Inleiding sociaal recht
Hoofdstuk 1 leren hanteren van een wettenbundel
§1.1 Algemene onderdelen van wett en en regelingen
Wettenbundel: een verzameling van officiële teksten van regels.
Wetten in formele zin: wetten die tot stand zijn gebracht door de regering en Staten-
Generaal.
Wetten in informele zin: wetten die tot stand zijn gebracht door lagere wetgevers.
Opschrift: naam van de regeling.
Citeertitel: de naam waarmee de wet wordt aangeduid.
Considerans: waarop de wetgevingsbevoegdheid is gebaseerd en waarom de wet is
gemaakt.
Corpus: de kern van de regeling, het bestaat uit genummerde wetsartikelen
Slot: het bevel van publicatie, het bestaat onder andere uit de handtekeningen van de vorst
en verantwoordelijke minister/ staatsecretarissen.
§1.2 Opbouw
Wet > boek > titels > afdelingen > artikel
§1.3 Structuur van het Burgerlijk Wetboek
Rechtspersonen: geen mensen maar personen de juridisch gezien wel bestaansrecht
hebben.
Rechtshandeling: een handling die een bepaald juridisch gevolg heeft. Er moet een wil
aanwezig zijn en dit in het openbaar hebben verklaard.
Overeenkomst: bij een rechtshandeling is er spraken van een overeenkomst. Hiervoor moet
een aanbod een aanvaarding nodig.
Koopovereenkomst: een specifiek geregelde overeenkomt, er geldt de plicht dat een zaak te
verschaffen en de andere moet daar een prijs in geld voor betalen.
Voorwaarden:
o Een wil die zich door een verklaring heeft geopenbaard (art. 3:33 BW)
o Een aanbod en een aanvaarding daarvan (art. 6:217 BW)
o Een zaak waarvoor een prijs in geld wordt betaald (7:1 BW)
Ruilovereenkomst: als de wederpartij niet in geld betaald maar een ander zaak.
Strijdige regels: In het geval van strijdige regels gaan bijzondere wetsartikelen voor
algemene wetsartikelen.
Schakelbepaling: een artikel dat een ander artikel verduidelijkt en nader uitlegt of aanvult.
§1.6 Citeren
Artikel gevolgd door de afkorting van de betreffende regeling. Als een regeling uit meerdere
boeken of hoofdstukken bestaat moet het boeknummer of hoofdstuk ook vermeld worden.
o Art. 3:33 BW >> artikel 33 boek 3 Burgerlijk Wetboek
o Art. 6:2 AWB >> artikel 2 hoofdstuk 6 algemene wet bestuursrecht
o Art. 310 sr. >> Artikel 310 strafrecht
,Hoofdstuk 2 ontleden van de wetsartikelen
§2.2 Rechtsvoorwaarden
Wetsartikelen zijn opgebouwd uit rechtsvoorwaarden en rechtsgevolgen. Als we wordt
voldaan aan een bepaalde voorwaarden treedt er een bepaald gevolg in. Er zijn 2 soorten
rechtsvoorwaarden:
o Alternatieve rechtsvoorwaarden: het een óf het ander
o Cumulatieve rechtsvoorwaarden: er moet aan alle voorwaarden voldaan zijn
om het rechtsgevolg te laten intreden.
Rechtsvoorwaarden worden genoteerd als: Rv
o Cumulatieve rechtsvoorwaarden: Rv1, Rv2 ect.
o Alternatieve rechtsvoorwaarden: Rva, Rvb ect.
Rechtsgevolgen worden genoteerd als: Rg
Voorbeeld moeder:
Rv 1 : Er is een vrouw.
Rv 2a : Uit deze vrouw is een kind geboren.
Rv 2b : Deze vrouw heeft een kind geadopteerd.
Rg : deze vrouw is moeder
Alternatief rechtsgevolg:
Rv 1 : Iemand neemt een goed weg.
