100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Medische Kennis periode 2, Pathologie & Fysiologie $5.51   Add to cart

Summary

Samenvatting Medische Kennis periode 2, Pathologie & Fysiologie

 12 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van periode 2 medische kennis

Preview 4 out of 32  pages

  • Yes
  • January 12, 2021
  • 32
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
MEDISCHE KENNIS LEERDOELEN 1.2
WEEK 1: INLEIDING PATHOLOGIE EN FYSIOLOGIE


IN EIGEN WOORDEN WEERGEVEN WAT DE BEGRIPPEN GEZONDHEID EN ZIEKTE
INHOUDEN
Gezondheid: het vermogen zich aan te passen en regie uit te voeren, in het licht van de fysieke, emotionele
en sociale uitdagingen van het leven.
Ziekte: een afwijking van de normale lichaamsstructuren en -functies die resulteert in verstoring van vitale
functies



UITLEGGEN WAT ER BEDOELD WORDT MET HET DRAAGKRACHT-DRAAGLAST MODEL
Draagkracht: wat je aan kunt; wordt bepaald door je aanleg, conditie, psychische en sociale factoren
Draaglast: wat je voor je kiezen krijgt in het leven


Wanneer de draaglast hoger is dan de
draagkracht en het model uit balans raakt, is
er sprake van decompensatie.




DE FACTOREN BENOEMEN DIE DE GEZONDHEID KUNNEN VERSTOREN C.Q. ZIEKTE
KUNNEN VEROORZAKEN EN DAARBIJ UITLEGGEN WAT ENDOGENE EN EXOGENE
FACTOREN ZIJN
De belangrijkste ziekteoorzaken zijn:
§ Erfelijkheid; er is sprake van een afwijking in de genen of chromosomen van een individu
Hemofilie, sikkelcelanemie, taaislijmziekte
§ Aangeboren (congenitaal); zijn aanwezig bij de geboorte en kunnen erfelijk of verworven zijn
Spina bifida
§ Degeneratie; de structuur of werking van de aangedane weefsels en organen gaat geleidelijk
achteruit
Atherosclerose, artrose, ziekte van Alzheimer
§ Ontsteking, auto-immuniteit of allergie; zijn het gevolg van een verhoogde activiteit van het
immuunsysteem
o Niet infectieuze aandoeningen
Astma, systemische lupus erythematodes, hooikoorts
o Infectieuze aandoeningen worden veroorzaakt door pathogene micro-organismen
Tuberculose, griep, syfilis
§ Neoplasmata (kanker); het gevolg van abnormale cel- en weefselgroei waardoor tumoren ontstaan
Borstkanker, longkanker, enz.
§ Metabool; er is sprake van een gestoorde stofwisseling op cellulair niveau
Diabetes mellitus, hypothyreoïdie, acromegalie

, § Traumatisch; het gevolg van fysische of chemische beschadiging
Brandwonden, bevriezing, botbreuken
§ Voeding gerelateerd; gevolg van inname van te veel of te weinig voedingsstoffen
Ijzergebreksanemie, scheurbuik, obesitas

Endogene factoren zijn van binnenuit, bijvoorbeeld genetische kwetsbaarheid.
Exogene factoren zijn omgevingsgebonden, bijvoorbeeld straling uit de kosmos of verf die je je leven lang
inademt. Exogene factoren kunnen onderverdeeld worden in:
§ Fysisch; elektrisch, straling, mechanisch, thermisch
§ Chemisch; alcohol, roken, geneesmiddelen, drugs, chemische middelen
§ Microbiologisch; bacterie, schimmel
§ Immunologisch; auto-immuun, hooikoorts
§ Voeding; te weinig voeding, te veel voeding, verkeerde voedingsbalans
§ Psychosociaal; stress



BESCHRIJVEN WELKE MOGELIJKHEDEN VOOR DIAGNOSTIEK ONDERZOEK ER ZIJN,
MET DAARBIJ DE SPECIFIEKE BEELDVORMENDE TECHNIEKEN

Bij het lichamelijk onderzoek worden verschillende technieken gebruikt;
§ Inspectie; het ‘bekijken’ van de buitenkant van het lichaam en van de bewegingen en de houding
van de patiënt
§ Palpatie; het lichaam wordt met de handen/vingers afgetast waarbij de grootte, structuur, het
oppervlak, de plaats en de gevoeligheid van organen of lichaamsdelen worden onderzocht
§ Auscultatie; het luisteren naar de longen, het hart en de darmen om de frequentie, de intensiteit
en de duur van de geluiden te beoordelen
§ Percussie; lichaamsdelen bekloppen met vingers, handen of specifieke instrumenten om de
omvang, ligging en de consistentie van organen en onderliggende structuren te bepalen

