Plotse dood
Naast de moorden en dus gewelddadige overlijdens, zijn er ook de “normale” overlijdens, en dat is
wat er behoort tot de plotse dood. We hebben te maken met verschillende soorten van overlijdens;
we hebben te maken met de natuurlijke en de niet-natuurlijke overlijdens, waarbij de natuurlijke
overlijdens het gevolg zijn van een interne oorzaak (ziekte/afwijking). Bij de niet-natuurlijke
overlijdens hebben we te maken met een externe oorzaak. Bij de natuurlijke overlijdens, wordt er
ook wel gesproken van non-violent death, waarbij er verschillende mogelijkheden zijn; zo kan het
een verwacht overlijden zijn doordat men oud is, en hart en longen “versleten” zijn. Maar het
natuurlijk overlijden kan ook een plots overlijden zijn waarbij er een onderscheid gemaakt kan
worden tussen een abrupt overlijden, en niet-abrupt overlijden (over een langere tijdsperiode).
Daarnaast kan het ook om een onverwacht overlijden zijn; plots en typisch voorbeeld is bijvoorbeeld
iemand die operatie ondergaat, maar 3 dagen later plots overlijdt. Naast deze natuurlijke overlijdens,
zijn er de niet-natuurlijke, en die worden ook wel de gewelddadige overlijdens genoemd. Hier
hebben we klassiek moord en doodslag, zelfmoorden, en accidentele overlijden (meerderheid
zelfmoord, en moord in minderheid). 55% van de groep zijn accidentele overlijdens ten gevolge van
trauma of fout innemen van medicatie, maar dit kan vanalles zijn. Het was hierbij niet de intentie dat
er iemand overlijdt. Wanneer er wel de intentie is dat iemand dood gaat, dan hebben we te maken
met de doodslag en zelfmoord (zelfmoord meeste). De manier waarop intentioneel overlijden kan
gebeuren is door slagen en verwondingen, steken en schotwonden, verstikking, verdrinking,
brand/vuur, intoxicatie, maar ook
Binnen de groep van plotse overlijdens kunnen we te
maken hebben met ongewone sterftegevallen, en dat
is de groep van overlijdens waarbij er extra onderzoek
nodig is. Ongewone sterftegevallen zijn elke groep van
overlijdens waarbij de aard van het overlijden niet
duidelijk is; gaat het hier om een natuurlijk of een niet-
natuurlijk overlijden. De voorname doodsoorzaken in
Europa zijn van natuurlijke aard, en de niet-natuurlijke
overlijdens vormen slechts een kleine groep van alle
overlijdens in België. De voornaamste oorzaken zijn
aandoeningen van hart- en bloedvaten alsook kanker
(natuurlijk). De niet-natuurlijke overlijdens vormen
maar een klein deel van alle overlijdens, maar zij zijn
wel belangrijk om te gaan onderzoeken. Hiertoe
behoren de arbeidsongevallen, de accidentele
overlijdens, geweld, maar ook huishoudelijke
ongevallen voornamelijk bij jonge kinderen zoals de
fout gebruik van medicatie.
Als we kijken naar de doodsoorzaken in Vlaanderen, dan zien we dat het 1 ste jaar we te maken krijgen
met overlijdens ten gevolge van congenitale afwijkingen, aangeboren afwijkingen, doordat het
lichaam niet perfect gemaakt is en de dingen niet goed gaan functioneren. We krijgen hier dan te
maken met de laattijdige miskramen. Er zijn wel een aantal kinderen die geboren worden, maar
uiteindelijk dan ten gevolge van de afwijkingen overlijden. Vervolgens zijn er de kleuters en peuters
waarbij we dan te maken hebben met de huishoudelijke ongevallen. Nog later zijn het dan de
verkeersongevallen en de zelfmoorden (tieners, jongeren, jongvolwassenen). Uiteindelijk op een
Wiegendood: 3 elementen samen lijden tot dood. Namelijk elementen bij het kind, elementen bij de opvoeding
en elementen uit omgeving. Belangrijk zijn de riscofactoren; slapen op rug is beter, niet roken in omgeving
kind, kindje niet te warm indutten (meeste kinderen moeten niet zo warm hebben) en als laatste niet slapen
met je baby. Wat kan oorzaak zijn; infecties, congenitale afwijkingen, genen . Wet op onderzoek; advies, kan
weigeren!
, latere leeftijd krijgen we dan te maken met de ouderdomsaandoeningen zoals kanker of
cardiovasculaire aandoeningen; geeft sterfte.
Wanneer we gaan kijken in Vlaanderen, dan kunnen we stellen dat ongeveer 30% van de overlijdens
niet natuurlijke-overlijdens zijn, en het gevolg zijn van doden en zelfdoding. Wanneer we gaan kijken
naar de zelfmoorden dan hebben we een jammerlijk record in Vlaanderen (17 per 100.000 gevallen).
