FOR S1 semester 1.1 samenvatting
Week 1
FMF H1
Screencast
Leerdoelen week 1
De student kan uitleggen waarom een kasstroom overzicht is opgesplitst in i. operationele
kasstromen ii. investeringskasstromen en iii. financieringskastromen, en kan enkele
voorbeelden benoemen van deze categorieën.
De student is in staat om het verschil uit te leggen tussen een kasstroomoverzicht volgens de
directe en de indirecte methode en is in staat om een kasstroomoverzicht volgens de indirecte
methode op te stellen.
FMF H1: Treasury management en de financiële functie
Vanaf paragraaf 1.3
De balans en resultatenrekening horen tot het standaardrepertoire van de controller. Treasurers
zweren bij een kasstromenoverzicht. Het systeem van dubbel boekhouden is gebaseerd op het idee
dat je onderscheid moet maken in voorraadgrootheden en stroomgrootheden.
Voorraadgrootheden zijn posten waarvan je op ieder moment precies de waarde kunt vaststellen
door de hoeveelheden op dat moment te tellen en te koppelen aan de dan geldende prijs.
Voorbeelden zijn: panden, machines, goederen, vorderingen en schulden. Stroomgrootheden zijn
grootheden waarvan de hoeveelheid gekoppeld is aan de tijd. Voorbeelden zijn: omzet, inkopen,
kosten. Omzet op zich heeft geen betekenis je zegt omzet per maand. Zonder tijdseenheid geeft
het weinig info.
Kasstroomoverzicht is een overzicht waarin de geldstromen (ontvangsten en uitgaven) in een
bepaalde periode worden vastgelegd.
Om vanuit een resultatenrekening een kasstroomoverzicht op te stellen moet de resultatenrekening
gecorrigeerd worden voor posten die wel opbrengsten zijn, maar nog niet tot ontvangsten hebben
geleid, bijv. verkoop op rekening. Daarnaast moet de resultatenrekening gecorrigeerd worden voor
posten die wel kosten zijn, maar niet hebben geleid tot uitgaven, bijv. afschrijvingen.
Alle transacties en financiële gebeurtenissen van een onderneming leiden tot veranderingen in de
samenstelling van balansposten, maar niet alle transacties leiden tot ontvangsten/ uitgaven en
daarmee tot een verandering van het banksaldo. Er bestaat daarom een onderscheid tussen kosten
die geboekt worden op de resultatenrekening enerzijds en uitgaven geboekt op het
kasstroomoverzicht anderzijds. Evenzo zijn er opbrengsten geboekt op de resultatenrekening en
ontvangsten geboekt op het kasstroomoverzicht.
Activiteiten waarbij goed kasstroomoverzicht van pas komt:
Financiële planning geeft inzicht in aflossingscapaciteit (in geval van overschot aan liquide
middelen) of in financieringsbehoefte (in geval van een tekort).
Beoordeling van investeringsprojecten de vrije kasstroom (in geval van geheel nieuwe
investering) of de mutatie van de vrije kasstroom (in geval van een vervangings- of
uitbreidingsinvestering) is uitgangspunt.
Bedrijfswaardering de verwachte vrije kasstroom is uitgangspunt voor de waardering van
een organisatie (DCF-methode).
Functie kasstroomoverzicht:
Wordt gebruikt als verklaring voor de mutatie van de post liquide middelen (terugkijkend).
als overzicht om toekomstige te verwachten kasstromen te bepalen met als doel het bepalen in
hoeverre er voldoende liquide middelen zijn om aan de verplichtingen te kunnen voldoen of om
te bepalen of investeringsplannen voldoende rendabel zijn (vooruitkijkend).
Het opstellen van een kasstroomoverzicht kan op twee manieren:
1. de directe methode saldo ontvangsten en uitgaven. je neemt alle bankafschriften en
kastransacties van de onderneming en ordent alle ontvangsten naar hun herkomst of
categorie, zoals ontvangsten uit verkoop en ontvangen rente. Ook worden alle uitgaven
categoriaal geordend, zoals betaalde lonen.
2. de indirecte methode wordt opgesteld o.b.v. de begin- en eindbalans en de
resultatenrekening vanuit het principe dat in het kasstroomoverzicht alle posten uit de
resultatenrekening die geen ontvangsten en uitgaven zijn, moeten worden weggelaten.
1
, Daarnaast moet worden gecorrigeerd voor posten die wel een ontvangst of een uitgave zijn.
Het kasstroomoverzicht begint met het bedrijfsresultaat.
Je wilt weten wat voor beslissingen er zijn gemaakt die hebben geleid tot een mutatie in liquide
middelen daarom maken we onderscheid in de onderstaande drie kasstroomoverzichten.
Het kasstroomoverzicht volgens de indirecte methode is opgebouwd uit 3 blokken:
1. operationele kasstromen
Kasstromen voortkomende uit de operationele activiteiten van de organisatie.
