100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Financiële zelfredzaamheid samenvatting $3.23   Add to cart

Summary

Financiële zelfredzaamheid samenvatting

 66 views  9 purchases
  • Course
  • Level

Alles wat je moet kennen en kunnen staat erin. Ook moeilijke opgaven uit de hoofdstukken die handig zijn om nog een keertje door te nemen voor de toets.

Preview 5 out of 10  pages

  • January 17, 2021
  • 10
  • 2019/2020
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Financiële zelfredzaamheid
Studeren is investeren H1

Investeren is het opofferen van geld, tijd en energie ten behoeve van een doel dat pas op
langere termijn wordt behaald. In dit geval is dat het behalen van een diploma. Daarvoor moet je 4 of
5 jaar lang flink studeren en dat kost geld, tijd en energie. Maar ieder jaar dat je meer studeert, levert
straks 7% meer inkomen op. Daarnaast vergroot je je kennis en vergroot je de mogelijkheden op het
verkrijgen van een mooie baan.
Studeren is een investering in jezelf. Je stopt tijd, geld en energie in het volgen van een opleiding.
Studeren is ook belangrijk voor de samenleving. Nederland wil graag horen tot de sterkste
kenniseconomieën van de wereld.

Een schadeverzekering stelt de verzekerde schadeloos bij het optreden van een verzekerd risico;
- Zorgverzekering is een verzekering voor ziektekosten die verplicht is voor iedereen. De
zorgtoeslag is een tegemoetkoming van de overheid in de kosten van de zorgverzekering
- Inboedelverzekering verzekert tegen schade aan de inboedel door brand, water, inbraak of
storm.
- Opstalverzekering verzekert de woning tegen schade door brand, storm inbraak of
waterschade. Verplicht voor iedereen die een koopwoning met hypotheek heeft.
- Aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren (AVP) is een verzekering die de verzekerde
beschermt tegen het risico van aansprakelijkheid, vergoedt letselschade en zaakschade die
door de verzekerde wordt veroorzaakt.

Een levensverzekering is verzamelnaam voor alle verzekeringen die te maken hebben met leven, de
dood en de uitvaart van een mens;
- Lijfrenteverzekering keert gedurende een vooraf overeengekomen periode of levenslang
telkens eenzelfde bedrag uit aan de verzekerde.
- Uitvaartverzekering is een bepaald vast bedrag dat wordt uitgekeerd aan de nabestaande bij
het overlijden van de verzekerde. Dit bedrag is bedoeld ter dekking van de kosten van de
begrafenis.
- Overlijdensrisicoverzekering een verzekering voor het risico op overlijden (vaak verplicht bij
het afsluiten van een hypotheek).

Premie = kans op schade x de gemiddelde hoogte van de schade
Premie = verwachte schadebedrag : aantal verzekerde

Financiële zelfredzaamheid
Lenen H2

Als je geld leent, ben jij de geldnemer (kredietnemer). De bank die het geld verschaft, is de geldgever
(kredietgever).
De totale kosten van een krediet (kredietkosten), bestaan uit het totaal terug betalen van het bedrag
– geleende bedrag.

Een consumptief krediet is een door de consument afgesloten lening voor consumptieve doeleinden
zoals het kopen van een fiets of auto maar ook om te voorzien in het levensonderhoud;
- Persoonlijke lening is een lening aan een consument voor de aanschaf van een duurzaam
consumptiegoed. Een persoonlijke lening kun je krijgen indien je meerderjarig bent en indien
je over een regelmatig inkomen beschikt. De bank adviseert de looptijd van de financiering af
te stemmen op de levensduur van het bestedingsdoel. De vaste maandlasten bestaan uit een
aflossingsbestanddeel dat deel van de annuïteit dat dient ter aflossing van de lening en

