samenvatting blok cd beweegzorg in de wijk hoorcollege 2 – fysiologie van leefstijldeterminanten weet wat verschillende determinanten van gezondheid zijn en inhouden onder determinanten van ong
Written for
Hogeschool Utrecht (HU)
Fysiotherapie
Module: Beweegzorg In De Wijk (BEWEEGZORGINDEWIJK)
All documents for this subject (31)
2
reviews
By: timkolmus • 2 year ago
By: laurengoldschmeding • 3 year ago
Seller
Follow
jschenk
Reviews received
Content preview
Samenvatting - Blok C/D Beweegzorg in de Wijk
Hoorcollege 2 – Fysiologie van leefstijldeterminanten
Weet wat verschillende determinanten van gezondheid zijn en inhouden
Onder determinanten van (on)gezondheid verstaan we alle factoren die de volksgezondheid
beïnvloeden. Het gaat om zowel risicofactoren voor ongezondheid (pathogenese) als om factoren die
de gezondheid positief beïnvloeden (salutogenese).
Er is een indeling in persoonsgebonden factoren, leefstijl en de fysieke en sociale omgeving. Naast
deze groepen van determinanten zijn preventie, zorg en maatschappelijke determinanten ook van
invloed op de volksgezondheid. Ook kunnen ziekten of aandoeningen fungeren als determinant voor
andere ziekten of gezondheid
Weet wat het verschil is tussen risicofactor en prognostische factor
Een risicofactor is een factor die een relatie heeft met het zich ontwikkelen van een ziekte
(bijvoorbeeld roken bij longkanker)
Een prognostische factoren zijn factoren die samenhangen met het verloop van de ziekte. Dit is
onder te verdelen in genen, gedrag en omgeving.
Weet wat prevalentie en incidentie inhouden.
De incidentie is het aantal nieuwe gevallen per duizend personen per jaar (soms ook per
honderdduizend per jaar.)
aantal nieuwe gevallen
- Incidentie=
totale populatie
De prevalentie geeft aan hoeveel mensen uit een gegeven aantal op enig moment de aandoening
hebben.
totaal aantal gevallen
- Prevalentie= ×100
totale populatie
Weet wat de relaties tussen verschillende determinanten van gezondheid zijn
Artherosclerose kan zorgen voor herseninfarct, hartinfarct, nierinfarct, beeninfarct. Dit is een
voorbeeld van aandoening die kan fungeren als determinant voor andere ziekten.
Voorbeelden van factoren die de gezondheid positief beïnvloeden (salutogenese) zijn:
- Voldoen aan Nederlandse Norm Gezond Bewegen
- Gezonde voeding
- Weinig stress
- Goed slaappatroon
- Niet roken
- Etc.
Voorbeelden van factoren die de gezondheid negatief beïnvloeden (pathogenese) zijn:
- Roken, alcohol en drugs
- Stress
- Overgewicht
- Gebrek aan beweging
, - Etc.
Deze factoren (pathogenese) kunnen risicofactoren zijn voor verschillende ziektes zoals hart- en
vaatziekten en Diabetes Mellitus.
Weet hoe de (fysiologische) samenhang is van leefstijl relateerde determinanten met
(on)gezondheid
Leefstijlfactoren worden ingedeeld in niet-beïnvloedbaar en wel beïnvloedbaar:
- Niet beïnvloedbaar
o Geslacht
o Leeftijd
o Erfelijkheid
- Beïnvloedbaar
o Alcohol misbruik
o Gebruik van ‘de pil’
o Hoge bloeddruk
o Overgewicht
o Stress
o Cholesterol gehalte
o Roken
o Gebrek aan beweging
Hart- en vaatziekten worden vaak mede veroorzaakt door beïnvloedbare leefstijlfactoren. Om de
kans op hart- en vaatziekten te verminderen kun je deze leefstijlfactoren dus aanpakken in je
behandeling.
Te weinig bewegen + te veel eten zorgt voor te veel productie van insuline. Deze overige insuline
wordt opgeslagen als buikvet. Buikvet zorgt voor:
- Productie vetten en LDL. Te hoge insuline zorgt voor LDL productie en vetproductie.
- Vet produceert soort zuren die opname glucose van spieren belemmert. Pancreas
produceert meer insuline. Sympathicus gaat activeren en hierdoor neemt spanning in
bloedvaten toe en gaat er minder bloed doorheen. Hart moet harder gaan pompen
- Ontstekingsmediatoren actief en hierdoor kunnen weefsels sneller afsterven.
Weet hoe de fysiologie van (in)activiteit positief dan wel een negatief invloed op
(on)gezondheid heeft.
Inactiviteit houdt in minder dan 30 min per dag bewegen onder 3 MET. Minder dan 3 MET zorgt
namelijk niet voor gezondheidseffecten. Sedentair gedrag zijn activiteiten onder 1,5 MET zitten.
Sedentair gedrag komt veel voor in het ziekenhuis en de gevolgen hiervan zijn:
- 10-20% verlies aan spiermassa per week
- 1-3 % per dag
- 1 week inactiviteit is 50% spierkracht
- Het opnieuw opbouwen kan wel meer dan een jaar duren of niet meer terugkomen.
Ook zorgt weinig beweging in combinatie met te veel eten voor buikvet. De risico’s van buikvet zijn in
bovenstaande leerdoel benoemt.
, Weinig beweging heeft ook invloed op de bloedvaten. Er zijn 2 hormonale stoffen die de bloedvaten
vernauwen, namelijk endotoline en angiotensine II. Het tegenovergestelde hiervan zijn de
stikstofoxiden. Deze zorgen voor ontspanning van bloedvaten en komen vrij tijdens inspanning.
Na inactiviteit en verhoogde endotoline en angiotensine II neemt de diameter van bloedvaten af.
Door inactiviteit is er ook te weinig stikstofoxide waardoor bloedvaten niet goed wijder kunnen
worden. Effect is wel omkeerbaar, maar na 12 weken trainen is er pas 10-15% van diameter terug.
Extra: bouw bloedvaten en oorzaak hart- en vaatziekten
Bouw van het bloedvat:
- Tunica intima
o Dekweefsel (endotheel)
o Lekvrij
o Regulering stoffen vanuit het bloed en vice versa.
- Tunica media
o Glad spierweefsel
o Elastisch bindweefsel
o Regelt bloedvatstijfheid
- Tunica adventitia
o Losmazig bindweefsel
o Stevigheid en verankering in het weefsel
o Zenuwen en bloedvaten voorziening van het bloedvat
o Regelt de spanning vanuit het brein
- Lumen
Bij te veel stress knijpen bloedvaten dicht en stijgt bloeddruk. Alle organen krijgen het zwaar.
Bij hart- en vaatziekten:
- Endotheel beschading
- LDL cholesterol gaat intima in
- Monocytenactivitatie
- Schuimcelvorming
- Schuimcellen
- Ontstekingsmediatoren
- Proliferatie en migratie van gladde spiercellen
- Bindweefselmatrix
- Fibreuze kap, evt. verkalking.
o De fibreuze plak wordt steeds groter en bloedvat wordt dus kleiner en kan helemaal
dicht gaan.
Cholesterol zorgt voor schuimcelvorming. Dit zorgt voor de plak in het bloedvat.
Bij meer dan 75% van afsluiting krijgt men klachten. Dit kan zorgen voor ischemie (zuurstoftekort)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jschenk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.02. You're not tied to anything after your purchase.