IGOBIV22 Beleggen en Financiële Markten (IGOBIV22)
All documents for this subject (4)
Seller
Follow
HvaBouuwkundeSTD
Reviews received
Content preview
IGOBIV22 Beleggen en Financiële
Markten Week 1
Powerpoint
Economische kringloop:
• Economische kringloop kent 3 sectoren
o Gezinnen, Bedrijven en Overheid
• Geldstromen
o Bestedingen, Inkomsoverdrachten
• Financieringssaldo
• Directe en indirecte financiering
Waarom beleggen:
• Besparingen worden gedaan om in de toekomst te kunnen consumeren
• Om toekomstige consumptie te garanderen moeten besparingen:
o Beschermd zijn tegen geldontwaarding
o Een rendement behalen dat in verhouding staat tot het risico dat ermee verbonden is
• à Beleggen / diversifiëren
• Beleggen = omzetten van geld in financiële titels en andere vermogensobjecten met als doel
het behalen van rendement
Financiële titels:
Buunk: Vermogensmarkt = markt waar financiële titels worden verhandeld
Financiële titels = geven recht op toekomstig geld
• Effecten (verhandelbaar) vs. Boekvorderingen
• Nominale titel vs. Zakelijke titel
• Derivaten (afgeleide financiële titels) vs. Oorspronkelijke financiële titels
Financiële markten
• Geld en kapitaalmarkt (looptijd)
• Openbare en onderhandse markt (openheid)
• Primaire en secundaire markt (nieuw/ bestaand)
Beleggen = Omzetten van geld in financiële titels en andere vermogensobjecten met als doel het
behalen van rendement
,Direct en indirect rendement
Rente:
Geldmarkt en kapitaalmarkt
Prijs van geld word bepaald door:
1. Vraag en aanbod verhoudingen
2. Inflatieverwachtingen
3. Buitenlandse rente in samenhang met wisselkoers
4. Monetair beleid
1 Vraag en aanbod op de vermogens markt
2 Rente en de rol van inflatie
Nominale rente = De nominale rente is de overeengekomen rente, de rente die wordt betaald. Het is
bijvoorbeeld de rente die huizenbezitters op hun hypotheek betalen, of de rente die spaarders op
hun spaartegoed krijgen. Leners betalen de nominale rente, spaarders ontvangen die.
Reële rente = Reële rente is dus het rentepercentage waarvan het inflatiepercentage is afgetrokken.
Bovenstaande berekening van de reële rente is bij benadering. Een voorbeeld van reële rente: stel
dat de nominale rente 8% per jaar bedraagt en de jaarlijkse inflatie is 2%, dan komt de reële rente uit
op ongeveer 6%.
Fisher relatie Rn = Rr + Pw = De Fishervergelijking of verkeersvergelijking van Fisher is een in de
monetaire economie veel gebruikte vergelijking, die voor een bepaalde periode het verband in een
economie tussen de geldhoeveelheid en het handelsvolume uitdrukt.
Drie inflatie factoren
• Kostenstijgingen
• Toename bestedingen
• Geldgroei
3 Rente en wisselkoers
• Hoogte van de rente afhankelijk van de verwachte waarde ontwikkeling van wisselkoers
• Ongedekte interest pariteit
(1 + t.R€ ) *Wk€w = (1+t.R$).Wk€
, 4 Monteir beleid
Monetair beleid loopt via ECB
• Geldhoeveelheid, rente en wisselkoers
• Twee hoofdvormen
o Geldhoeveelheidsbeleid (Ghb)à beheersing Ghb à inflatiebestrijding
o Wisselkoersbeleid à wisselkoers
Monetair beleid (traditioneel)
(QE en afgeleide programma’s (OMT, PEPP, TLTRO etc) zijn niet traditioneel en werken via
kapitaalmarkt)
• Expansief vs. Restrictief
• Werkt via geldmarkt (in enge zin)
• Beïnvloeding via hoeveelheid en prijs
• Verruiming en verkrapping
Geldhoeveelheidsbeleid in de Eurozone
Monetair beleid
• ECB verantwoordelijk
• Eurosysteem voert uit
• Doel: handhaving van prijsstabiliteit (2%)
• Twee peilers
o Monetaire analyse
o Economische analyse
• Wisselkoersbeleid alleen als wisselkoers een gevaar voor inflatie vormt
Eurosysteem
Eurosysteem heeft drie instrumenten om monetair beleid uit te voeren
1. Open-markt transacties
o Herfinancieringtransacties
o Deviezenswaps
o Transacties met wederinkoop
o Aan- en verkopen van waardepapieren
o Termijn deposito’s
o Uitgifte schuldbewijzen
2. Permanente faciliteiten (een dag)
o Marginale beleningsfaciliteit
o Depositofaciliteit
3. Reserve verplichtingen
Officiële rente tarieven
ECB à drie officiële rente tarieven
• Minimale inschrijvingsrente
• Marginale beleningsrente
• Deposito rente
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller HvaBouuwkundeSTD. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.07. You're not tied to anything after your purchase.