Dit is een samenvatting van alle artikelen voor het keuzevak Pijn/Pain aan de Erasmus Universiteit geschreven in 2020. (zie ook de bundel met college aantekeningen) of de losse samenvatting van de artikelen!)
Samenvatting Artikelen Keuzevak Pain
Erasmus Universiteit Rotterdam
-2020-
Probleem 1. Definition and neurobiological basics of pain
Probleem 1.1 Pain and Psychology
- Is pijn psychologisch, biologisch of een interactie?
- Wat zijn de verschillende biologische en psychologische componenten van pijn?
- In hoeverre is pijnperceptie subjectief?
- Wat is nociceptie en hoe verhoudt het zich tot pijn?
Probleem 1.2 Different shades of pain in the brain
- Welke pijngebieden hebben te maken met pijn?
- Welke breindelen gaan over de lokalisatie en sensatie van pijn?
- Wat is het gevolg van schade aan de right somatosensory cortex en aan de anterior cingulate
cortex?
Probleem 1.3 Problem 1.3: Up and down, round and round?!
- Wat zijn de ascending en descending delen in het brein?
- Welke delen van de hersenen spelen een rol bij pijn en hoe werken ze?
- Hebben we verschillende gebieden voor verschillende pijnsensaties?
- Wat is de rol van neurotransmitters bij pijn?
Boek McMahon Chapter 7 – Representation of pain in the brain
HISTORISCH PERSPECTIEF
Vroeger is al onderzoek gedaan door Head en Holmes (1911), Boldrey (1937) en Dejerine (1906) naar
de rol van de cerebrale cortex bij pijn. Zij vonden dat schade of elektrische stimulatie geen invloed
had en verklaarde dat dit gebied een kleine rol speelt bij pijn.
- Tegenwoordig weten we dat pijn zowel sensorische als emotionele kenmerken heeft en dat
het gaat om een interactie van breingebieden, daardoor vonden ze hier geen resultaat.
Onderzoek rond 1980 laat zien dat delen van de cerebrale cortex wel een rol spelen bij pijn. Vooral
de primaire en secundaire somatosensory cortex (S1 en S2). Schade aan deze delen reduceerde
pijnervaring. Ook schade aan de anterior cingulate cortex (ACC) verminderde het ongemak
geassocieerd met chronische pijn. Pijn werd gezien als een subcorticaal fenomeen.
In 1970 bleek uit radio- onderzoek dat er tijdens pijn meer bloedstroom is naar de frontale delen van
het brein. PET scans en SPECT technieken lieten rond 1990 zien dat pijn zowel een corticaal als
subcorticaal fenomeen is.
DEFINIËREN VAN EEN PIJNNETWERK IN HET BREIN (ASCENDING)
Door middel van PET, SPECT, fMRI, EEG en MEG is er veel onderzoek gedaan naar breinactivatie
tijdens pijn. Er blijkt een consistent corticaal en subcorticaal netwerk aanwezig te zijn met als actieve
breindelen: S1, S2, ACC, Insular cortex (IC), prefrontal cortex (PFC), thalamus en cerebellum.
- Anatomische studies laten ook nociceptieve connnecties zien aan deze regio’s.
Corticaal
,De primaire en secundaire somatosensory cortex S1 en S2 ontvangen schadelijke en onschadelijke
somatosensory input van de somatosensory thalamus. De anterior cingulate cortex (ACC) ontvangt
input van mediale thalamic nuclei die nociceptieve neuronen bevat. De insular cortex (IC) ontvangt
ook directe thalamocortical nociceptieve input.
De rol van de posterior cingulate cortex (PCC) bij pijn is dat het een directe route heeft naar de
primaire motorische cortex en dus gaat over het controleren van motorische processen als respons
op pijnlijke stimuli.
De prefrontal cortex (PFC) krijgt ook input van mediale thalamic neuronen die reageren op
schadelijke stimuli.
Subcorticaal
De thalamus en het cerebellum geven subcorticale pijn- gerelateerde activatie.
Meerdere nuclei in de thalamus ontvangen nociceptieve input van de dorsal horn en het cerebellum
heeft verbindingen met het ruggenmerg.
Ook de basale ganglia (caudate nucleus en caudate putamen) zijn actief tijdens pijnbeleving, hier
liggen nociceptieve neuronen. De nucleus accumbens, amygdala en periaqueductal gray (PAG)
spelen ook een rol bij pijn.
BREINVERWERKING VAN DE MULTI- DIMENSIOALITEIT VAN PIJN
,Beeldvorming technieken, schade en elektrische stimulatie studies laten zien dat verschillende
corticale delen betrokken zijn bij verschillende aspecten van pijnervaring.
