Milieu en Gezondheid college aantekeningen. Dit bestand bestaan uit alle colleges die zijn gegeven tijdens het vak Milieu en gezondheid (AB_1134). Hierbij staan ook plaatjes van vele dia's waardoor de stof nog duidelijk wordt. Dit vak is een verplicht vak 1e jaars studenten Gezondheid&Leven in peri...
HC 1, 5-2
Introductie
- In China worden de meeste chemicaliën geproduceerd.
- De meeste chemicaliën zijn nodig voor rubber en plastic.
- Eten van producten uit blik zorgt voor een toename van BPA in het lichaam.
- Vegetariërs hebben hogere waardes van pesticiden in hun bloed.
Chemische stoffen zijn overal, aanwezigheid van veel stoffen kan bij kinderen worden aangetoond.
- Aanwezigheid van stoffen resulteert niet automatisch in ziekte.
- Van bepaalde stoffen, zoals metalen, is bekend dat ze schadelijk zijn voor de gezondheid.
- Chemische stoffen kunnen ook worden gebruikt om de gezondheid te bevorderen.
- Maar: een associatie tussen blootstelling en gezondheid is niet noodzakelijk een causaal verband.
- En: een klein effect op de populatie kan grote gevolgen hebben.
Schade aan het individu: toxicologie en mechanismen -> HC 1-6, WG 2-5 & PR
Schade aan de populatie: epidemiologie -> HC 7, 8 en 11, WG 6 en 7
Beleid, stakeholders, DPSEEA model -> HC 9 en 10, WG 8-10
,Milieu en gezondheid
HC 2, 5-2
Dose response en risk assessment (Toxicologie & risico beoordeling)
Toxicologie & risico beoordeling
Chemische stoffen, biociden, pesticiden in huishoudartikelen, cosmetica, voeding en drinkwater,
voedingsadditieven, medicijnen, etc.
Risico voor mens, dier en milieu
- Risico beoordeling (wetenschappelijke basis) -> karakteriseren van hazard, blootstelling en risico.
- Risico management (beleidsmatige afweging) -> selecteren en implementeren van beperkende
maatregelen.
- Risico communicatie -> interactieve uitwisseling van informatie en meningen over risico.
Toxicology
Toxicologie -> bestudeert schadelijke effecten van een biologische, fysische of chemische agentia op een
- voorwaarde: het effect van de blootstelling aan het organisme moet schadelijk zijn. organisme.
Toxicologie -> schadelijke effect op levende organismen.
- begrijpen waarom en hoe agentia toxisch kunnen zijn?
Farmacologie -> gunstige effecten van agentia op levende organismen.
Risico beoordeling -> kwantitatieve schatting van mogelijk effect op gezondheid door blootstelling.
- mechanisme toxicologie (cellulair, biochemisch, moleculaire mechanismes -> translatie en sensitiviteit)
- beschrijvende toxicologie (beleidsmakers)
- regulatoire toxicologie (waar zijn de waardes veilig)
-> risico assesment
- Toxicologie heeft een grote impact op de maatschappij via economische en politieke aspecten,
want het vereist ethische standaarden.
Toxicologische risicobeoordeling:
1. Vaststellen van de blootstelling.
2. Identificatie van intrinsieke gevaarlijke eigenschap -> hazard
3. Karaktersering eigenschap (dosis-effect)
4. Vasstellen van het risico.
-> hazard x blootstelling = risico
Hazard v srisk
- Hazard -> intrinsieke eigenschap van een stof.
- Risk -> waarschijnlijkheid dat de hazard tot uiting komt.
Karakteristieken van blootstelling
- Ingestie -> gastrointestinal tract (bioavailability)
- meeste concentratie binnen
- Inhalatie -> longen (directe opname in bloed)
- Huid -> dermal, topical (vaak langzaam)
- Experimenteel: intravenous (iv), intraperitoneal (ip), subcutaan (sc) (onder de huid)
- Directe opname in bloed (longen, IV) meest effectief.
