100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting inleiding privaatrecht TiU + stappenplannen voor leerstukken $4.70   Add to cart

Summary

Samenvatting inleiding privaatrecht TiU + stappenplannen voor leerstukken

 26 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

In dit document tref je een samenvatting aan voor het vak inleiding privaatrecht aan de TiU voor het eerste leerjaar. Niet alleen bevat het document alle verplichte stof, het bevat ook handige stappenplannen voor moeilijke leerstukken zoals onrechtmatige daad!

Preview 4 out of 42  pages

  • No
  • Alle verplichte stof
  • February 3, 2021
  • 42
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Privaatrecht Tilburg University leerjaar 1
Literatuur: W.H. van Boom,‘ Algemene en bijzondere regelingen in het vermogensrecht’ &
Brahn/Reehuis, ‘Zwaartepunten van het vermogensrecht’.



Week 1 – Inleiding en bronnen van verbintenissen

Vermogen: het geheel van op geld waardeerbare – althans in de economische sfeer
liggende – rechten en verplichtingen die iemand heeft, dus het geheel van zijn activa en
passiva.
 Voorbeelden:
- Eigendomsrechten  Actiefposten
- Vorderingen  Actiefposten
- Schulden  Passiefposten
- Verplichtingen
Objectief recht: het geldende recht: de regels die binnen een bepaald rechtsgebied op een
bepaald tijdstip gelden. In de betekenis van het objectieve recht houdt het vermogensrecht
in: alle regels met betrekking tot de subjectieve rechten en plichten die onderdeel van een
vermogen kunnen vormen. Gebruikt men het woord ‘recht’ in de zin van objectief recht, dan
kan men nooit spreken van ‘een’ recht. Er wordt vrijwel altijd een samenstel van regels mee
aangeduid.
Subjectief recht: dit is een aan iemand toekomende bevoegdheid. Een vermogensrecht
betekent hier een aan een bepaald persoon toekomen recht dat uitmaakt van zijn vermogen,
bijvoorbeeld een eigendomsrecht of een vorderingsrecht. Een subjectief recht bestaat
slechts bij de gratie van een regel van objectief recht. Gebruikt men het woord ‘recht’ in de
zin van subjectief recht, dan kan men alleen spreken van ‘een’ recht en niet van een
samenstel van regels.
Goederenrecht: dit is het deel van het objectieve vermogensrecht dat betrekking heeft op de
rechtsverhouding tussen een persoon en een goed, zoals een huis, auto of computer.
Verbintenissenrecht: Dit is het deel van het objectieve vermogensrecht dat betrekking heeft
op de rechtsverhouding tussen een persoon en een andere persoon.
Verbintenis: de rechtsverhouding tussen twee personen op grond waarvan één een
subjectief recht heeft tegenover de ander en die ander een verplichting heeft tegenover de
eerste. Het subjectieve recht noemt men de vordering en de verplichting heet de schuld.
Absoluut recht: in het goederenrecht hebben we te maken met rechten op goederen die de
rechthebbende in beginsel tegenover iedereen kan inroepen. Vanwege deze derdewerking
noemen we dit een absoluut recht. (Synoniem: goederenrechtelijk recht)
Relatief recht: rechten die maar slechts tegenover een bepaald persoon, namelijk degene
met wie men in een verbintenisrechtelijke verhouding staat, kan worden ingeroepen.
Gesloten systeem: omdat absolute rechten de positie van derden raken, kent de wet een
gesloten systeem van absolute rechten.