, rentebestanddeel dat deel van de annuïteit dat aan rente op de lening moet worden
betaald. De annuïteit is een periodiek gelijkblijvend bedrag bestaande uit een
interestbestanddeel en een aflossingsbestanddeel. De lening word in een keer volledig
opgenomen.
- Doorlopend krediet is een kredietvorm waarbij met de kredietnemer wordt
overeengekomen tot welk bedrag (de kredietlimiet) deze naar behoefte geld kan opnemen.
Het krediet limiet is het maximale bedrag dat je bij een doorlopend krediet kunt lenen (rood
staan). Je betaalt alleen rente over opgenomen bedrag. Aflossen kan op ieder moment.
Afgeloste bedragen kunnen weer worden opgenomen. Aantrekkelijk voor consumenten die
over een financiële reserve wensen te beschikken.
- Koop op afbetaling is een manier van kopen van een product door middel van gespreide
betalingen. Vanaf het begin ben je eigenaar van het product.
De totaalprijs = aanbetaling bij de aankoop
- Huurkoop is een manier van kopen van een product door middel van gespreide betalingen
ook wel termijnen genoemd. De koper wordt pas eigenaar de laatste termijn is betaald.

Het grote voordeel van koop op afbetaling en huurkoop is dat je nu iets kan kopen zonder er geld
over te beschikken. Het nadeel bij beide is dat je een hoge rente moet betalen en je soms
jarenlang vast zit aan termijnbetalingen. Ook zit je vast aan de koop van een bepaald product.
Voor de geldgever geldt als voordeel de rente en als nadeel het feit dat sommige geldnemers
vaak teveel lenen.

Bij enkelvoudig interest wordt de interest berekend over het oorspronkelijke kapitaal of de schuld in
een bepaalde periode. Interest = P:100 x K x t
Bij samengestelde interest wordt de interest berekend over de hoofdsom plus bijgeschreven interest
uit eerder perioden (rente over rente).

Financiële zelfredzaamheid
Kopen of huren H3

Huren is gebruiken van iets, bijvoorbeeld een woning, in ruil voor een vergoeding/betaling;
Als huurder heb je rechten en plichten. Als huurder heb je de plicht om op tijd de huur van de
woningwet betalen en de woning als goed huurder te gebruiken.
Voor het opzeggen van de huur door de huurder geldt een opzegtermijn gelijk aan de
betalingstermijn van de huur. Het opzeggen van de huur moet schriftelijk met een aangetekende
brief plaatsvinden. Bij het verlaten van de woning moet de huurder de woning in originele staat
opleveren.
De huurder heeft recht op woongenot en privacy. Het recht op woongenot betekent dat een huurder
ongestoord van het gehuurde moet kunnen genieten. Het recht op privacy houdt in dat de
verhuurder zonder toestemming niet de woning mag betreden.
Als huurder heb je huurbescherming dit is wettelijke bescherming van huurders. Alleen met
toestemming van de rechter kan de verhuurder de huurovereenkomst opzeggen.
Als huurder heb je ieder jaar te maken met een huurverhoging. Voor het huren van een woning sta je
soms jarenlang op de wachtlijst.

Scheefwonen = huishoudens die in een huurwoning wonen waarvan de huur in verhouding tot het
inkomen laag is.

Kopen is in ruil van geld iets in bezit krijgen;
Voor het kopen/verkopen van een woning is het verstandig een makelaar in te schakelen. Een
makelaar bemiddelt of voor de verkopende partij of voor de kopende partij bij de koop of verkoop

