Deze samenvatting omvat de gehele cursus farmacologie partim I en II. Kan makkelijk tijdens de les gebruikt worden als overzicht. Geeft een duidelijke structuur weer van de lessen van beide profs met de garantie dat alle geneesmiddelen (anno 2020) erin vermeld staan.
2. Welke neurotransmitter veroorzaakt contractie van skeletspieren?
→ Acetylcholine
3. Welke neurotransmitter speelt een hoofdrol bij activatie van het sympatische
zenuwstelsel?
→ Noradrenaline
4. Welke effecten treden er op bij activatie van het sympatisch zenuwstelsel
→ Bronchodilatatie
(Hypotensie: lage bloeddruk)
(Bradycardie: trage hartslag)
5. Wat is het eindproduct van de stollingscascade
- Fibrine: bloedklonter stabiliseren
6. pH bloed
→ 7.4: heel strikt gebufferd
→ Regulatie:
❖ Plasmaeiwitten zoals albumine: zuren als de pH stijgt, een proton afgeven
en aminogroepen een protongroep opnemen (protondonor en acceptor)
❖ Bicarbonaat: via long CO2 uitademen (bij hyperventileren minder CO2) dus
krijgen alkalose en de nieren kunnen bicarbonaat verwijderen dus acidose
7. Welke stelling GI ivm pH is juist?
→ pH duodenum is 8
8. Aspirine is een zwak zuur (pKa = 3,5). In zuur milieu (bv. Maag pH = 1,5) zal aspirine:
→Geen lading hebben: zwak zuur is een protondonor, maar dit evenwicht gaat in zuur
milieu minder goed, want je hebt al veel protonen in de omgeving.
→Dus evenwicht gaat schuiven naar een niet geprotoneerde vorm (AH <-> A- + H+). In een
basisch milieu zou het een - lading hebben want geeft het een proton af.
→ pH= -log [H]
3
, 9. Codeïne is een zwakke base (pKb= 6). In basisch milieu (bv. Duodenum pH=8) zal
codeïne:
→ Geen lading: zwakke base BH+ <-> B + H+
→ Het is een broer of zus van morphine
10. Concentratie logaritmes weergeven. Wat is de negatieve 10log van 1 nanomolair?
→ p = -log = -10log (10^-9) = 9
11. Wat is de chemische structuur van cholesterol?
→ D: 3 zesringen en 1 vijfring
→ GlucocorticoÏden, testosteron, progesteron zijn allemaal hiervan afgeleid
12. Wat is de meest lipofiele molecule
→ Hoe lipofieler hoe moeilijker het oplost in water, maar des te makkelijker door de
membraan kan gaan
→ Cholesterol
→ ATP en heparine niet want hebben zeer sterke zure groepen: bij fysiologische pH zijn die –
geladen
❖ Heparine wordt gebruikt bij bloedstolling en door sterke – lading werkt het alleen in
de bloedbaan en gaat niet door de membraan.
EXAMEN: in eerste zit zijn de slaagcijfers minder dan 50%, maar ook mensen die 20/20
halen..
Examenvragen inoefenen op einde cursus
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lenavermeulen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.40. You're not tied to anything after your purchase.