Hoorcollege week 1 – Plaats en structuur Awb - 2 september 2020
De overheid kan deze maatregelen nemen op voorwaarden dat zij de bevoegdheid hebben
om deze maatregelen te nemen. Bestuursbevoegdheid moet het overheidshandelen
legitimeren en moet op de wet steunen.
Discretionaire bevoegdheid: stellen van geboden of verboden is aan het bestuur, het bestuur
zal de bevoegdheden moeten aanwenden op basis van discretie, dit betekent dat er
keuzevrijheid heeft. Zij hebben dus de ruimte op bijvoorbeeld een gebiedsverbod in te
stellen.
Discretie mag en kan niet naar willekeur worden uitgevoerd, de discretie zal aangewend
moeten worden op basis van een zorgvuldige en afgewogen belangenafweging!
Het bestuur doet aan normstelling. – als het goed is -.
Besluit: een beschikking is een besluit
Beschikking: een vergunning is een beschikking, weigering van een vergunning is dus ook een
beschikking
Het bestuursrecht kent een waarborgfunctie en een instrumentele functie: het
bestuursrecht geeft spelregels dat binnen overheidsgezag en macht kan worden
uitgeoefend. Het recht beschermd dus de burger. Het bestuursrecht is niets meer en niets
minder dan de gereedschapskist van het openbaar bestuur = vergunningen, beschikkingen,
handhavingsbevoegdheden.
Verhouding tot andere rechtsgebieden
Staatsrecht en bestuursrecht: een oude, hechte en noodzakelijke relatie.
Bestuursrecht en burgerlijk recht: een overheidsprivaatrecht.
Bestuursrecht en strafrecht: het bestuursstrafrecht.
Bestuursrecht en Europees en internationaal recht: sterk in ontwikkeling: o.a. het Europees
bestuursrecht.
Kenmerken van het bestuursrecht
Het belang van de wet en het begrip ‘bestuursbevoegdheid’
- legaliteit (primaat van de wetgever)
- Specialiteit (doelbinding van het bestuur)
De rechtsbetrekking in het bestuursrecht
- Het dominante ‘besluitmodel’
- De ongelijkwaardige relatie tussen bestuur en burger
Gelede normstelling en bestuurlijke discretie
- Trias-vraagstukken kenmerken het bestuursrecht (bijv. rechterlijke toetsing van
beleidsruimte)
1
,De komst van de Awb
- Waarom hebben we een algemene wet? De grondwet gaat er van uit dat deze er
moet zijn zie art. 107 lid 1 GW)
- Er moest iets gedaan worden aan de ‘chaotische’ structuur van het bestuursrecht.
- Er was te veel ongeschreven – en daardoor minder kenbaar – bestuursrecht
- De rechtsbescherming was veel te versnipperd: een bonte verzameling rechters en
procesregelingen.
De Awb is een belangrijke bron van onder meer:
- Algemene begrippen (bijv. besluit)
- Definities van en bepalingen over algemene leerstukken van bestuursrecht (bijv.
delegatie, mandaat, toezicht etc.)
- Codificaties en uitwerkingen van rechtsbeginselen (bijv. zorgvuldigheidsbeginsel)
- Algemene regelingen voor bepaalde besluiten (bijv. handhavingsbesluiten, subsidies)
Relativering: er is veel meer bestuursrecht dan Awb-recht
- Het bijzonder deel: oeverloos
- Ongeschreven recht
- Europees bestuursrecht
- Overige algemene wetten die van belang zijn: bijv. Wet openbaarheid van bestuur,
Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, maar ook Gemeentewet etc.
Het systeem van de Awb
- De Awb is een aanbouwwet (tranches en afzonderlijke wetten) te groot om het in
1 keer tot stand te brengen, dus zijn telkens wetten bij gekomen
- De Awb kent een gelaagde structuur (opbouw van algemeen naar bijzonder). Bijv last
onder dwangsom, niet alleen kijken naar de bepalingen over last onder dwangsom,
maar eerst kijken naar besluit (last onder dwangsom is besluit en beschikking),
beschikking, dwangsom zou ook door een bestuursorgaan tot stand worden
gebracht. Naar deze artikelen moeten ook gekeken worden en gebruikt worden in
casussen.
- Hierdoor is de wet compacter, maar ook abstracter en complexer
- Bovendien zijn er specifieke bepalingen over het toepassingsbereik,
schakelbepalingen (zie i.h.b. art 3:1 lid 2 Awb) en gelijkstellingen (zie bijv. art. 6:2
Awb
Awb en de bijzondere wet: een verraderlijke combinatie
- Awb is (in de regel) niet bevoegdheidsverschaffend waarop heeft het
bestuursorgaan zijn besluit gebaseerd? Dan zal je in de bijzondere wet moeten kijken
die de bestuursbevoegdheid verschaft om het besluit te nemen. Dan kun je de wet
gaan analyseren op bijzondere bepalingen en vervolgens kan je die wet gaan bekijken
in relatie met de Awb en kijken in hoeverre de regels van de Awb van toepassing zijn
en in hoeverre de bijzondere wet hiervan afwijkt.
- De Awb werkt (met het oog op het bijzondere deel) met verschillende soorten regels
en bepalingen
Regels die de standaard zijn voor het gehele bestuursrecht (bijv. art. 1:2 Awb)
belanghebbende, besluit, bestuursorgaan
2
, Regels voor normale gevallen, tenzij … (bijv. art. 4:1 Awb) dit zijn de regels die je
eigenlijk altijd moet toepassen, tenzij uitdrukkelijk ervan wordt afgeweken
Rest- of vangnetbepalingen (bijv. art. 4:13 Awb) relevant wanneer de bijzondere
wetgever het laat afweten, ze gaan er dus vanuit dat de bijzondere wet het regelt,
indien dit niet zo is heeft de Awb een vangnetbepaling.
