Samenvatting van het boek Contracten in de internationale handel van Mr. Sonja E. van Hall (tweede druk). De samenvatting bevat alle stof die je moet kennen voor het tentamen: H1-8.
H1
Internationaal privaatrecht (IPR) omvat de regels die binnen een nationaal rechtsbestel
moeten worden toegepast om te kunnen bepalen welk recht van toepassing is op een
privaatrechtelijke relatie waarbij personen van meerdere nationaliteiten betrokken zijn.
Het internationale privaatrecht kan, in tegenstelling tot internationaal publiekrecht, wél
door een nationale wetgever zijn opgesteld (in NL BW boek 10).
Wanneer een Nederlands bedrijf een koopovereenkomst sluit met een Belgisch bedrijf is er
sprake van een internationale koopovereenkomst. Vervolgens kan op deze overeenkomst
het Nederlandse kooprecht of het Belgische kooprecht of verdragenrecht van toepassing
zijn.
De belangrijkste onderwerpen bij privaatrecht
Overeenkomsten
(On)rechtmatige daad
Eigendomsrecht en aanverwante goederenrechtelijke onderwerpen
Rechtssystemen wereldwijd
Common-law (Engeland, Amerika, Australië, Nieuw-Zeeland)
In de EU alleen Ierland en Malta.
Civil-law (Frankrijk, Spanje, Duitsland)
Common-law
Ontstaan in Engeland en Wales. De rechtsspraak was gecentraliseerd in Londen. Hierdoor
ontstond er een eenheid in het recht die verder op het continent van Europa niet te vinden
was. Vanwege de sterkte rol van de rechter wordt dit systeem ook wel rechtersrecht
genoemd. Het common-lawsysteem wordt als een volledig stelsel gezien, daarom heeft
regelgeving alleen een aanvullende rol.
Civil-law
Hierbij worden de algemene rechtsregels in een systeem van wetboeken neergelegd. Vanaf
de Franse Revolutie kregen burgers meer inspraak in de staatsorganisatie en wetgeving. Bij
civil-law zijn de rechters geen publieke figuren. Zij passen alleen de wet toe zoals die op
democratische wijze is aangenomen.
IPR-regels zijn regels die bepalen welk recht van toepassing is op een internationaal
contract. In ieder land zijn er nationale regels. In Nederland zijn deze nationale regels te
vinden in BW boek 10. Daarnaast kun je IPR-regels in internationale regels vinden, dit kan in
verdragen en verordeningen.
IPR-regels zijn in twee categorieën te verdelen:
1. Materieel recht
Dit zijn verdragen die zelf de oplossing vormen voor de vraag welk recht van
toepassing is (vb het Weens Koopverdrag).
2. Conflictregels/verwijzingsregels
Dit zijn regels die aangeven welk nationaal rechtssysteem van toepassing is.
,Belangrijke regels
Internationale regels gaan voor nationale regels
Specifieke regels gaan voor algemene regels
Verordeningen zijn rechtstreeks toepasselijk
IPR-vragen
1. Welk recht is van toepassing?
2. Welke nationale rechter is bevoegd?
3. Is een vonnis van een nationale rechter direct uitvoerbaar in een ander land?
1e IPR-vraag: welk recht is van toepassing?
Stap 1: Is er in het contract een rechtskeuze gemaakt?
Wanneer er geen rechtskeuze is gemaakt, pas je de IPR-regels toe.
Stap 2: Is er een specifiek verdrag van toepassing?
Bijvoorbeeld het Weens Koopverdrag of CMR.
Stap 3: Zo niet, is er een algemene internationale regel van toepassing?
Binnen EU is dat Rome I Vo.
Stap 4: Zo niet, dan bepaalt de rechter aan de hand van nationale IPR-regels welk recht van
toepassing is.
2e IPR-vraag: welke rechter is bevoegd?
Stap 1: Hebben de partijen in het contract gekozen voor arbitrage?
Zo ja, dan is daarmee de gewone rechter onbevoegd geworden. Arbitrage betekent
namelijk privérechtspraak en houdt feitelijk in dat partijen hebben afgesproken hun
problemen liever buiten de rechtszaal op te willen lossen. Zij kiezen dan één arbiter, of beide
partijen hebben een eigen arbiter die gezamenlijk dan nog een derde arbiter kiest. De
uitkomst van arbitrage is bindend.