Onder beeldvormend onderzoek vallen o.a. de volgende dingen:
§ Röntgenonderzoek; hierbij worden röntgenstralen gebruikt om inwendige structuren in beeld te
brengen
§ Computed tomography (CT); met behulp van röntgenstralen en een computer worden inwendige
structuren 3D afgebeeld
§ Magnetic renosance imaging (MRI); de trillingen van het lichaam in reactie op een sterk
magnetisch veld worden gebruikt om de binnenkant van het lichaam in beeld te brengen
§ Echografie; inwendige organen worden door middel van weerkaatsing van geluidsgolven afgebeeld
§ Nucleaire geneeskunde; met behulp van radioactieve stoffen worden beelden gemaakt van de
structuur en de werking van organen

DE KENMERKEN VAN EEN ZIEKTE BENOEMEN; SYMPTOMALOGIE EN ZIEKTEBELOOP
Symptomalogie: welke symptomen er bij een ziekte zijn

Ziektebeloop: hoe een ziekte verloopt
Prognose: voorspelling van arts over de verwachte verloop en uitkomst van de ziekte
Acute ziekte: ontstaat plotseling en duurt kort
Chronische ziekte: ontstaat langzaam en minder heftig en duurt maanden/jaren
Terminale ziekte: ongeneeslijke ziekte waarbij de patiënt binnen een paar maanden overlijdt
Remissie: periode waarin de symptomen van een chronische ziekte tijdelijk verminderen
Exacerbatie: symptomen komen na een remissie weer net zo heftig terug
Recidief: ziekte komt na periode van remissie weer terug
Complicatie: ongewenste gebeurtenis of toestand bij iemand die een ziekte heeft en/of daarvoor
behandeld is

,UITLEGGEN OP WELKE 4 EIWITTEN FARMACA KUNNEN AANGRIJPEN
Farmaca kunnen aangrijpen op:
- Receptoren
- Ionkanalen
- Enzymen
- Transporteiwitten
Eiwitten zijn geschikte aangrijpingspunten voor geneesmiddelen om de volgende 3 redenen:
- Er zijn talloze verschillende eiwitten
o 20.000 verschillende eiwitten in lichaam van de mens met elk specifieke taak. Slechts
klein percentage is aangrijpingspunt voor geneesmiddelen.
o Meeste eiwitten hebben taak die niets met bepaalde ziekte te maken hebben. -
Andere eiwitten zijn zo belangrijk voor normaal functioneren cel dat het gevaarlijk is om
aangrijpingspunt te zijn.
o +/- 1% van de 20.000 is geschikt als aangrijpingspunt. Dit levert 200 verschillende
soorten geneesmiddelen op.

- Eiwitten spelen een belangrijke rol bij fysiologische processen
o Eiwitten zijn ook goed aangrijpingspunt omdat ze sleutelrol spelen bij elk fysiologisch
proces. Als je een eiwit met een geneesmiddel beïnvloedt, grijp je dus ook in een
fysiologisch proces in. (note: het beïnvloeden van een eiwit kan ook een nadelig effect
hebben op fysiologische processen. Soms dus medicijn van markt)

- Elk orgaan en elk weefsel heeft een eigen, specifiek eiwit dat kenmerkend is voor dat orgaan en
weefsel
o Als eiwit vinden dat specifiek is voor bepaald orgaan of weefsel, ontstaat mogelijkheid om
geneesmiddel te ontwerpen dat uitsluitend gericht is op dat orgaan of weefsel. Je wil
geneesmiddel met voorspelbare resultaten in dat weefsel of orgaan.
o Bacterieel eiwit verschilt aanzienlijk van menselijk eiwit en dus pijlen richten op het
bacteriële eiwit en de andere eiwitten in het lichaam blijven buiten schot.
o Sommige eiwitten die je met geneesmiddelen wilt behandelen komen ook voor in andere
organen en weefsels, die niets met de ziekte te maken hebben. Ongewenste bijwerkingen
als gevolg.

BESCHRIJVEN HOE HET SLEUTEL-SLOT PRINCIPE WERKT BIJ HET AANGRIJPEN VAN
FARMACA OP RECEPTOREN
De farmaca passen maar op een bepaald soort receptor, dus ze werken maar bij een bepaalde soort
cel/molecuul/weefsel. Dit noem je het sleutel-slotprincipe, omdat bij sloten er ook maar een sleutel op past
en het slot open kan maken.



UITLEGGEN WAT MET DE BEGRIPPEN AGONIST EN ANTAGONIST WORDT BEDOELD
Geneesmiddelen die hetzelfde effect geven als de natuurlijke chemische boodschapper worden agonisten
genoemd. Geneesmiddelen die receptoren blokkeren voor de natuurlijke boodschapper en zo het
natuurlijke effect onmogelijk maken worden antagonisten (ook wel blokkers) genoemd.



