Dit document is zeer handig voor het examen. Ik heb de cursus gelezen, maar met deze samenvatting had je eigenlijk geen nood aan de cursus. Ik raad aan om de begrippen (aangeduid in het fluo blauw) grondig te leren, want daar legt prof Sami Zemni een grote nadruk op. Deze samenvatting bevat ALLE le...
Leerstelsels = ideologie (staat, maatschappij, macht,…)
Ideologieen op basis van vrijheid, gelijkheid & vooral broederlijkheid
Wetenschappelijke theorie en ideologie
Gelijkenissen
Legt uit hoe de sociale wereld er uit ziet en hoe en waarom het verandert
Reikt systeem van concepten en ideeen aan.
Verduidelijkt relaties tussen concepten
Verschillen
IDEOLOGIE SOCIALE THEORIE
Geeft absolute zekerheid Incompleet, aanvaarde onzekerheid
Heeft alle antwoorden op alle vragen Overstijgt sociale posities
Blind voor alternatief bewijsmateriaal Groeiend, open , proces
Vastegeroest in specifieke positie Verandering gebasseerd op bewijs
Termen:
Ideologie Een ideologie omvat dus opvattingen (positieve
en negatieve) die zowel descriptief als normatief
zijn: het is een poging om vat te krijgen op de
Soci politieke omgeving zoals die is en zoals
deze hoort te zijn. Beschrijvend maar ook
voorschrijvend, mensen hebben steeds
ideologieen nodig op zich te kunnen
emanciperen.
Geen wetenschap
Centrale begrippen ‘vrijheid’ en
‘gelijkheid’
Emancipatie is het streven naar een volwaardige plaats in de
samenleving vanuit een achtergestelde positie.
Dit kan via gelijkgerechtigdheid, zelfstandigheid
of de formele toekenning van gelijke rechten,
gelijkstelling voor de wet.
Doctrine Is een geheel van opvattingen dat vorm wil
geven aan de socio-politieke verhoudingen, en
op een formele wijze wordt afgekondigd door
instanties die de leiding waarnemen binnen een
instituur.
(bepaalt geheel van ideeen, maar kan worden opgelegd door macht
(bv Noord-Korea of vroeger de Kerk; zo moeten jullie leven, zo
moeten jullie de maatschappij zien))
Valt niet samen met ideologie, in iedere
politieke beweging zit er een ideologie,
maar niet noodzakelijk een doctrine
Sociale&Politieke leerstels 2019-2020 1
, DEEL 1.1 DE ZOEKTOCHT NAAR EEN NIEUW
RAAMWERK.
1.1.1 1450-1650; Het einde van de katholieke hegemonie
4 grote tendenzen toen:
1. Afbrokkeling van de christelijke cosmologie en ontstaan wetenschap:
De lens begint te zoeken naar een bepaalde kennis, hoe draait de wereld? Deze inzichten
botsten tegen die van de Kerk. Een wetenschapper kwam zeggen dat WIJ niet centraal staan
mat de zon centraal staat. Kerk botst tegen wetenschappelijke revolutie, de mens wil af wat
er van boven af werd gezegd. mens begint te emanciperen
2. Overgang van feodale vorstendommen naar absolutisme:
Overgang naar absolute macht van vorsten (niet meer van de mens)
3. Eerste kiemen van het kapitalisme
Nu: Kapitalisme pas uitgevonden +- 500 jaar geleden. Nu is de wereld enorm kapitalistisch.
Toen: Geld begint m’n te zien als het creeeren van winst, nieuw kapitaal. In het Kapitalisme
produceert m’n niet van te leven, maar om winst te genereren.
BV. Boer werkt niet enkel voor hem en zijn familie, maar ook voor winst te genereren op de
markt.
Een kapitalist heeft geld nodig om arbeid te kopen TOEN; discussie of ja wel arbeid mocht
kopen en verkopen. Socialisten zeiden dat arbeid nieuwe eigendommen creeert.
4. Einde van de katholieke hegemonie
PROTESTANTISME
Begin: discussie over aard van het christelijk geloof. De pasu had de macht, je moest als je zondigde
je zonden af biechten en afkopen zodat je niet in de hel zou komen na je dood. spelletje van
geldklopperij door de Kerk.
LUTHER
Duitser (17de eeuw)
Komt in opstand van de almacht van de Kerk
Religieus radicalisme? Hij wou een religieuze bevrijding van de mens. Tussen de gelovigen
en God is er een directe band, een kerk daartussen is overbodig (opnieuw een idee tegen de
Kerk). Gedoe met aflaten (spelletje geldklopperij) is ook overbodig, zonden opgebiecht tov
God niet tov de Kerk.
