Hoofdstuk 33: Inleiding model
1. Assumpties en modellen Voorbeeld: consumptie en inkomen
• Twee soorten variabelen 𝐶 = 𝐶0 + 𝑐𝑌
o Endogene variabele 𝑌 =𝐶+𝐼
▪ Variabele bepaald door het model
(in dit geval C & Y (hangen beiden af van elkaar)) 𝐶
o Exogene variabele
▪ Variabele bepaald buiten het model
𝐶̅ , 𝐺̅ , 𝐼 ̅
(wordt opgelegd aan het model)
▪ Streep boven symbool
• Parameters (zeggen iets over het verband van de verschillende grootheden)
o Geven informatie over de sterkte van verbanden 𝐶0 , 𝑐
(afhankelijk van de situatie/gehele economie)
▪ Bv. hoe sterk is verband tussen C en Y? 𝒄
▪ Bv. hoeveel consumptie is minimaal nodig? 𝑪𝟎 𝑐 = 0,7
o Notatie: underscript of kleine letter
𝑐 = 0,3
Model 1: duidelijkheid van de les & het weer maken in dit voorbeeld geen deel uit van het
model
Model 2: aantal babbelaars beïnvloeden ook de duidelijke van de les
Hier maakt duidelijkheid van de les wel deel uit van het model
Als model 1 duidelijk genoeg is, dit model gebruiken
Niet duidelijk genoeg? Complexer model gebruiken
Dus altijd starten met eenvoudig model en indien nodig complexere elementen
toevoegen (Ockham’s Razor)
, Intrest en investeringen worden in model 1B endogeen
2. Modelopbouw
Prijspeil constant =
aanbod is horizontaal
Bedrijven passen heel
gemakkelijk hun productie
aan a/d V
Veronderstelling kan opgaan voor zover de vraag (te) laag is → bedrijven overcapaciteit
hebben → gemakkelijk meer produceren (bv. in situatie van laagconjunctuur)
Intrestvoet als link tussen
reëel en monetair
Aanbodzijde afhankelijk van:
3. Macro-economische visies (zie tabel Klassieken vs Keynesianen)
(de realiteit zit ergens tussen die 2 visies; effectieve situatie hangt ervan af)
• De AV bepaalt hoeveel er geproduceerd
wordt
𝐴𝑉 = 𝐶 + 𝐼 + 𝐺 + 𝑋 − 𝑀
AV ↗ als C ↗, I ↗, G ↗, X ↗ of M ↘
en
AV ↘ als C ↘, I ↘, G ↘, X ↘ of M ↗
‘Schokken’ doen zich voor (van C of I of …), hoe sterk is het effect op AV? Welk
mechanisme is aan het werk? Klein effect (kleine peil) of groot effect (lange pijl)
• Wat is de samenhang tussen macro-economische grootheden?
Inhoudstafel:
1. Gesloten economie zonder overheid (𝑨𝑽 = 𝑪 + 𝑰)
2. Gesloten economie met overheid (𝐀𝐕 = 𝐂 + 𝐈 + 𝐆)
3. Open economie met overheid (𝑨𝑽 = 𝑪 + 𝑰 + 𝑮 + 𝑵𝑿)
4. Algemene evaluatie
1. Gesloten economie zonder overheid
• Slechts twee bestedingscomponenten
o Consumptieve bestedingen 𝐶
o Investeringen 𝐼
• Er is geen buitenland: 𝑋 = 0 en 𝑀 = 0
• Er is geen overheid: 𝐺 = 0 en 𝑇 = 0
• Aggregatieve vraag AV
o AV is som van
consumptieve
bestedingen en
investeringen:
𝐴𝑉 = 𝐶 + 𝐼
o Probleem: wat
bepaalt 𝐶 en 𝐼?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller krokijntjecvc. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.