Stap 2: Zo niet, is er een specifiek verdrag van toepassing?
Bijvoorbeeld CMR.
Stap 3: Zo niet, is er een algemene internationale regel van toepassing?
De EEX-Vo geldt indien de gedaagde binnen de EU woont/is gevestigd.
a. Is er een specifieke regel binnen de EEX van toepassing? (art. 10-24 EEX)
b. Zo niet, is er een forumkeuze door de partijen gemaakt? (art. 25 EEX)
c. Zo niet, art. 4 EEX: hoofdregel = rechter land gedaagde + art. 7 EEX: alternatieve
rechter. Deze artikelen moeten samen worden toegepast. Wanneer de artikelen niet
naar dezelfde rechter wijzen, dan mag de eiser kiezen.
Stap 4: Zo niet (de gedaagde is buiten de EU), dan bepaalt de rechter aan de hand van
nationale bevoegdheidsregels of hij bevoegd is.
, 3e IPR-vraag: is een vonnis van een nationale rechter direct uitvoerbaar in een ander land?
Nee.
Uitzondering (wanneer er geen 3e IPR-probleem is; dus geen probleem om een vonnis van
een rechter in een ander land uit te voeren). Binnen de EU is de uitzondering het EBB-Vo
(het Europees Betalings Bevel).
Voorbeeld: wanneer iemand vindt dat hij een vordering heeft op een ander persoon die
binnen de EU is gevestigd dan kan hij een bevel aanvragen bij de bevoegde rechter. De
rechtbank zal het ingevulde formulier naar de gedaagde sturen en om een reactie vragen.
Als er geen reactie komt, wordt het bevel afgegeven. Hiermee heb je een executoriale titel.
Deze is uitvoerbaar in alle lidstaten van de EU, behalve Denemarken. Gezien het feit dat het
om een betalingsbevel gaat, kan je alleen geld vorderen.
Oplossingen 3e IPR-probleem wanneer je iets anders dan geld wil vorderen of de gedaagde
wél reageert.
Binnen de EU
EEX-Vo wanneer je een gewone procedure hebt gevoerd komt er een vonnis van een
nationale rechter, als je dit vonnis dan in een andere EU-lidstaat wil uitvoeren kun je aan de
rechter een certificaat vragen (art. 42 e.v. EEX).
Buiten de EU
Vonnissen van buiten de EU binnen de EU tenuitvoerleggen en vonnissen van binnen de EU
buiten de EU tenuitvoerleggen hiervoor zijn geen internationale afspraken over gemaakt.
Je zult dus verlof voor tenuitvoerlegging (= exequatur) moeten vragen aan een rechter in
het land van de tenuitvoerlegging.
Hierbij loop je het risico dat die rechter nee zegt of zelfs zegt dat hij de zaak volledig
opnieuw wil doen.
Bij die laatste optie loop je dan weer het risico dat de zaak minder voordelig uitpakt voor
jou.
H2
De internationale kamer van koophandel (Chamber of Commerce; ICC) heeft een model
gemaakt voor een koopcontract om de onderhandelingen tussen partijen uit verschillende
landen te vergemakkelijken. Vanwege de notie van contractvrijheid zijn partijen in principe
vrij om de overeenkomst de vorm te geven die zij zelf wensen. Echter kunnen er speciale
eisen gelden als er een specifiek recht van toepassing is op de overeenkomst.
Het ICC-modelkoopcontract bestaat uit twee delen:
1. Het A-gedeelte
Dit gedeelte bevat de condities. Hierin vul je de gegevens in van de koper en de
verkoper, het product dat verkocht wordt en eventuele specificaties.
2. Het B-gedeelte
Dit gedeelte bevat de algemene voorwaarden.
In het modelkoopcontract (bijlage 1 boek) kun je bij A-3 delivery terms invullen. Dat is een
verwijzing naar een andere faciliteit van de ICC, namelijk de Incoterms. De Incoterms
worden gebruikt in koopovereenkomsten om de voorwaarden voor levering vast te leggen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lauradebruijn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.58. You're not tied to anything after your purchase.