Veel mensen keren zich tegen de kerk, niet tegen de religie
Luther woont op platte land geen weet van kapitalisme (zijn biotoop maakt het niet
mogelijk dat hij mee is met de kiemen hiervan..)
Obrigkeit? Een zeer sterke staat waar de gelovigen zich moeten aan onderwerpen.
Winst wordt negatief gezien
Sociale&Politieke leerstels 2019-2020 2
,CALVIJN
Leeft in Genève, rijke handelsstad weet wel af van kapitalisme en winst.
Andere wereldvisie, maar wel eens met Luther over rechtstreekse band met God
Economisch: als de mens werkt en winst maakt waarom zou ons eindproduct dan slecht
worden gezien? Winst gevolg van ijver en werklust
Winst diende niet voor paleizen en andere ijdele dingen te bouwen of kopen. Wél voor aan je
arbeiders, een deel voor jezelf, maar vooral TE INVESTEREN.
Consistories; raden met verschillende meningen (predicanten, enorm religieuzen).
Vernieuwend? Breekt volledig met de opvattingen van de politiek toen de wet geldt voor
iedereen, in welke klasse je ook zit.
Theocratie
THOMAS MUNZER
Ketent een opstand in Duitsland voor de armen
De politiek moet worden georganiseerd dat er gelijkheid is. We moeten hier en nu leven, we
moeten zo een ideaal mogelijkhe maatschappij vormen
KETTERSIDEE
1.1.2 De vlucht naar UTOPIA
Thomas MORE (15de – 16de eeuw)
Politicus, belangrijke minister
Zag (negatieve) veranderingen in de maatschappij Heel kleine toplaag werd rijker, de rest
bleef achterop (onrechtvaarigdigheid)
Boek UTOPIA ;
1ste deel: kritiek op wat hij ziet in Engeland armoede daar overdreven aantal edelen
arbeid verricht door de armen voor deze edelen “Kan je wel een mens kopen?”
2de deel: de utopie, een mysterieuze ideale wereld, de perfecte maatschappij
essentie: religie ontbreekt?
Religie? Hij gaat ervan uit dat voor geld en privébezit de mens een kuddebeest was, iedereen
zou delen uit harmonie.
eerste verschijnselen van een sociaal politieke wetenschap en stelt armoede in vraag
Hoe kan religie/koning die onrechtvaardigheid tegen gaan?
UTOPISME: afwijzen van de bestaande onrechtvaardige orde op de basis van religieuze en/of
morele gronden
1.1.3 BURGERS TER ORDE GEROEPEN
Sociale&Politieke leerstels 2019-2020 3
,ENGELAND
Bewind van Karel I:
a. Long Parliament (Karel wou eigen bewind dus parlement ontbonden, later terug
bijeengroepen in geldnood, maar onhandelbaar)
b. Puriteinen: mensen vluchten uit Engeland vanwege hun geloof, bang dat de Kroon hun
ging uitmoorden
Grand Remonstrance: een document die alles bewees tegen Karel I
= jarenlang conflict tussen groepen id maatschappij.
= Gaan hiermee naar het volk waar het door de massa wordt gebruikt als politiek
doeleinde = ‘The Glorius Revolution’
c. Koning wou méér geld.
Waar? Burgers (armen) betaalden belastingen. Die begonnen aan kapitalisme (winst
genereren).
= No toxation without representation (= als burgers geld geven aan burgers willen ze
ook iets terug)
LEVELLERS:
Groep mensen die een harde kritiek geven in hun kranten tegen de vorsten. De koningen
omschrijven als binnenvallers (oorsprong: anti- Normandiers). anti-normandisme
Conflict tussen arm en rijk
Bleven wel open voor onderhandelingen tussen vorsten en levellers
Anabeptisten
Kapitalisme: privé bezit wordt tweede grote hoeksteen dus levellers zijn voor kapitalisme.
‘Agreement of the people’ (argumenten voor privébezit)
a. Waarom zouden mensen werken als ze het zelf niet mogen houden
b. Waarom zouden mannen vechten voor hun land, toch voor hun privébezit (vrouw,
huis, ..)
MAAR er moeten regels komen, er moet controle zijn dat de koningen niet doen wat ze
willen en op de burgers dat ze de regels volgen
‘The people’ (toen?)
a. Niet zomaar iedereen, mannen (vrouwen, zwervers genegeerd)
b. Elite zag ‘the people’ als 1% vd maatschappij
c. Levellers als 5% vd maatschappij
Crombile zet Karel I af, Karel II op VERANDERING, JA!
Verenigde Provincies
Periode van de Regenten
1.1.4 HET STAATISME
Sociale&Politieke leerstels 2019-2020 4
, Periode va absolutistische natiestaten.
