4.1 Zijn we verschillend of zijn we gelijk?
Nederland is een pluriforme samenleving. Dit is een samenleving waarin veel verschillende
opvattingen, gedragingen, levensbeschouwingen, religies en culturen, gewoonten en gebruiken
mogelijk zijn. Nature en nurture spelen beide een grote rol in de eigenschappen van mensen.
Mensen worden geboren met bepaalde lichamelijke en psychische eigenschappen, maar de
omgeving heeft een belangrijke rol in hoe mensen zich ontwikkelen.
Om te kunnen overleven heeft de mens voedsel nodig, beschutting en bescherming,
genegenheid, waardering van anderen en kennis over de wereld om zich heen. Dit krijgt natuurlijk
niemand in zijn eentje voor elkaar. Om te kunnen overleven, word je opgenomen in een groep. Om
in een groep te kunnen leven en om erbij te horen, leren mensen de taal spreken en leren ze hoe
ze zich moeten gedragen.
Ook waarden en normen leer je meestal van de mensen om je heen. Het hele proces waarin
mensen de cultuur van de groep, ofwel de waarden en normen en de gewoonten, krijgen
aangeleerd en zich eigen maken, heet socialisatie. Ze gaan zich gedragen naar wat in de groep
normaal wordt gevonden.
Er is een verschil tussen impliciete en expliciete socialisatie. Impliciete socialisatie vindt onbewust
en zonder dwang plaats, imitatie is hier een voorbeeld van. Expliciete socialisatie vindt op een
openlijke, duidelijk waarneembare en bewuste wijze plaats. Er wordt een norm gesteld en er
wordt voor gezorgd dat deze norm wordt nageleefd. De overheid probeert door regels en wetten
ervoor te zorgen dat deze norm wordt nageleefd, bijvoorbeeld met het alcoholbeleid.
- Als je als jongere wordt betrapt met alcohol kan je een taakstraf of een boete krijgen. Dit is een
formele sanctie, een maatregel betrapt op geschreven regels.
- Anderen mensen kunnen een minderjarige ook aanspreken op het bezitten van alcohol en dit
bijvoorbeeld tegen de ouders zeggen. Dit is een informele sanctie en is gebaseerd op
ongeschreven regels.
Er is sprake van sociale controle wanneer mensen opletten of iedereen zich wel gedraagt zoals
het hoort en anderen door middel van sancties dwingen zich aan de geldende norm te houden.
Ouders, school, overheid, vriendengroepen en media hebben allemaal een rol in het
socialisatieproces. Ze zijn daarmee voorbeelden van socialiserende instituties. Op een gegeven
moment hoeft de omgeving niet meer te corrigeren en gaan mensen zich automatisch gedragen
zoals de omgeving dat van hen verwacht.
Wanneer mensen zich op latere leeftijd een cultuur eigen moeten maken die hen vreemd is,
moeten zij de normen en waarden daarvan aanleren. Deze vorm van socialisatie heet acculturatie.
Als je vanaf je geboorte in een bepaalde groep opgroeit, krijg je de waarden en normen en andere
cultuurkenmerken van die groep met de paplepel ingegoten. Deze vorm van socialisatie wordt
enculturatie genoemd en je ervaart deze als vanzelfsprekend.
Afhankelijk van de waarden die jouw opvoeders belangrijk vinden, hanteren zij een
opvoedingsstijl. Er worden vier opvoedingsstijlen onderscheiden:
- Bij autoritaire opvoeding worden veel strenge regels opgelegd waar het kind zich aan moet
houden en zijn de ouders duidelijk de baas. Een kind kan zo volgzaam en gezagsgetrouw zijn,
maar ontwikkelt niet per se zelfvertrouwen en zelfstandigheid.
- Bij een verwaarlozende opvoedingsstijl worden weinig tot geen regels en grenzen gesteld en is
er weinig betrokkenheid van de ouders bij het kind. Kinderen worden misschien snel
zelfstandig, maar leren niet goed welk gedrag er wordt verwacht om te kunnen samenwerken
en met anderen te leven.
- De ouders die een permissieve opvoedingsstijl hanteren, zijn erg betrokken bij het kind en
toegee ijk. Dit kan zorgen voor mondige kinderen die voor zichzelf en anderen kunnen
opkomen. Maar het kan er ook toe leiden dat ze later moeite hebben met een tegenslag.
- Bij een autoritatieve opvoedingsstijl stelt de opvoeder kaders, maar binnen de kaders wordt er
rekening gehouden met de wensen, behoeften en ontwikkeling van het kind. Het kind leert zijn
eigen weg te kiezen, met con icten om te gaan en rekening te houden met belangen van
anderen.
fl fl
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studiebolletje21. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.74. You're not tied to anything after your purchase.