100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Transportbedrijfseconomie $5.97   Add to cart

Summary

Samenvatting Transportbedrijfseconomie

7 reviews
 206 views  7 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van al de te kennen theorie terug, inclusief verdere verduidelijking en voorbeelden. Voor dit vak heb ik 15 op 20 gehaald. Kijk zeker voorbeeldpagina 8: hier zie je een voorbeeld van een tabel die je zelf moet kunnen opstellen, stap per stap uitgelegd! Dit komt nog zeer veel voor in...

[Show more]

Preview 8 out of 83  pages

  • February 4, 2021
  • 83
  • 2020/2021
  • Summary

7  reviews

review-writer-avatar

By: willi2000 • 9 months ago

review-writer-avatar

By: delaisselouis • 11 months ago

review-writer-avatar

By: timvandaele2000 • 1 year ago

review-writer-avatar

By: BertV • 1 year ago

Translated by Google

This summary is crazy, clear and structured! This really made studying so much easier!

review-writer-avatar

By: RobbeSchoenmaker • 1 year ago

Translated by Google

Super good summary! The colors and structure help you study! Thanks!

review-writer-avatar

By: ArnoW • 1 year ago

Translated by Google

Super clear summary with lots of extra notes that make everything very clear!

review-writer-avatar

By: arroubaimohamed44 • 1 year ago

reply-writer-avatar

By: studentmodeltraject • 1 year ago

Translated by Google

What was wrong with what you wanted? The summary just helped me a lot!

avatar-seller
Hfst 1 Logistieke kosten: deel 1
 1. Inleiding

 1.1 Perspectief

Transportproblematieken kan men op 2 manieren benaderen:
- Perspectief transportproducent bv rederij, transporteur
• Winst maximaliseren
• Doel: vervoeren van punt A naar B
- Perspectief gebruiker
• Make or buy
▪ Buy: gebruiksvergoeding betalen, derest maakt niet uit
▪ Make: zelfde problematiek/beslissingen als
transportproducent
• Voor hem een manier om een ander doel te bereiken: goederen aan
de klant brengen

 1.2 Bedrijfslogistiek

= “de beweging, opslag en gerelateerde activiteiten tussen oorsprong van
grondstoffen en plaats van consumptie”

- Keten van activiteiten = supply chain:
• Levering van grondstoffen (materials management)
• Activiteiten binnen bedrijf
• Distributie naar klanten (physical distribution)

- Nood aan geïntegreerde benadering rond bedrijfslogistiek
• Bv keuze van transportmodi: wnr men enkel naar transportkosten
kijkt dan pak je zwz de modi met de laagste transportkosten. Maar
die modi kunnen ervoor zorgen dat andere kosten in de logistiek
kunnen stijgen. => drm kijken naar totale pakketje
▪ Parameters die men moet betrekken: voorraad,
customerservice, duurzaamheid noden.
• DUS altijd trade-offs maken = wat brengt een beslissing in transport
mij op en wat kost deze beslissing mij
▪ Op examen steeds de kost en opbrengst weten van een
beslissing en dan een finale keuze maken

, 1.3 Totale logistiek kost

Steeds de effecten van de componenten op elkaar in gedachte houden =
geïntegreerde benadering.

Overzicht kosten:

1. Transportkosten
• = daadwerkelijke kosten voor vervoer
2. Goederenbehandelingskosten
• = kost per beweging
• Haven Rotterdam vs Antwerpen: R is volledig AGV en dus een
andere (lagere) goederenbehandelingskost bcs minder arbeiders
• Haven Singapore vs Antwerpen: containers in S, containers heel
hoog stapelen bcs dure grond. Effect op deze kosten (hoger)
3. Voorraadkosten
• = kost voor goederen op te slagen
• Afhankelijk van goed: minder voorraad voor dure goederen (te
veel kapitaal erin)
4. “Stock-out”-kosten
• = kosten van voorraadtekort
• Bv broodje nodig voor de les snel kopen, geen brood is no go, 2
weken wachten op auto in voorraad =das oké
▪ Afhankelijk van goed gaat deze kost een belangrijke zijn of
niet, voor de broodjeszaak dus wel.
5. Verpakkingskosten
• = kosten voor verpakking
6. Orderverwerkingskosten
• = kosten voor verwerken data
• Groot verschil is manueel of automatisch
▪ Bv goederen wordt gescand in de winkel en men weet dan
direct hvl voorraad er nog is. -> effect op deze kost (lager
bij winkel dan als je alles manueel zou tellen)
7. Administratiekosten
• = een standaard overhead
8. Opstartkosten (of instelkosten)
• = kost voor het heropstarten van productieproces
• Bv er wordt ijs gemaakt, men moet de machine stil leggen en de
ingrediënten veranderen dan kan je een nieuwe smaak maken
9. Klantenservicekosten
• = kosten om klant bij u te houden
10.Lokalisatiekosten