VERSCHILLENDE TOEDIENINGSWEGEN VAN FARMACA BENOEMEN EN WELK EFFECT
DIT HEEFT OP OPNAME VAN HET MIDDEL IN HET LICHAAM
Je kan de toedieningswegen in 3 categorieën indelen:
1. Lokale toediening: het geneesmiddel wordt rechtstreeks aangebracht op de plaats van het
probleem
2. Enterale toediening: het geneesmiddel wordt oraal ingenomen en vanuit het maag-darmkanaal
opgenomen in de bloedbaan
a. Hieronder vallen ook rectale toediening en toediening via een sonde.
3. Parenterale toediening: het geneesmiddel wordt rechtstreeks in het lichaam ingebracht, meestal
door middel van een subcutane (onder de huid), intramusculaire (in een spier) of intraveneuze
injectie (in een ader).
a. Hieronder valt elk geneesmiddel dat niet oraal of rectaal wordt toegediend.

, DE BEGRIPPEN FARMOCODYNAMIEK EN FARMOCOKINETIEK UITLEGGEN
Farmacodynamiek heeft betrekking op de effecten van geneesmiddelen op het lichaam (vooral het
therapeutische effect), terwijl farmacokinetiek bestudeert wat er in het lichaam met een geneesmiddel
gebeurt (absorptie, verdeling, metabolisme en uitscheiding).



DE VERSCHILLENDE FASEN VAN DE FARMACOKINETIEK (ABSORPTIE, VERDELING,
METABOLISME, ELIMINATIE) BESCHRIJVEN
Absorptie/resorptie is het opnemen van het geneesmiddel.

Verdeling/distributie is dat het lichaam het geneesmiddel verdeeld over de weefsels van het lichaam.
Geneesmiddelen worden via de bloedsomloop verspreidt. De meeste geneesmiddelen moeten vanuit het
bloed via de interstitiële vloeistof de receptoren op en in de cellen bereiken. Hoe makkelijk en snel een
geneesmiddel de weefsels bereikt hangt af van:
- Affiniteit voor plasma-eiwitten
- Grootte, oplosbaarheid of polariteit van het geneesmiddel
- Zuurgraad (aciditeit) van het geneesmiddel in oplossing
- Bloedvoorziening in de weefsels

Metabolisme is dat het lichaam het geneesmiddel omzet.

Eliminatie/uitscheiding is dat het lichaam het geneesmiddel uitscheidt.



MET BETREKKING TOT FARMACOKINETIEK DE VOLGENDE BEGRIPPEN BESCHRIJVEN;
FIRST-PASS EFFECT, BIOLOGISCHE BESCHIKBAARHEID, ENTERO-HEPATISCHE
KRINGLOOP
First-pass effect: effect van de eerste passage, passage van de lever
Biologische beschikbaarheid: hoeveel van het geneesmiddel in de bloedsomloop komt
Entero-hepatische kringloop: geneesmiddelen die in de gal worden uitgescheiden, komen via de galgang in
de darmen terecht, waarna ze of opnieuw worden opgenomen of met de ontlasting worden uitgescheiden



GLOBAAL BESCHRIJVEN WAT BIJWERKINGEN EN INTERACTIES ZIJN
Bijwerkingen zijn ongewenste of onbedoelde effecten die optreden bij een medische behandeling.
Bijwerkingen kun je indelen in type A en type B.
- Type A: bijwerkingen die voorspelbaar zijn, gegeven onze kennis over het werkingsmechanisme
van het geneesmiddel
- Type B: onvoorspelbare, individuele reacties op een bepaald geneesmiddel terwijl dit in de juiste
therapeutische dosering wordt toegediend
Patiënten reageren verschillend op geneesmiddelen, vooral wat betreft bijwerkingen.

Interacties zijn dat geneesmiddelen elkaars werking beïnvloeden.



UITLEGGEN WELKE FACTOREN DE JUISTE DOSERING VAN EEN GENEESMIDDEL
BEPALEN EN DAARBIJ DE VOLGENDE BEGRIPPEN KUNNEN UITLEGGEN;
THERAPEUTISCHE BREEDTE, HALFWAARDETIJD, MTC EN MEC

Factoren die de juiste dosering van een geneesmiddel bepalen zijn de toedieningssnelheid en de
eliminatiesnelheid. Bij geneesmiddelen die een aantal dagen of weken worden toegediend, is het belangrijk
dat de toedieningssnelheid in evenwicht is met de eliminatiesnelheid. Dit wordt ook wel steady state
genoemd.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller xreneealgera. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.51. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75619 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.51
  • (0)
  Add to cart