100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting 'Verhaal, uitwinning en rangorde' W.H. van Boom $4.01   Add to cart

Summary

Samenvatting 'Verhaal, uitwinning en rangorde' W.H. van Boom

1 review
 69 views  7 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Uitgebreide samenvatting van het boek 'Verhaal, uitwinning en rangorde' van W.H. van Boom. Samengevat is de derde druk uit 2020. Dit boek wordt onder meer gebruikt voor het vak goederenrecht in het derde jaar van de bachelor Rechtsgeleerdheid. Koop vooral ook het boek zelf :)

Preview 3 out of 22  pages

  • Yes
  • October 8, 2020
  • 22
  • 2020/2021
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: thijmendeniet • 3 year ago

avatar-seller
Samenvatting Verhaal, uitwinning en rangorde W.H. van Boom,
uitgeverij Boom Juridisch, derde druk 2020

Hoofdstuk 1 - Inleiding

1.1 Uitwinbaarheid en verhaalsbevoegdheid

Een vermogen is het geheel aan goederen en schulden wat iemand bezit. Iedereen is dus een
vermogensdrager. De goederen kunnen gebruikt worden (uitwinning) om aan de schulden te voldoen
(art. 3:1 en 3:276 BW).

Uitwinning is een beperkter begrip dan executie; dit laatste slaat op de procedure van het
verwezenlijken van privaatrechtelijke aanspraken in het algemeen.

Goederen kunnen pas uitgewonnen worden als de schuldeiser materiële verhaalsbevoegdheid heeft.
Deze bevoegdheid bestaat in principe via de verbintenis. Een belangrijk uitgangspunt is dat alleen
(alle) goederen van de debiteur gebruikt kunnen worden om aan zijn schuld te voldoen, al zijn hier
ook enkele uitzonderingen op.

Bij uitwinning en verdeling van de opbrengst van (de openbare verkoop van) het goed moet bepaald
worden wie er materieel verhaalsbevoegd zijn. Deze personen moeten zich aan de procedure van de
opbrengstverdeling van het goed ‘toevoegen’. Daar gelden procedurele regels voor.

1.2 Executoriale titel en verhaalsbeslag

Voordat een crediteur zijn vorderingsrecht kan verhalen op de goederen van de debiteur heeft hij
een executoriale titel nodig. Dit biedt hem de toegang om over te gaan tot uitwinning: het verkopen
van de goederen van de schuldenaar. Als de schuldenaar meewerkt aan de toekenning van de
executoriale titel komt deze tot stand via een authentieke akte (art. 156 en 430 Rv). Deze akten
vormen het bewijs dat er sprake is van een rechtsverhouding tussen debiteur en crediteur.

Als de schuldenaar niet meewerkt komt de titel tot stand via een gerechtelijke procedure. De
schuldeiser krijgt dan van de rechter een veroordelend vonnis wat dezelfde status als een
executoriale titel heeft (art. 430 Rv).

Er bestaan ook crediteuren die zonder een executoriale titel over mogen gaan tot uitwinning (parate
executie) (art. 3:248/268 BW).

Daarnaast verlenen hypotheekakten en notariële akten niet alleen het recht van parate executie
maar zijn ze ook authentieke akten. Als de verkoop van het hypotheek- of pandgoed niet genoeg
oplevert, mag de crediteur zijn vordering dus ook voldoen uit de overige goederen van de
schuldenaar. (Hier zijn wel een aantal vereisten aan verbonden, zie daarvoor HR 8 februari 2013,
Rabobank/Donselaar).

Met een executoriale titel legt de crediteur executoriaal verhaalsbeslag op alle goederen van de
debiteur. Via een deurwaarder worden de beslagen goederen ‘uitgewonnen’ door middel van een
openbare veiling of onderhandse verkoop. De netto-opbrengst is voor de crediteur, zodat hij zijn
vordering kan voldoen. Het beslag wordt gelegd op specifieke, aangewezen goederen. De schuldeiser
mag in principe zelf kiezen op welke goederen hij beslag legt (art. 3:276 BW).


1

,Een andere manier om als crediteur een vordering te voldoen is het aanvragen van faillissement van
de debiteur (art. 20 Fw).

Hoofdstuk 2 - Rangorde

2.1 Algemeen

Als de netto-opbrengst van uitwinning voldoende is om de crediteur(en) te voldoen is het restant van
de opbrengst voor de uitgewonnen debiteur. Soms is de netto-opbrengst echter onvoldoende om
alle crediteuren te betalen. Dan is er sprake van concursus (samenloop) van crediteuren, wat
betekent dat de opbrengst verdeeld moet worden. Er bestaat een rangorde om deze verdeling te
ordenen.

De hoofdregel voor verdeling staat in art. 3:277. Alle crediteuren krijgen naar rato van de omvang
van hun vordering, een gelijk (paritair of concurrent genoemd) aandeel in de netto-opbrengst. Dit is
de ‘pari passu’-regel of het beginsel van ‘paritas creditorum’. Het zijn concurrente crediteuren. Voor
deze regel maakt het moment waarop de vorderingen zijn ontstaan niet uit.