Facultatieve bepalingen (bijv. art. 3:10 lid 1 Awb e.v.) zijn alleen van toepassing
als een bijzondere wet het bepaald.
- De bijzondere wet kan echter altijd afwijken! Zelfs als het eigenlijk niet de
bedoeling is van de Awb de Awb is een wet in formele zin
Rechtshandeling is een handeling met een beoogd rechtsgevolg.
Een rechtsgevolg verandert de juridische positie zoals rechten en plichten die ontstaan.
Soorten besluiten:
BAS (besluit van algemene strekking) = Algemeen Verbindend Voorschrift (berust op
wetgevende bevoegdheid, de rest op bestuursbevoegdheid), plan, beleidsregel, cobas.
Verschil BAS en beschikking:
Algemeen <> individueel (1 of groepje)
Abstract (oneindig aantal gevallen) <> concreet (naar tijd/plaats aantal gevallen)
Gelaagde structuur: Je hebt meerdere hoofdstukken van de Awb nodig om te weten waar
moet ik naar kijken, dus een vraag antwoorden.
Als een B-orgaan geen besluit neemt is het geen B-orgaan.
Werkcollege week 1 – Plaats en structuur Awb - 8 september 2020
1.2 Werkgroepopdrachten
Vraag 1
Stelling:
Voor het toepassingsbereik van de Algemene wet bestuursrecht is het besluitbegrip van
artikel 1:3, eerste lid, Awb belangrijker dan het begrip bestuursorgaan van artikel 1:1,
eerste lid, Awb.
Is deze stelling juist?
Onjuist, als er geen bestuursorgaan is, dan is de Awb niet van toepassing. Bestuursorgaan is
de uitvoerende macht. Dit artikel laat zien wie besluiten mag maken enz.
De Awb is niet van toepassing op alle handelingen van een bestuursorgaan (zoals een
besluit)
, Je moet altijd eerst kijken of het een bestuursorgaan is. Besluit is altijd afkomstig van een
bestuursorgaan.
Vraag 2
A. Geef aan welke hoofdstukken en/of delen daarvan van de Algemene wet
bestuursrecht van toepassing zijn op de verlening en eventuele weigering van de
standplaatsvergunning. Een vergunning is een besluit, is een beslissing
inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. Dit is een beschikking, het is
namelijk geen besluit van algemene strekking. Hoofstuk 1 (inleidende bepalingen),
hoofdstuk 3 (algemene bepalingen over besluiten), hoofdstuk 4 (bijzondere
bepalingen over besluiten) titel 4.1 (beschikkingen)
B. Staan er in de gemeentelijke APV, naast de bepalingen van de Awb, ook relevante
bepalingen inzake het verlenen van de standplaatsvergunning? De bevoegdheid
van de verlening van de vergunning is in de APV geregeld en niet in de Awb.
Bijvoorbeeld art. 5.3.3.2 staat dat er een vergunning van het college nodig is en 1.8
APV staat wanneer de vergunning geweigerd kan worden. Of de toestemming art.
5.2.3.3. De Awb moet in combinatie met het bijzonder bestuursrecht worden
gebruikt. In de Awb staan de algemene regels, deze bevat nooit de
bevoegdheidsgrondslag.
C. Tegen deze ongegrondverklaring gaat Jansen in beroep bij de rechtbank
Gelderland, op grond van artikel 8:1 Awb, dat zegt dat "een belanghebbende kan
tegen een be-sluit beroep instellen bij de bestuursrechter". Wat wordt in artikel 8:1
Awb bedoeld met de begrippen: besluit, belanghebbende en beroep? Art. 7:1
Awb, beroepsbevoegd, samen met art. 8:1 Awb, kan na bezwaar te hebben gemaakt,
besluit staat in art. 1:3 Awb. Een afwijzing van een aanvraag is op grond van art. 1:3
lid 2 Awb ook een beschikking (dus besluit). Belanghebbende staat in art. 1:@ Awb:
degene wiens belang rechtstreeks bij de aanvraag betrokken is, of derde
belanghebbende. Beroep staat in art. 1:5 Awb: instellen van beroep bij een
bestuursrechter.
D. Geef aan welke hoofdstukken en/of delen van de Algemene wet bestuursrecht van
toepassing zijn op de indiening van het bezwaarschrift alsmede het instellen van
beroep bij de rechtbank Gelderland. Hoofdstuk 1 (algemene definities, zoals
belanghebbende), hoofdstuk 2 en 3. Hoofdstuk 6 (algemene bepalingen over
bezwaar en beroep), hoofdstuk 7 (bezwaar en administratief beroep, hoofdstuk 8
(algemene bepalingen beroep in eerste aanleg)
Vraag 3
a. Op welke bestuurshandelingen is het verbod van vooringenomenheid van artikel
2:4, eerste lid Awb van toepassing? Art 2:4 staat in hoofdstuk 2 (verkeer tussen
burgers en bestuursorganen). Dit artikel is dus van toepassing op
bestuurshandelingen indien het verkeer tussen burgers en bestuursorganen is.
b. Is het gebod van een goede belangenafweging (artikel 3:4, eerste lid Awb) ook van
toepassing, indien de gemeente Nijmegen de St. Annastraat openbreekt om een
nieuwe riolering aan te brengen? Dit is een feitelijke handeling, geen
rechtshandeling en dus is het geen besluit. Art 3:4 Awb is dus niet van toepassing,
want het is geen besluit. Tenzij art 3:1 lid 2 Awb (andere handelingen van
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jannepeters. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.27. You're not tied to anything after your purchase.