Rv 2a : Dit goed behoort geheel aan een ander toe.
Rv 2b : Dit goed behoort ten dele aan een ander toe.
Rv 3 : Dit wegnemen vindt plaats met het oogmerk zich dit goed toe te eigenen.
Rv 4 : deze persoon eigent zich het goed toe.
Rv 5 : De toe-eigening van het goed is wederrechtelijk.
Rg 1a : Deze persoon wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste vier jaar.
Rg 1b : Deze persoon wordt gestraft met een geldboete van de vierde categorie.
§2.3 Samenhang tussen arti kelen
Juncto: in verband met; om van het ene artikel precies te weten wat deze inhoudt moet ook
worden gekeken naar artikelen met wie deze in verband staat.
§2.4 Juridische betekenis van woorden en interpretati emethoden
Eerst moet worden gekeken of de feitelijke situatie onder de betreffende
rechtsvoorwaarden valt.
Grammaticale interpretatiemethode: er wordt gekeken naar de betekenis van het woord in
het alledaagse spraakgebruik.
Wetshistorische interpretatiemethode: op basis van de handelingen van de 1e en 2e kamer
achterhalen wat met het betreffende woord toentertijd bedoeld werd. Parlementaire
stukken spelen hierbij een grote rol.
Systematische interpretatiemethode: de betekenis van het woord/ artikel wordt afgeleid uit
het systeem waar het onderdeel van uitmaakt; afleiding uit het groter geheel.
Teleologische interpretatiemethode: er wordt gekeken naar het doel van de wet.
, Hoofdstuk 3 Jurisprudentie
§3.1 Wat is jurisprudenti e
Jurisprudentie: rechtsopvatting van de rechtelijke macht. Rechters en advocaten gebruiken
oude(re) uitspraken van rechters om te weten wat er over bepaalde situaties is uitgesproken
om betekenis te geven aan vage wetten. Als rechtelijke uitspraken worden gebruikt als bron
van het recht wordt dit dus jurisprudentie genoemd.
§3.2 Organisati e van rechtelijke macht
Art. 112 Gw: rechtelijke macht de opdracht geven om geschillen over burgerlijke zaken te
berechten.
Art. 113 Gw: de rechtelijke macht de opdracht geven strafbare feiten berechten.
Iedere rechtbank kent 4 sectoren:
Kanton
Civiel
Straf
Bestuur
Als een partij het niet eens is met de uitspraak van een rechter kan die partij in hoger beroep
gaan bij het gerechtshof. Het gerechtshof is onderverdeeld in 3 sectoren:
Civiel
Straf
Belastingrecht
Na het hoger beroep kunnen partijen in cassatie gaan bij de Hoge Raad. De hoge raad kijkt
alleen naar of het recht juist is toegepast en niet meer naar de feiten (of die wel of niet
kloppen) van de rechtszaak.
§3.3 civiele rechtspraak bij de rechtbank
Civiele recht:
Kantonrechter: deze rechter doet uitspraken over zaken waarbij de vordering maximaal €
25.000 en die gaan over arbeidsrecht, huur- koop en pacht- overeenkomsten. Bij alle andere
zaken op juridisch gebied waarbij de vordering bestaat uit meer dan € 25.000 komen
terecht bij de sector civiel.
1. Dagvaarding wordt opgesteld door de eisende partij, hierin staat beschreven wat er
van de wederpartij wordt geëist, en op welke gronden.
2. De rechter wordt door dezelfde dagvaarding op de hoogte gesteld.
3. De gedaagde krijgt de kans om zijn visie op de zaak te geven (schriftelijk).
Verzoekschrift: een processtuk wat vaak wordt gebruikt bij personen- en familierecht in
plaats van de dagvaarding. De wederpartij schrijft dan een verweerschrift. De rechter zal op
basis hiervan een beschikking uitspreken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chinoukdaams1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.