel erg tegen constructivisme is) → Kirschner ziet PBL
als iets waarin weinig begeleiding is, terwijl dit kan worden aangepast en er meer
begeleiding kan zijn waar nodig (flexibel).
Conclusie:
Het is lastig te vergelijken. Het hangt heel erg af per persoon, of je sociaal bent en dus juist
van constructivisme houdt of dat je dat heel lastig vind en het beter werkt om het direct van
de docent te krijgen. Er zijn nog weinig eenduidige resultaten over gevonden.
, Probleem 2:
Artikel Johnson
Artikel Hattie
Artikel Gillies
Artikel Alexander
Basisboek Mayer, H18 Slavin
Wat is coöperatief leren?
Basisboek Mayer
Coöperatief leren = Een lesmethode waarbij de leerlingen worden opgedeeld in kleine
groepjes, waarin ze samenwerken en elkaar helpen bij de leerstof.
Het motivationele perspectief → Motivatie is het belangrijkste onderdeel van het
leerprocess, omdat andere onderdelen zoals plannen en helpen erdoor worden
gedreven.
Je moeten groepen belonen op basis van prestaties van de groep en niet op basis
van individuele prestaties. Door ze samen naar een doel toe te laten werken, kunnen
ze elkaar motiveren en elkaars prestaties omhoog halen. Het is hierbij uit eigen
interesse dat studenten elkaar helpen.
Het sociale cohesie perspectief → De effectiviteit van coöperatief leren hangt af van
de cohesie van de groep. Studenten helpen elkaar omdat ze geven om de groep. Het
is hierbij dus uit interesse voor de groep dat studenten elkaar helpen.
Taakspecialisatie: Coöperatief leren waarbij studenten individuele rollen aannemen binnen
de groep. Hiermee creëer je onderlinge afhankelijkheid tussen de groepsleden.
Het cognitieve perspectief → Dit is het grootste alternatief op de vorige twee
perspectieven. Volgens dit perspectief zorgen interacties tussen studenten ervoor dat
de prestaties in henzelf verbeteren. Dit heeft meer te maken met de mentale
verwerking en niet zozeer met motivatie.
- Het ontwikkelingsperspectief → Interactie tussen studenten rondom de juiste
taken verhoogd hun vaardigheden en begrip rondom het concept.
Discussiëren en elkaars perspectief aanhoren zijn hierbij de kritieke
elementen van coöperatief leren. (Proximale ontwikkeling + scaffolding
Vygotsky.)
- Het cognitieve uitbreiding perspectief → Om informatie te onthouden en te
koppelen aan andere informatie, moet er cognitieve herstructurering
plaatsvinden. Een van de meest effectieve manieren om te herstructureren of
uit te breiden is het uitleggen van de stof aan iemand anders.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yerbacd. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
64438 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now