1

,Open systeem: het verbintenissenrecht kent een open systeem van verbintenissen. Het staat
partijen in beginsel vrij om verbintenissen in het leven te roepen die zij zelf willen.
Dwingend recht: van dwingend recht is sprake als partijen niet kunnen afwijken van dit recht.
Aanvullend recht: partijen zijn vrij om van de wettelijke partijen af te wijken. Uitzonderingen
bestaan er voor gevallen waarin één van de partijen te zeer in het nauw dreigt te komen of
als de positie van derden in gedrang komt.
Het verbintenissenrecht en het goederenrecht zijn onlosmakelijk van elkaar verbonden.
In het burgerlijk wetboek is er sprake van een gelaagde structuur van het vermogensrecht:
algemene en bijzondere delen. Het is trapsgewijs.
Schakelbepaling: wetsartikelen kunnen andere wetsartikelen in hun wet benoemen, met
overeenkomstige toepassing.
Verbintenis: het recht van de één op een prestatie, waartoe de ander verplicht is om te
presteren.
 Een kenmerk van een verbintenis, is dat zij vermogensrechtelijk van aard is.
 Voorbeeld: Pietje geeft een cadeau aan Laura, omdat Laura jarig is. Laura
bedankt Pietje hiervoor. Het is weliswaar een morele plicht om Pietje te bedanken,
simpelweg omdat het beleefd is, maar dit is geen vermogensrechtelijke verplichting!
OFFICIELE betekenis van verbintenis: dit is een vermogensrechtelijke verhouding tussen
twee partijen krachtens welke de één, de schuldeiser/crediteur, is gerechtigd tot een
gedraging, de prestatie, die de ander, de schuldenaar/debiteur, verplicht is ten opzichte van
hem te verrichten.
Een verbintenis kent drie elementen:
1. De schuldeiser heeft een vorderingsrecht. Dit betekent dat hij het recht heeft om van
de schuldenaar een prestatie te vorderen.
2. De schuldeiser kan een rechtsvordering/actie bij de rechter inroepen, op grond van
artikel 3:296 lid 1 BW en artikel 6:74 BW.
3. De schuldeiser komt, na het winnen van de rechtszaak, een executierecht toe. De
schuldeiser kan het vonnis ten uitvoer leggen / executeren. Dat wil zeggen dat hij in
rechte nakoming daarvan kan afdwingen wanneer de schuldenaar niet vrijwillig aan
het vonnis voldoet. De daarover staande verplichting van de schuldenaar deze
ingreep in zijn vermogen van buitenaf te dulden, heet uitwinbaarheid.
Kort samengevat in een overzichtelijk schema:

Actief Passief
Schuldeiserskant Schuldenaarskant
Kern Vorderingsrecht Schuld
Veroordelingsmogelijkheid Rechtsvordering Aansprakelijkheid
Executiemogelijkheid Executierecht Uitwinbaarheid


Een vorderingsrecht is een relatief recht. Het bestanddeel van de verbintenis dat we
vorderingsrecht noemen, is een bevoegdheid die de rechthebbende, de schuldeiser, enkel
kan handhaven tegenover een bepaald persoon, de schuldenaar, of bepaalde personen, de
schuldenaren. Men noemt het recht van de schuldeiser van een verbintenis een persoonlijk



2

,recht of relatief recht. De reden hiervoor is omdat uitoefening alleen mogelijk is in relatie tot
één of meer bepaalde personen.
Uitwinbaarheid: Indien de schuldenaar niet vrijwillig aan zijn verplichting doet om te
presteren, moet hij toestaan dat de schuldeiser verhaal zoekt op zijn vermogen.
Draagplicht: Iemand is draagplichtig, indien hij degene is die rechtens uiteindelijk de
gevolgen van de uitwinning in zijn vermogen behoort te voelen.




Week 2 – Totstandkoming van overeenkomsten

Voor de vraag naar de bronnen van een verbintenis vormt artikel 6:1 BW de centrale
bepaling: ‘verbintenissen kunnen slechts ontstaan, indien dit uit de wet voortvloeit.’ De
uiteindelijke bron is dus altijd de wet.
 een voorbeeld van een wettelijke bepaling die een bron van verbintenissen vormt, is
artikel 6:213 BW.
Rechtshandeling: een handeling van een natuurlijke persoon of een rechtspersoon, met als
doel een rechtsgevolg in het leven te roepen.
Meerzijdige rechtshandeling: een handeling van twee of meer natuurlijke personen of
rechtspersonen, met als doel een rechtsgevolg in het leven te roepen.
Een overeenkomst in de zin van artikel 6:213 BW is een meerzijdige rechtshandeling,
waarbij een of meer partijen tegenover een of meer anderen een verbintenis aangaan.
Artikel 6:213 BW noemt het rechtsgevolg dat in het leven wordt geroepen door het aangaan
van een overeenkomst, een ‘verbintenisscheppende overeenkomst’. Een andere naam is
‘obligatoire overeenkomst’, waarbij obligatoir is afgeleid van obligatie, wat verplichting
betekent.
 Overeenkomsten kunnen echter ook andere rechtsgevolgen hebben dan verbintenissen.
Denk aan de bevrijdende/liberatoire overeenkomst bijvoorbeeld.
Een overeenkomst is een rechtsfeit. Een rechtsfeit is een feit waaraan het objectieve recht
een rechtsgevolg koppelt. Dit rechtsgevolg kan bijvoorbeeld zijn het ontstaan van een
verbintenis en daarmee een subjectief recht in de vorm van een vorderingsrecht of juist het
tenietgaan daarvan. Het begrip rechtsfeit is geen wettelijk begrip, maar een begrip uit de
doctrine/rechtswetenschap.
Even samengevat in een overzichtelijk schema:

Rechtsregel Rechtsfeit Rechtsgevolg
Bijvoorbeeld artikel 6:213 BW Overeenkomst tussen A en B Subjectief recht tussen A en B


 De verhouding tussen een rechtsregel, een rechtsfeit en een rechtsgevolg is telkens die
van oorzaak en gevolg. De rechtsregel maakt een bepaalde gebeurtenis tot rechtsfeit,
waardoor in concreto het rechtsgevolg tot stand komt, dat tot dat moment slechts in
abstracto in de rechtsregel was geformuleerd.


3

, Rechtshandelingen vormen een belangrijke subgroep van de categorie rechtsfeiten.
Kenmerkend voor een rechtshandeling is dat de (menselijke) handeling is gericht op het tot
stand brengen van een rechtsgevolg. Het moet daarbij wel gaan om een rechtsgevolg dat
het objectieve recht toestaat.
Meerzijdige rechtshandeling: dit vereist de samenwerking van meerdere personen. Van een
meerzijdige rechtshandeling is sprake wanneer voor de totstandkoming van de
rechtshandeling ten minste twee personen moeten samenwerken. Een overeenkomst is een
voorbeeld van een meerzijdige rechtshandeling.
Eenzijdige rechtshandeling: dit vereist één persoon. Een eenzijdige rechtshandeling wordt
door één persoon tot stand gebracht. Voorbeelden zijn het erkennen van een kind en het
opmaken van een testament.
 Eenzijdige rechtshandelingen zijn op te splitsen in gerichte en ongerichte
eenzijdige rechtshandelingen.
Ongerichte eenzijdige rechtshandeling: dit is een eenzijdige rechtshandeling
die niet gericht is tot een bepaalde persoon of tot bepaalde personen. Omdat
ze tot niemand is gericht, hoeft ze voor haar geldigheid ook niet aan een of
meer personen ter kennis zijn gebracht.
Gerichte eenzijdige rechtshandeling: dit is een eenzijdige rechtshandeling die
wel gericht is tot een of meer bepaalde personen. Zij moet die persoon of
personen hebben bereikt, wil de rechtshandeling geldig zijn.
 Bij meerzijdige rechtshandelingen kan er géén sprake zijn van
ongerichtheid. De reden hiervoor is dat de aard van deze
rechtshandelingen juist mee brengt dat zij steeds tussen bepaalde
personen plaatsvind.
Wederkerige overeenkomst: volgens artikel 6:261 BW is van een wederkerige overeenkomst
sprake als elk van beide partijen een verbintenis op zich neemt ter verkrijging van de
prestatie waartoe de wederpartij zich daarover jegens haar verbindt.
Partijen nemen dus over en weer verplichtingen op zich met het oog op de verkrijging van
een prestatie van de ander. Hierdoor is er sprake van wederkerigheid.
Eenzijdige overeenkomst: hierbij neemt slechts één van de partijen een verbintenis op zich.
Hier bestaat tegenover de verplichting van die ene partij geen verplichting van de andere.
Van wederkerigheid is geen sprake.
Rechtshandelingen om baat: wanneer tegenover het verrichten van de rechtshandeling een
voordeel – een bate – bestaat.
Rechtshandelingen om niet: wanneer tegen over het verrichten van de rechtshandeling geen
voordeel bestaat.
Naast de rechtshandeling, bestaan er nog andere rechtsfeiten:

Rechtsfeit Inhoud Eventueel wetsartikel
Rechtshandeling Kenmerkend is hierbij het in
het leven geroepen beoogd
rechtsgevolg door de
handelende.
Onrechtmatige daad Het rechtsgevolg ontstaat Artikel 6:162 BW:
onafhankelijk van de wil. verbintenis tot

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tessastoutjesdijk00. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.70. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

76669 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$4.70
  • (0)
  Add to cart