- First-pass metabolisme door darm en lever worden vermeden.
-> Route van blootstelling is van belang voor het risico.
,Milieu en gezondheid
Duur en frequentie van blootstelling
Hoe vaak en hoeveelheid van de blootstelling maakt ook uit.
- Bijv. 1x en veel OF meerdere keren en weinig.
- Verschil per afbraaksnelheid.
- Acuut -> eenmalig.
- Chronisch -> herhaaldelijk.
- Accumulatie -> afbraak niet goed en meerdere frequentie van blootstelling.
- LD50 -> lethale dosis.
- Meest giftigste toxi -> botulisme (acuut)
Acute toxiciteit -> niet altijd goede parameter.
- Chronisch, lagere dosering.
- Incl. carcinogen, teratogen en neurologische effecten.
Soort verschillen -> toxische uitwerkingen voor elk soort anders.
- Een dier is geen mens, maar een mens is wel een dier
Blootstelling -> kinetiek -> effect (dynamiek)
- Kinetiek -> wat doet lichaam met het stof.
- Dynamiek -> wat doet de stof met het lichaam.
Biotransformatie (metabolisme)
- Fase I -> stof krijgt reactieve groepen. (OH-groepen)
- toevoegen van polaire groepen, voorbereiden op fase II.
- Fase II -> grote moleculen aanplakken, meer oplosbaar.
- stoffen beter wateroplosbaar maken zodat ze makkelijker kunnen worden uitgescheiden.
- Fase III -> actief transport de cel uit.
-> gaat vaak FOUT bij balans tussen fase I en II.
Hydroxylgroepen bij eindproduct na fase I
- reactief stukje van de molecuul (zuurstof radicalen, receptoren)
- moet snel door, anders levert hij problemen op.
Voorbeelden:
- MDMA(XTC) -> glutathion gaat aan fase I metaboliet hangen (nu fase II)
- glutathion voorraad in de lever kan opraken -> blijft nu in fase I.
- dus vaak leverproblemen -> te veel giftige metabolieten die je lever niet aan kan.
- in kliniek: NAC om glutathion te maken -> meer fase II.
- Paracetamol toxiciteit -> fase I metabolisme, die dieren vaak niet aankunnen. (rat wel, hamster en kat niet)
Metabolisme -> levert vermindering of verergering van toxiciteit.
- detoxificatie -> manier van ons lijf om van giftige stoffen af te komen.
- bioactivatie -> stoffen zijn giftiger dan bij opname.
-> Goed uitgescheiden zodat er geen reacties ontstaan.
,Milieu en gezondheid
Toxisch effect (dynamiek)
Toxische stof
- Toxine -> toxische stof geproduceerd door biologische systemen.
- bijv. door planten, dieren, schimmels of bacteriën.
- Toxicant -> toxische stof geproduceerd door/bijproduct van menselijke activiteit
Ongewenst effect van chemische stof.
- Therapeutisch -> alles behalve primaire doel van therapie = ongewenst effect (bijeffect).
- Adverse, schadelijk of toxisch effect -> schadelijk voor gezondheid van mens, dier en milieu.
Type ongewenste toxische effecten:
- Chemische allergie -> immuun-gemedieerd adverse reactie op chemische stof (na eerdere blootstelling,
sensitisatie)
- Idiosyncratisch reactie -> abnormale reactie op chemische stof door genetische gevoeligheid van individu
(polymorfisme).
- Vaak niet goed te voorspellen
- Acuut vs ‘vertraagde’ toxiciteit
- Carcinogenese: 20-30 jaar
- Degeneratie van zenuwcellen door sommige pesticiden (Parkinsom/Alzheimer?)