Als we de zelfmoorden beter gaan analyseren, dan zien we dat zelfmoord meer voorkomt bij mannen
dan bij vrouwen, en dat de manier waarop ook verschillend is volgens geslacht en leeftijd. Bij
mannen en vrouwen is intoxicatie gelijk, maar bij mannelijke slachtoffers meer het gebruik van
verhanging en vuurwapens, terwijl bij vrouwen we eerder te maken hebben met verdrinkingen of
intoxicatie (minder verhangingen). Er zijn ook nog uitzonderlijke manieren welke eerder zeldzaam
zijn zoals uit een raam springen (defenestratie), treinongevallen, zichzelf trauma’s aandoen, en
verbrandingen (meestal Azië). Het toepassen van zelfmoord gaat gepaard met toename in ouderdom
(maar minder over gesproken).
Naast de zelfmoorden, hebben we de doodslag en moorden, en deze zijn in ons lang doorheen de
jaren ongeveer stabiel gebleven; namelijk 2 per 100.000 gevallen (dit betekent ongeveer 200
moorden per jaar). Wanneer we kijken naar de context van deze moorden, dan zal ongeveer 50% van
de gevallen te maken hebben met relaties, terwijl maar een heel klein percentage behoort tot de
criminele sfeer; dit is meestal gerelateerd met drugsmilieu en zware criminaliteit. De banale ruzies
vormen zo’n 20% van de oorzaken van moord, en de minderheid zijn de gevallen ten gevolge van
criminelen (slim werken), en criminelen willen meestal gewoon hun criminaliteit uitvoeren zoals
diefstal en verder niks te maken hebben met ruzie, doodslag, of moorden. In Oost-Europa is er een
hogere criminaliteit, en doordat die “criminelen” verhuizen naar België/West krijgen we een
toename van criminaliteit in onze contreien.
Als we spreken van de doodsdiagnose, dan moeten we natuurlijk eerst gaan kijken of we effectief te
maken hebben met een lijk (zie volgende les: kenmerken lijk). We gaan dus eerst nagaan of we echt
te maken hebben met een lijk, en vervolgens moeten we dan dat lijk gaan identificeren. Deze
identificatie gebeurd in normale omstandigheden via herkenning door 3den of nabestaanden, maar
dat is enkel van toepassing wanneer dat lichaam toonbaar is. Wanneer dat lichaam volzit met
steekwonden, of als het hoofd bij wijze van spreken ontploft is door gebruik van vuurwapen, dan
kunnen we dat niet meer gaan toepassen en moeten we meer wetenschappelijk gaan denken (DVI).
In eerste instantie zal er dan gekeken worden naar typische kenmerken zoals ras, lengte, gewicht,
lichaamsbouw. Dit zijn algemene kenmerken en daar zal snel overgegaan worden, want deze laten
geen echte identificatie toe. Er kan dan vervolgens gebruik gemaakt worden van persoonlijke
eigendommen (juwelen, documenten, ID), maar hiermee moet ook opgepast worden want kan altijd
vervalst worden. Daarom vervolgens kijken naar bijzondere persoonsgebonden kenmerken
(kenmerken van persoon die er niet afgehaald kunnen worden), zoals tatoeages, littekens,
moedervlekken, heelkunde/imaging beelden (30 jaar in databank). Verder wordt er gekeken naar
vingerafdrukken; deze zijn vrij uniek voor iedere persoon. Nadeel is dat deze verloren gaan bij
ontbinding van lichaam, en criminelen weten dat dus deze zullen vaak de vingers afsnijden of de
vingertoppen afbranden. Andere kenmerken zijn kenmerken van gebit (uniek), maar soms probleem
dat dossiers van tandartsen niet altijd zeer accuraat zijn en vaak elementen ontbreken. Tot slot is er
het DNA, maar niet iedereen zijn DNA is beschikbaar (niet iedereen zit in de databanken). Iets nieuw
zijn isotopen; moleculen welke typisch zijn voor omgeving (variëren afhankelijk van regio).
Forensic Facial Imaging; op basis van een skelet een lichaam gaan reconstrueren. Dit is in feite artiestenwerk en
de kans dat dat juist is is eerder relatief. Men gaat hier vertrekken van een skelet, en dan dat skelet opnieuw
opbouwen tot een bepaald gezicht. Vervolgens van statistische gegevens gaat men dan een gezicht krijgen en
Wiegendood: 3 elementen samen lijden tot dood. Namelijk elementen bij het kind, elementen bij de opvoeding
en elementen uit omgeving. Belangrijk zijn de riscofactoren; slapen op rug is beter, niet roken in omgeving
kind, kindje niet te warm indutten (meeste kinderen moeten niet zo warm hebben) en als laatste niet slapen
met je baby. Wat kan oorzaak zijn; infecties, congenitale afwijkingen, genen . Wet op onderzoek; advies, kan
weigeren!
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MelissaWuytack. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.