Er bestaan echter in de wet erkende redenen voor voorrang (art. 3:278): pand, hypotheek, voorrecht
en andere wettelijk genoemde gronden. Met inachtneming van de voorrangsregels geldt bij de
verdeling van de netto-opbrengst de volgende volgorde:

• Crediteuren met een pand- of hypotheekrecht; onderling gaat het oudere recht voor het
jongere. Pand- en hypotheek gaan in beginsel boven voorrecht (art. 3:297).
• Crediteuren met een vordering met een bijzonder voorrecht op het betreffende goed (art.
3:283-287). Onderling zijn zij gelijk (art. 3:281 lid 1).
• Crediteuren met een vordering met een algemeen voorrecht op het hele debiteursvermogen
(art. 3:288-289). Onderling wordt hun volgorde bepaald door de wet (art. 3:281 lid 2).
• Crediteuren met een vordering met ‘andere in de wet aangegeven gronden voor voorrang’
(art. 3:278). Afhankelijk van de omstandigheden kunnen deze vorderingen ook een hogere
rang hebben.
• Crediteuren met een concurrente vordering (art. 3:277)
• Crediteuren met een achtergestelde vordering

In het vervolg worden deze hoofdregels verder behandeld.

Belangrijk is het verschil tussen relatieve en absolute voorrang. Iedere groep heeft absolute voorrang
op de in rang volgende groep, wat betekent dat de eerdere groep eerst helemaal voldaan moet zijn.
Soms bestaat er ook relatieve voorrang, bijvoorbeeld als de wet stelt dat een crediteur zijn vordering
niet mag uitoefenen als dat nadelig is voor een bepaalde andere crediteur.

2.2 Voorrechten

Bijzondere voorrechten geven de crediteur voorrang bij de verdeling van (de opbrengst van) een
bepaald goed. Algemene voorrechten geven voorrang bij de verdeling van een willekeurig goed of
het gehele vermogen.

Een voorrecht is een nevenrecht van een vorderingsrecht (art. 6:142). Als een vordering overgaat,
gaat het voorrecht in principe ook mee over. Het voorrecht verleent nadrukkelijk geen executoriale
titel: die moet de crediteur eerst hebben. In principe moeten de debiteur en de eigenaar van de zaak
waarop het voorrecht rust dezelfde zijn.


2

, Voorrechten zijn geen rechten zoals pand en hypotheek en hebben ook geen zaaksgevolg. Sommige
bijzondere voorrechten hebben soms wel kenmerken van goederenrechtelijke elementen, zo worden
ze gezien als een recht op een zaak volgens art. 3:90 lid 2. Daarnaast maakt art. 3:283
zaaksvervanging mogelijk.

Volgens art. 3:280 gaat een bijzonder voorrecht in beginsel voor op een algemeen voorrecht.

Bijzondere voorrechten

• Vordering tot voldoening van kosten tot behoud van een goed (art. 3:284): hiervan is sprake
bij bijvoorbeeld zaakwaarneming door de buurman na brand of inbraak. ‘Behoud’ wordt
terughoudend uitgelegd, alleen kosten die gemaakt zijn om het fysieke tenietgaan van de
zaak te voorkomen vallen eronder. Onderhoudskosten dus niet. Anterieure (voorafgaande,
eerdere) rechten zijn niet tegen te werpen (art. 3:284 lid 2). Posterieure (later ontstane)
rechten hebben echter wel voorrang, behalve in enkele gevallen met derden met posterieure
rechten.
• Vordering wegens bearbeiding van een zaak (art. 3:285): dit geldt voor de ‘kleine aannemer’
(natuurlijk persoon, of Vof of CV waarvan de vennoten zelf het werk doen) die een vordering
heeft op de opdrachtgever van de bearbeiding die binnen twee jaar na het ontstaan van de
zaak wordt uitgeoefend. Hij heeft voorrang bij de verdeling van de opbrengst van de
bearbeide zaak. Het voorrecht gaat in principe boven stil pandrecht, maar niet boven
hypotheek.
• Vordering op de appartementseigenaar (art. 3:286): Dit is de vordering tot bijdrage aan de
Vereniging van Eigenaren van een appartementencomplex, op de individuele
appartementseigenaren. De VvE is bevoorrecht in het kalenderjaar dat de vordering op het
appartementsrecht opeisbaar werd en het kalenderjaar erna. Het voorrecht gaat niet boven
hypotheek. Het voorrecht van art. 3:285 gaat boven dit voorrecht.
• Vordering op de aansprakelijkheidsverzekeraar (art. 3:287): De schadevergoedingsvordering
van een benadeelde is bevoorrecht op de vordering van de aansprakelijke op zijn eventuele
aansprakelijkheidsverzekeraar. Dit voorrecht gaat in principe boven alle andere rechten op
de vordering op de verzekeraar. Het doel hiervan is dat de uitkering zoveel mogelijk terecht
komt bij de benadeelde, en niet bij derde partijen.

Algemene voorrechten

Deze staan in art. 3:288. Ze staan in de volgende, wettelijk genoemde rangorde:

• Kosten van aanvraag faillissement debiteur
• Kosten van lijkbezorging
• Pensioenaanspraak en – afdracht
• Loonvorderingen

Bij het failliet gaan van ondernemingen zijn het vaak de laatste twee voorrechten die een grote rol
spelen.

2.3 De ‘andere in de wet aangegeven gronden’

Bij deze gronden verschilt de plek in de rangorde van de vordering per geval




3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Dostoczar99. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.01. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

76669 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$4.01  7x  sold
  • (1)
  Add to cart