Document met oefenvragen voor blok 1.2 (Bovenste Extremiteit). Het oefententamen bevat meer dan 170 vragen en antwoorden, gerelateerd aan het onderwerp 'Bovenste Extremiteit'.
,Nummer Vraag Antwoord
1. Substance P: C
a. Vermindert de neurogene ontstekingsreactie bij
weefselschade
b. Stimuleert het vrijkomen van ontstekingsmediatoren
c. Speelt een rol bij het gevoeliger maken van een neuron
voor pijnprikkels
2. Het ligamentum glenohumerale inferior: A
a. Voorkomt een te sterke abductie van de humerus
b. Voorkomt een te sterke adductie van de humerus
c. Remt exorotatie van de humerus
3. De bovenste extremiteit bestaat uit de: C
a. Clavicula en het scapula
b. Clavicula, scapula en de humerus
c. Clavicula, scapula, humerus, radius, ulna, (meta)carpalen
en phalangen
4. Wat is een indirecte risicofactor voor het krijgen van SAPS? B
a. Schade aan de rotator cuff
b. Leeftijd
c. Overbelasting
5. Hyalien kraakbeen bevat veel: A
a. Collageen type 2, wat zorgt voor drukbelasting
b. Elastine, wat zorgt voor vervormbaarheid
c. Collageen type 1, wat trekvast is
6. Sensoren zijn cellen die prikkels (= stimuli) kunnen waarnemen. C
Sensoren kunnen worden ingedeeld op basis van hun locatie. Een
stimuli vanuit skeletspieren noemen we:
a. Exteroreceptoren
b. Interoreceptoren
c. Proprioceptoren
7. Een zenuwcel (= motorisch neuron) bestaat uit: C
a. Een axon en dendriet
b. Een axon, dendriet en een neuron
c. Een axon, dendriet, neuronen en cellichamen
8. Een axon is ingepakt door bindweefsel. De bouw bestaat uit (van B
binnen naar buiten):
a. Epineurium, perineurium en endoneurium
b. Endoneurium, perineurium, interfasculair epineurium en
epineurium
c. Perineurium, epineurium en endoneurium
9. Nociceptie verloopt volgens drie stappen. Wat is de volgorde van B
deze stappen?
a. Transductie, transmissie, perceptie
b. Transmissie, perceptie, transductie
c. Transductie, perceptie, transmissie
10. Wat is geen risicofactor voor het ontwikkelen van een frozen C
shoulder?
a. Diabetes mellitus
b. Eerder schouderletsel
c. Elleboog- of nekklachten
11. De ‘frozen’ fase kenmerkt zich door toenemende stijfheid en een C
afname van pijn. Hoe lang duurt deze fase?
a. 2 tot 9 maanden
b. 5 tot 16 maanden
1
, c. 4 tot 12 maanden
12. De wervelkolom bestaat uit meerdere ‘krommingen’, ook wel A
lordose en kyfose genoemd. Dit zijn normale krommingen. Welke
combinatie klopt niet?
a. Cervicaal: kyfose
b. Lumbaal: lordose
c. Thoracaal: kyfose
13. Pezen zijn, net zoals spieren, goed doorbloed. Deze stelling is: B
a. Juist
b. Onjuist
14. In het lichaam hebben we vier typen weefsels. Een weefsel is een B
groep van op elkaar lijkende cellen, die met elkaar samenwerken
om een gezamenlijke functie uit te oefenen. Wat is de functie van
bindweefsel?
a. Bedekt de lichaamsholtes en beschermt tegen schade en
uitdroging
b. Heeft een opvullende, beschermende en isolerende
werking en geeft steun aan het lichaam
c. Maakt bewegingen van lichaamsdelen mogelijk door
middel van contracties
15. De insertie van de M. Infraspinatus op de humerus is: B
a. Het tuberculum minor
b. Het tuberculum major
c. De crista tuberculum major
16. Het genezingsproces van beschadigd weefsel kent een drietal A
fasen. Deze zijn achtereenvolgens:
a. Ontstekingsfase, proliferatiefase en remodelleringsfase
b. Proliferatiefase, ontstekingsfase en regeneratiefase
c. Ontstekingsfase, remodelleringsfase en proliferatiefase
17. Tijdens een actieve of passieve beweging is de rolbeweging van A
de caput humeri in het glenohumerale gewricht:
a. Gelijkgesteld aan de bewegingsrichting van de arm
b. Tegengesteld aan de bewegingsrichting van de arm
c. Gelijkgesteld aan de glijbeweging van het caput humeri
18. Mobilisation with movement is een manier om mobiliteitswinst te C
boeken, met name bij:
a. Patiënten met een pijnlijke gewrichtsontsteking
b. Patiënten met een myogene verkorting
c. Patiënten met een pijnlijke en beperkte bewegingsuitslag
19. De ‘Internal Rotation Lag Sign’ test de: B
a. M. Supraspinatus
b. M. Subscapularis
c. M. Teres major
20. Welke stelling is waar? B
a. In het brein zijn de activatiepatronen bij nociceptieve pijn
identiek aan de activatiepatronen bij centrale sensitisatie
b. Het optreden van nociceptieve pijn wordt gegenereerd
door een ‘pijnprikkel’ in de eerste seconden
c. Centrale sensitisatie wordt gekenmerkt door lokale
chemische reacties die de ontstekingsfase activeren
21. Het ‘Gate Control mechanisme’ is gebaseerd op: B
a. Inhibitie van dunne C-vezels
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller wd-fysiotherapie. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.35. You're not tied to anything after your purchase.