,van onroerend goed. Een makelaar kent de plaatselijke huizenmarkt en regelgeving en weet hoe hij
moet onderhandelen. Voor de diensten van een makelaar betaal je courtage. Een taxateur is een
onafhankelijk persoon die de waarde van een pand bepaalt. De woonlasten zijn bij een eigen woning
min of meer stabiel. Het risico van kopen is veel groter dan het risico van huren (gedwongen
verkoop).
Voor het afsluiten van een hypotheek kun je een hypotheekadviseur inschakelen. Een
hypotheekadviseur geeft adviezen geeft over de kosten, rentepercentage, aflossingsverplichtingen,
looptijd, etc. van de verschillende hypotheekaanbieders. Om zo de best mogelijke hypotheek te
kiezen voor de meest aantrekkelijke prijs. Een hypotheekadviseur adviseert onafhankelijk van de
verschillende hypotheekverstrekkers en moet zich houden aan de Wet op het financieel toezicht. Bij
de koop van een huis ben je verplicht om een notaris in te schakelen. Een notaris is een openbaar
ambtenaar, benoemd door de Koning en bevoegd tot het opmaken van authentieke akten. Een
notariële akte is een schriftelijk bewijsstuk opgemaakt door een notaris (eigendomsakte en
hypotheekakte). De hypotheekakte zorgt ervoor dat de hypotheek wordt ingeschreven in het
hypotheekregister.

Een hypothecaire lening is een langlopende lening met een onroerend goed als onderpand.
Onroerend goed is grond en alles wat zich daarop bevindt voor zover dat aard- of nagelvast is;
Een hypothecaire lening wordt aangegaan voor de financiering van onroerende goederen. De
eigenaar van het onroerend goed geeft bij het sluiten van een hypotheek het onroerend goed in
onderpand. Als de geldlener de hypotheek niet kan betalen, kan de geldgever het onroerend goed
opeisen. De geldgever ontvangt het recht van hypotheek, zakelijk recht op een onroerend goed
gekoppeld aan een lening, van de geldnemer.
Als de eigenaar van het onroerend goed niet meer aan zijn verplichtingen kan voldoen, kan de bank
gebruik maken van het recht van hypotheek. De bank kan dan haar vordering verhalen uit de
opbrengst van de gedwongen verkoop. Door deze extra zekerheid is het interestpercentage lager dan
bij andere leningen.
Omdat het onroerend goed als onderpand dient, behoort de hypothecaire lening tot de gedekte
kredieten. Een krediet met een onderpand zoals een onroerend goed dan wel een persoon die borg
staat dat de lening terugbetaald wordt. Een lening zonder dekking, wordt een ongedekt krediet
genoemd.

Geldnemer = degene die het geld leent = hypotheekgever, want de geldnemer geeft aan de
geldgever hypotheek recht.
Geldgever = bank = Hypotheeknemer, want de geldgever krijgt het hypotheekrecht.

Hypotheekrenteaftrek is de rente op een hypothecaire lening die in mindering mag worden gebracht
voor de belastingdienst op het inkomen waarover inkomensheffing betaald wordt. Door de
hypotheekrenteaftrek daalt het belastbaar inkomen en dus ook de hoogte van de inkomensheffing
die uiteindelijk betaald moet worden.
De bruto lasten zijn gelijk aan de aflossing plus de rente op een lening. De netto lasten zijn gelijk aan
de bruto lasten minus het belastingvoordeel door de hypotheekrenteaftrek.
De rente op andere leningen zijn voor de gewone burger niet aftrekbaar voor de inkomensheffing. In
het bedrijfsleven waar alle rente aftrekbaar is omdat de rente een kostenpost is voor de ondernemer
waardoor de winst minder wordt.

De inkomensheffing is een directe belasting over het inkomen. De som van de verschuldigde
inkomstenbelasting + premies volksverzekeringen.

Bruto jaarinkomen
Aftrekposten -

,= Belastbaar inkomen

—> Toepassing schijventarief; uitkomst = belastingbedrag / heffingsbedrag

Belastingbedrag / heffingsbedrag
Heffingskorting en arbeidskosten -
= Te betalen belasting = netto jaarinkomen

Financiële zelfredzaamheid
Hypotheken H4

Lineaire hypotheek is een hypothecaire lening waarbij je iedere periode eenzelfde bedrag aflost;
-Gelijk bedrag aan aflossing
-Rente word ieder jaar minder (doordat de schuld ieder jaar lager wordt)




Omdat de rente aftrekbaar is voor de inkomstenbelasting, zijn de netto rentelasten per maand lager
dan de bruto rentelasten. Om in aanmerking te komen voor hypotheekrenteaftrek mag de looptijd
van hypothecaire lening niet langer zijn dan 30 jaar.