- Somatosensory corticles (S1 en S2) gaan over de perceptie van sensorische kenmerken
(locatie en duur) van de pijn.
- Limbische en paralimbische delen (ACC, IC) gaan over emotionele en motivatie aspecten van
pijn.
Schade aan S1 en S2 laat een tekort zien aan pijn sensatie: men kan niet plaatsen waar de pijn zich
bevind maar rapporteren alleen een niet fijn gevoel als reactie op een schadelijke stimulus
(affectieve component werkt maar sensorische component niet).
Schade aan de IC leidde tot een hogere activatie van S1 en juist een hogere pijn sensitiviteit.
- De IC is zowel betrokken bij de subjectieve perceptie van pijn als de gerelateerde
gedragsdrive.
Lagere activatie van de prefrontale cortex is geassocieerd met hogere levels van pijn intensiteit.
- Deze activatie is eerder gerelateerd aan cognitieve aspecten van pijn perceptie in plaats van
aan sensatie en affect van pijn.
Het orbital frontal– accumbens–medial thalamus network gaat over affectieve perceptie van pijn.
De dorsal frontal cortex moduleert pijn, en limiteert de mate van lijden.
Het cerebellum gaat ook over modulatie van nociceptieve somatische responsen.
HOE ONDERSCHEIDEN WE LOCATIE EN KWALITEIT VAN PIJN?
Uit onderzoek blijkt dat nociceptieve neuronen in S1 reageren op verschillende delen van de huid.
Reacties in de S1 cortex kunnen dus belangrijk zijn bij de lokalisatie van pijn.
- Er is ook bewijs dat CI misschien een rol heeft in lokalisatie van pijn.
Lateraliteit van pijn representatie
Pijn studies laten bilaterale activiteit zien in S2 en IC (lichaam sensaties) en contralaterale activiteit
in S1. Activiteit in de ACC is vooral contralateraal maar dit is moeilijk te bevestigen omdat deze
ongeveer in het midden ligt. Ook zijn stimuli- intensiteit gevoelige breindelen vaak alleen
contralateraal bij stimuli met lage intensiteit.
Activiteit van de IC is eigenlijk bijna altijd bilateraal (voor het gezicht) maar kan ook contralateraal
zijn voor lichaam sensaties.
Distinctieve responses op nociceptie en subjectieve perceptie van pijn
De IC is voornamelijk betrokken bij de subjectieve interpretatie van pijn.
Temporale volgorde van corticale activiteit tijdens perceptie van pijn
Pijnlijke stimuli komen binnen in nociceptieve A en C fibers. Vanuit hier gaat het signaal door naar de
primaire ontvangers S2 en IC.
Volgorde van gemeten activatie is: ACC en amygdala thalamus, basale ganglia en een sensorisch
deel van de IC een perceptie deel van de IC en de prefrontale cortex.
ROL VAN HET BREIN IN MODULATIE VAN PIJN (DESCENDING)
Descending projecties vanuit de ruggengraat en de hersenstam gaan over nociceptieve modulatie
van pijn. Projecties vanuit de cerebrale cortex beïnvloeden deze modulatie en modulatie vind ook
binnen de cortex plaats.
, Er zijn twee descending paden van pijn modulatie:
ACC PFC PAG rostroventral medulla (RVM) dorsal horn van de ruggengraat.
Insula Amygdala PAG rostroventral medulla (RVM) dorsal horn van de ruggengraat.
Opiaten in het brein
μ-opioïde receptoren spelen een rol in de regulatie van de sensorische en affectieve component
van pijn. Activatie van dit neurotransmitter systeem is gevonden in de ACC, PFC, IC, thalamus, basale
ganglia amygdala en PAG, dus zowel affectief als sensorisch.
De levels waarop receptoren kunnen binden en hoeveel activatie er is van het systeem verschilt per
persoon. Meer binding zorgt voor minder ruimte voor de neurotransmitters waardoor het pijnsignaal
minder goed kan worden doorgegeven en pijn afneemt. Bij chronische pijn kan het systeem
aangepast zijn.
Dopamine en pijn
Dopamine structuren zijn het striatum, nucleus accumbens en ventral tegmental area. Verhoogde
activatie van dopamine verlaagt de nocifensieve respons (respons op pijn). Blokkeren van het
dopamine systeem kan leiden tot hyperalgesie (verhoogde gevoeligheid voor pijn stimuli).
Gezonde mensen laten dopamine los in het striatum als respons op pijn. Dopamine gaat dus over
pijnregulatie. Chronische pijn kan ontstaan door een aangepast dopamine- neurotransmitter
systeem.
Mechanismen bij de psychologische modulatie van pijn
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller roosjulien. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.98. You're not tied to anything after your purchase.