Bedrijfsresultaat (EBIT) €
Belasting over bedrijfsresultaat -€
Afschrijvingen €
Overige correctie bedrijfsresultaat (bijv. mutatie voorziening) €
Kasstroom op winstbasis €
Mutatie werkkapitaal (geïnduceerd)
Voorraad grondstoffen €
Voorraad eindproducten €
Debiteuren €
Crediteuren €
Overig (bijv. te betalen belastingen) €
Saldo mutatie werkkapitaal (geïnduceerd) €
Kasstroom op operatiebasis €
Je begint met het bedrijfsresultaat omdat men wil zien wat de ontvangsten zijn van de
bedrijfsactiviteiten. Het bedrijfsresultaat is het bedrag dat overblijft nadat alle operationele kosten
zijn afgetrokken van de omzet. dit bedrag staat los van de manier waarop het bedrijf is
gefinancierd. Rentelasten worden ook buiten beschouwing gelaten omdat de hoogte van de
rentelasten afhankelijk is van de keuze voor een bepaalde vermogensstructuur (bijv. bij financieren
met veel ev zijn de rentelasten laag). De manier waarop de investeringen in het verleden zijn
gefinancierd is niet van belang voor de beoordeling van de hoeveelheid geld die met investeringen
wordt verdiend. Als alle opbrengsten op de resultatenrekening tevens alle ontvangsten zijn en alle
kosten tevens uitgaven, zouden alle posten op de resultatenrekening samenvallen met het
operationele kasstroomoverzicht in de praktijk is dit vrijwel nooit het geval en daarom worden
correcties aangebracht.
Geïnduceerd werkkapitaal is het verschil tussen vlottende activa en vlottende passiva die
gerelateerd kunnen worden aan de normale bedrijfsvoering.
NWK= (oude voorraad + debiteuren – crediteuren) – (nieuwe voorraad + debiteuren –
crediteuren)
Een stijging van de post debiteuren betekent per saldo een investering in je klanten en daardoor
een negatieve kasstroom in de vorm van een correctie op de kasstroom op winstbasis. Als een
bedrijf meer voorraad inkoopt dan het verbruikt of het verkoopt, dan neemt de voorraad toe. Deze
toename moet wel worden betaald en dat betekent dat het banksaldo door de investering daalt.
Een stijging van de post crediteuren is een verhoging van de kasstroom (positieve kasstroom),
omdat het niet betalen gelijkwaardig is aan kunstmatig het banksaldo hoog houden.
Zie voorbeeld 1.4 blz. 43 + 44
2. investeringskasstromen
Uitgaven en ontvangsten i.v.m. investeringen en desinvesteringen. De optelsom van de
kasstromen uit hoofde van operationele activiteiten en de kasstromen uit hoofde van investeringen
geeft de vrije kasstroom. De vrije kasstroom is het bedrag dat beschikbaar is voor vermogen
verschaffers en daarmee uitgangspunt voor de investeringsanalyse.
Kasstroom op operatiebasis €
Investeringskasstroom
Saldo in- en desinvesteringen €
Vrije kasstroom €
3. financieringskasstromen
Kasstromen gerelateerd het aantrekken, de vergoeding of het terugbetalen van vreemd- danwel
eigen vermogen.
Financieringskasstroom
Saldo aan- en aflossen van vermogen €
Dividenduitkering €
Betaalde rente €
Correctie belastingen €
2
, Totale financieringskasstroom €
Vrije kasstroom + financieringskasstroom = mutatie liquide middelen (achteraf)
Vrije kasstroom + financieringskasstroom = te financieren, dan wel aflosbaar (vooraf)
Kasstroomoverzicht volgens de directe methode
Onder aan de streep staat de mutatie aan liquide middelen die heeft plaats gevonden in dat jaar.
Indirecte methode
Vragen screencast 1
1. In welke 3 type kasstromen is een kasstroomoverzicht onderverdeeld? Geef voor elk type een
voorbeeld van een in- en uitgaande stroom.
Operationele kasstroom: inkomsten = verkoop & uitgaven = inkopen of onderhoud
Investeringskasstroom: inkomsten = desinvesteringen & uitgaven = investeringen
Financieringskasstroom: inkomsten= aangaan van leningen of plaatsen van aandelen &
uitgaven= aflossing, rentelasten of dividend
2. wat is het verschil tussen een kasstroomoverzicht volgens de directe en indirecte methode?
De directe methode is een soort huishoudboekje, waarbij alle mutaties in liquide middelen worden
opgeteld en gecategoriseerd. Bij de indirecte methode wordt de resultatenrekening als basis
genomen. Vanuit daar wordt gecorrigeerd voor alle opbrengsten die geen inkomsten zijn en kosten
die geen uitgaven zijn. Daarnaast moet er gecorrigeerd worden voor inkomsten die geen
opbrengsten zijn en uitgaven die geen kosten zijn.
3. waarom wordt er bij een kasstroomoverzicht volgens de indirecte methode niet de werkelijke
vennootschapsbelasting op de operationele kasstromen in mindering gebracht?
Uitgegaan wordt van het idee dat de belasting gecategoriseerd wordt bij hetgeen de belasting heeft
veroorzaakt. Komt deze door reguliere bedrijfsvoering dan is het een operationele kasstroom. Komt
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anoukmuskens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.37. You're not tied to anything after your purchase.