Netto rentelasten = Bruto rentelasten – voordeel hypotheekrenteaftrek.
Bruto rentelasten = Rente + aflossing op de lening.

Annuïteitenhypotheek is een hypothecaire lening waarbij je iedere periode eenzelfde bedrag (=
annuïteit) aan rente en aflossing betaalt;
-Een annuïteit is een gelijkblijvend bedrag dat uit een rente- en een aflossingsdeel bestaat.
-Het rentedeel van de annuïteit wordt steeds kleiner en het aflossingsdeel groter (samen een vast
bedrag)




Op twee derde van de looptijd van de hypotheek stijgen de netto maandlasten steeds sneller. Dit
komt omdat je steeds meer aflost en daardoor minder rente betaalt. De renteaftrek op het inkomen
wordt daardoor ook steeds kleiner.
Aflossen = terugbetalen van een lening
Interest/rente = de vergoeding die aan de bank betaald moet worden voor de lening.

, Bij het afsluiten van een annuïteitenlening en een lineaire lening is er sprake van enkelvoudige
interest. Een aflossingsplan geeft inzicht in het verloop van de schuld, de aflossingen en
rentebetalingen.

Financiële zelfredzaamheid
Sparen H5

Samengestelde interest is de interest die wordt berekend over de hoofdsom plus de bijgeschreven
interest uit eerdere perioden.

De eindwaarde is het beginkapitaal plus alle gevormde interest;
Eindwaardeformle (SI)



Kn = De eindwaarde van een kapitaal (=beginkapitaal plus alle verkregen interest)
Ko = De beginwaarde van een kapitaal (=de contante waarde)
p = Interestpercentage
n = aantal perioden
Over delen van een periode wordt geen samengestelde interest maar enkelvoudige interest
berekend.

De contante waarde is de waarde op dit moment van een bedrag in de toekomst, rekening houdend
met het interestpercentage.




Verplicht sparen doen alle werknemers via een pensioenfonds, door de te betalen pensioenpremie.
De door de werknemer te betalen pensioenpremie is een vorm van verplicht sparen bij een
pensioenfonds. Een pensioenfonds is een instelling die pensioenpremies ontvangt, belegt en beheert
en zorg draagt voor de uitkering aan gepensioneerden. Hierbij is er sprake van een
kapitaaldekkingsstelsel. Alle werknemers tezamen bouwen een pensioenpot op waaruit zij later een
uitkering krijgen.
Het pensionerend salaris is gelijk aan het brutosalaris min de AOW – franchise. Het pensioenfonds
gaat ervan uit dat je een AOW – uitkering krijgt. Daarom bouw je geen pensioen op over het hele
salaris. Het deel waarover je geen pensioen opbouwt en dus ook geen pensioenpremie betaalt =
AOW - franchise
Indexeren = het verhogen van de pensioenen aan de hand van inflatie

Vrijwillig sparen is spaarrekening sparen (specifiek doel);
- Direct opneembare spaartegoeden is een spaarvorm waarbij het spaartegoed direct ter
beschikking staat van spaarder. De kenmerken zijn: variabele rente, de spaarrekening kun je beheren
via internet, inleggen en opnemen van bedragen zijn vrij en brengen geen kosten met zich mee.
- Niet direct opneembare spaartegoeden is een spaartegoed dat gedurende een periode (vooraf
vastgelegd) op een bankrekening blijft staan. De kenmerken zijn: vaste rente, geld staat vast voor een
bepaalde periode, eenmalige minimale inleg, tussentijds storten en opnemen kan niet of je betaalt
een boete bij opnemen.
o Spaardeposito is een spaarvorm met een vaste looptijd en een vaste rente. Gedurende de
looptijd is het niet mogelijk om het spaargeld op te nemen. Is de looptijd korter dan één jaar
dan spreekt men van termijndeposito.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller TessaBooltink. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67866 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.23  9x  sold
  • (0)
  Add to cart