- Reversibel vs irreversibel -> hangt af van regeneratief vermogen van orgaan (bijv. lever en zenuwcellen)
- Locaal vs systemische toxiciteit -> direct op doelorgaan (longen, huid) vs opname in het lichaam waarbij
kinetiek belangrijke rol speelt (bioactivatie/detoxificatie)
- Interactie van chemische stoffen: mengsels -> addivity (1+2=3), synergism (1+2=4), antagonsime (1+2=2)
- Tolerantie na eerdere blootstelling -> afname in distributie (bijv. drug transporters), afname gevoeligheid
target.
Celdood: cytotoxiciteit
- Reactieve intermediaren
- Verandering cel fysiologie (hangt af van de plaats)
- Necrose en apoptose
- Reactieve intermediaren (binding/schade aan DNA, eiwitten, vetzuren), ATP depletie, Ca2+ homeostase ..
- OH-groepen voor DNA schade.
- Bij veel cellen in een orgaan -> orgaan kan niet meer functioneren
Beschermende mechanismen -> ‘overvloed’ van fysiologische systemen, antioxidanten (bijv. glutathione,
vitamine), fase II biotransformatie, reductief (vs oxidatief), adaptie en gen expressie.
- !Balans is het belangrijkst
Orgaan toxiciteit -> elk orgaan is ander.
- Vaak bij: lever en nier, want: veel metabolisme en hoge bloed doorvoer.
Dosis (Hazard of risico? It’s the dose)
- Hoe meer, hoe erger de toxi
- Dose-respons in een populatie -> een nominale verdeling.
- Variatie door: genetische factoren en gezondheid/ziekte van het individu.
- Altijd: resistent of maximaal effect & merendeel er tussen in -> nominale verdeling.
, Milieu en gezondheid
Verdeling met dosis
In een normaal verdeelde populatie ligt het lineair
gedeelte van een dose-response curve tussen de 16 en 84%.
- Dosis-resonse curve wil je de beste hebben.
- weten: bescherming bij welke hoeveelheid? En wanneer begint het?
Dose-respone relatie:
- De curve -> initiële fase, lineair/ midden fase en plateau fase.
- EC50 -> helft van het effect aanwezig
- Hier heb je een 0 en 100% nodig om dit te bepalen
- Uit curve: 2 stoffen vergelijking (potentie verschil)
- potency & efficacy
- Treshold?
- NO(A)EL -> hoogste waarde waarbij er nog geen effect is.
- LO(A)EL -> eerste waarde waarbij wel een klein effect is.
- Deze 2 waarden zijn afhankelijk van alle keuze die je maakt bij het onderzoek -> dus kunnen erg variëren.
- Bench Mark Respons -> vooraf vastgestelde verandering in effect (bijv. 10%)
- Bench Mark Dose -> dosis die vooraf vastgestelde verandering in effect veroorzaakt (bijv. 10%)
- wordt ook wel gebruikt i.p.v. N/LO(A)EL.
Hazard identificatie en karakteriseringen:
- kinetiek vs dynamiek.
- dierproeven-> vertalen naar de mens en een veiligheidsfactor.
Therapeutisch of toxisch
ADH = NOAEL / safety factor
- Safe dose -> onzekerheid
- soms bij lager treedt er wel weer een effect op.
- Bijv. Vitamine A
- Te laag -> blindheid, droge huid en toename infectie
- Te hoog -> anorexie, bloedarmoede, bloedneus, spier- en gewrichtspijn.
Therapeutische index -> ligt hiertussen. (ED50 en TD50)
- Therapeutische index = TD50/SD50
- ! Belangrijk voor geneesmiddelen.
- dicht op elkaar -> lastig om geneesmiddelen te doseren.
- hogere TI is veilig.
- Marge van veiligheid = TD1 / ED99.
- Gevoeligheid hangt af van de leeftijd
- Gevoeligheid in de baarmoeder is veel hoger.
- No effect level komt steeds hoger te liggen, dus ook de onzekerheid.
- Effecten zijn soms pas later zichtbaar
- Effecten zijn zichtbaar in meerdere generaties.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ninaburgering. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.