1. Inleiding
Begroting = systematisch overzicht v/ toekomstige en geschatte uitgaven & inkomsten van
de staat gedurende een bepaalde periode
o Overheidsontvangsten: T
o Overheidsuitgaven: G + STR + R
o Vijf principes
▪ Annaliteit: ontvangsten & uitgaven gedurende één jaar
▪ Universaliteit: alle ontvangsten & uitgaven
▪ Eenheid: één document, begroting is één geheel
▪ Specialiteit: elke uitgave toewijzen aan specifiek doel
▪ Openbaarheid: iedereen mag het inkijken
G: governement
STR: social transfers
Onderscheid tss contributies & retributies vs belastingen
= goederen & diensten die een huishouding koopt
van de overheid → wel profijtbeginsel* → geen profijtbeginsel
(ik betaal & krijg iets in ruil) (niet meer betalen = meer gebruik)
2. Saldo en primair saldo
• 𝐬𝐚𝐥𝐝𝐨 = 𝑇 − (𝐺 + 𝑆𝑇𝑅 + 𝑅)
= begrotingsoverschot of tekort Dus:
“Deficit”: saldo op begroting is negatief 𝑠𝑎𝑙𝑑𝑜 = 𝑝𝑟𝑖𝑚𝑎𝑖𝑟 𝑠𝑎𝑙𝑑𝑜 − 𝑅
, 3. Groeiende overheid… is de overheid te groot?
Grootte van de overheid meestal als bestedingen t.o.v. BBP
• Markten corrigeren, verwijderen inefficiënties
o ‘Inefficiënte’ bedrijven gaan failliet, ‘inefficiënte’ managers worden ontslagen,…
o Werking prijsmechanisme
• Relevante vraag publieke sector:
o Overheden gaan moeilijker failliet
o Prijsmechanisme werkt niet
o Is er minder efficiëntie?
• Vier verklaringen voor de grootte van de overheid
1) De wet van Wagner
2) De wet van Baumol
3) Pal of Ratchet effect
4) Niskanenmodel (zie later)
▪ Budgetmaximaliserende ambtenaar
▪ Omzetmaximaliserende manager
4. De wet van Wagner
= V-gerelateerd (W staat dicht bij V) → fout in boek
Als we rijken w → stijgt de V naar die goederen meer dan proportioneel (inkomenselasticiteit)
• Vraag naar publieke diensten is inkomenselastisch
Vb recreatie, gezondheidszorg, onderwijs, veiligheid
o Als BBP groeit → vraag naar publieke diensten stijgt sterker → publieke sector groeit
als % van inkomen/BBP
o Mochten publieke diensten door de markt w voorzien, deze sector zou ook groeien
o Empirisch?
▪ Causaliteit ligt moeilijk…
▪ Wagner: inkomen verklaart uitgaven
▪ Maar er geldt ook: uitgaven verklaren inkomen (Keynes)
5. De wet van Baumol
= A-gerelateerd (A dicht bij B) → fout in boek
A. Productietechnologie in de publieke sector
o Arbeidsintensiever, want minder mogelijkheden tot productiviteitswinst
o Moeilijk om arbeid te substitueren voor kapitaal
Vb grootte van klassen in middelbaar, verplegend personeel in ziekenhuizen…
B. Maar! In de private sector
o Arbeidsproductiviteit stijgt (bv door technologische vooruitgang (doet zich vooral in
private sector voor))
o Dus inkomens stijgen
o Concurrentie op arbeidsmarkt dus lonen in beide sectoren gelijk (als lonen stijgen i/d
private sector → ook in de publieke sector doen om talenten te trekken)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller krokijntjecvc. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.