Macht in handen van aristorcratie (dwang en hegemonie) macht burgerij zwak
MACHIAVELLI
Il principe; denker over hoe de perfecte (absolute) heerser er moet uitzien
Van eigen belang naar implementatie in de praktijk:
o Realist: alle middelen zijn toegelaten om doel te bereiken (geweld,..)
o Doel heiligt de middelen: Heersers willen zeker zijn over de orde in de maatschappij,
wanneer mensen zéker zijn van hun behouden van bezit (onaantastbaar privé-bezità
geeft vrijheid
populair Machiavellisme
Een keizer moet vooral gevreesd zijn
In tegenstelling tot More is het idee van Machiavelli geen utopie: hij wil daadwerkelijk iets
realiseren, iets teweeg brengen. Daarvoor gebruikt hij de wetenschap als uitgangspunt:
lessen trekken uit de empirie, kennis nemen van wetten die het gedrag regelen.
Einddoel = eenheidsstaat (eenmaking van italie, dat extreem versplinderd was, een sterke
staat nodig om orde te verzekeren)
HOBBES
Schrijft Leviathan, over de staatsvorm die hij voor ogen heeft
Pessimistisch mensbeeld
Oorlog meegemaakt door trauma: heel weinig plaats voor religie en moraal (mensen doen
het elkaar aan, elk individu is strijdvaardig
MORE (Hobbes heeft geen ideale samenleving voor ogen (kans op tiranie))
De mens is een homo-mini-lupus: natuurlijk wantrouwen tov andere mensen, mensen
moorden elkaar uit. (geen sprake van vrijheid en gelijkheid)
Oplossing: vrijheid inruilen voor zekerheid soevereiniteit overdragen aan de Leviarhan
(“the Mortal God”) onvoorwaardelijke leider; autoritaire staat.
Autoritaire staat: koning moet superkoning worden en met harde hand leiden.
Bron van rechtvaardigheid/ Commonwealth: vrijheid opgeven en zekerheid kiezen die de
heerser hun geeft
Zekerheid ? Privé-bezit, niet wordt afgenomen
=/ religie, moraal
DEEL 1.2 DE GENESE DER BURGERLIJKE IDEOLOGIE
Sociale&Politieke leerstels 2019-2020 5
, In deze periode definitieve doorbraak KAPITALISME.
Verlichting (nieuwe denkbeelden)
Belang van wetenschap op de voorgrond (Isaac Newton)
Vorstenhuizen = paseé
1.2.1 POLITIEKE FUNDAMENTEN
LOCKE
Het startpunt van Locke betekent een verschuiving van perspectief: het gaat over de mens
hoe hij is, niet hoe hij hoort te zijn
“All men are born free and equally alike” Toch wou hij geen absolute gelijkheid, het is
slechts een uitgangspunt om verdere conclusies uit te trekken.
Mens leeft in harmonieuze toestand, maar verdwijnt door intrede van geld iedereen
beschikt over eigen arbeid en kan die verkopen aan een koper (opdeling arbeider-
ondernemer).
o vloeit logisch voort uit een ‘natuurwet’ en betekent niet noodzakelijk uitbuiting
(eerlijke ruil) + nog steeds ongelijkheid
Ongelijkheid zorgt voor opstand en zo ontstaat de ‘civil society’
Civil society:
o Macht bij het volk, maar wordt overgdragen aan politieke instanties (wetgevende en
uitvoerende macht), maar dit is een sociaal contract (contractuele
machtsoverdraging, voorwaardelijk en beperkt)
o Wie? Niet uit het hele volk enkel uit Freeman (elite, opkomende burgerij, adel,
grootgrondbezitters), NIET: vrouwen, werklozen, landlopers, dagloners, arbeiders..)
Voorstander Scheiding Der Machten: De koning (goede monarch, godlike prince, zit er
omdat Civil Society wil dat hij daar zit, MAAR CS mag tegenspreken, koning zit er met
toestemming van het volk
Majority rule de minderheid (koning) is gebonden aan de meerderheid, het volk
Religie: zorgt ervoor dat het gewone volk niet in opstand komt, politiek gebruiksmiddel om
sociale orde te aanvaarden
Het uitgangspunt van gelijkheid mondt dus uit in een verdediging van ongelijke rechten
(buiten tegen de legitimitatie voor een opstand tegen de vorst)
HUME
Gaat in tegen positivistische visie: staat sceptisch tov de rede
Zeker kennis enkel in exacte wetenschappen
Geen bewijs voor lineaire vooruitgang en toekomstprojecties onmogelijk mens bestaat uit
meer dan enkel ratio (ook emoties en impulsen)
GEEN Franse verlichtingsdenker
Frans rationalisme en de Verlichtingsfilosofie
Kernpunten:
Sociale&Politieke leerstels 2019-2020 6
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mds18. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.30. You're not tied to anything after your purchase.