=> al deze componenten vormen de logistiek kost

, 2. Logistieke kosten

 2.1 Transportkosten

= tijd en afstand kosten (vaste- en variabele componenten)

- Make (eigenvervoer) or buy (gebruiksvergoeding -> onderhandelen)
- Schaalvoordelen hebben een positief effect op transportkosten
• Toch niet altijd bv wnr je geen magazijn hebt kan je beter Just in
time (JIT) doen en niet alles tegelijk en dan opslagen

 2.2 Goederenbehandelingskosten

- Transportbeslissingen beïnvloeden behandelingskosten:
• Lossen op binnenschip duurder versus vrachtwagen
• Hinterlandvervoer via spoor/binnenschip dan hebben we nog een
extra overslag nodig voor last mile. Versus vrachtwagen

- In sommige gevallen zelfs verwaarloosbaar, vb. flat rate
• = een constant bedrag per ton
- Belang van de goederencategorie
• Bv storten van meel op een hoop = amper behandelingskosten

 2.3 Voorraadkosten

- Trade-off tussen voorraad- en transportkosten:
• Sleutelelement in belangrijke trends (bv JIT, nulvoorraden, …)

- Transport kan voorraden creëren (cyclische voorraad)
• Bv 200 ton graan komt aan met schip en men heeft 200 ton
voorraad, men verkoopt en week later komt er weer 200 ton aan en
dus weer voorraad
- Beschermen tegen tijdsfactor transport (veiligheidsvoorraad)
• Voorraad die de tijd van transport buffert
- Goederen in transit (voorraad tijdens vervoer)
• Goederenbehandeling bv ethyleen toevoegen aan bananen
• Speculatie bv vermoed dat prijs van ruwe olie stijgen, dan trade-off
maken: kost voor dag langer op zee < winst door prijsstijging?

Kosten gekoppeld aan voorraden:
- Interestkosten
• Kapitaal dat je in voorraad steekt en kan je dus niet investeren/
sparen -> en dus geen interesten op krijgen
• Verminderen met prijsstijging van de goederen => per jaar inflatie
van 4%

, • Gebruik: reële interest: formule ((1+nominale
intrest)/(1+inflatie))-1
▪ Bv nominale interest van 12% en inflatie van 13%
▪ => (1,12/1,03) -1 = 0,087 => 8,73% reële interest

- Verzekeringskosten
• Kosten per stuk voor verzekering tegen bv diefstal, piraterij, brand
• Geen verzekeringskosten? Dan risicokosten aan toe kennen!!

- Ontwaarding van de goederen
• Fysieke ontwaarding
▪ Goederen met een beperkte houdbaarheidsdatum, die aan
kwaliteitsverlies lijden door tijd bv verse fruit
• Economische ontwaarding
▪ Goederen die minder waard worden omdat er minder
interesse in is wegens bv innovatie
▪ Bv iPhone 10 -> over halfjaar is er al een iPhone 11 dus niet
interessant om lang op te slagen

- Magazijnkosten
• Kosten aan verhuur/ koop van magazijnen, ruimte
▪ Public warehouse: gebruikskosten
▪ Privé magazijn: afschrijvingskost, overhead => jaarlijkse
kost / gemiddelde voorraadcapaciteit => opgelet niet door de
maximumcapaciteit!
▪ Op KT, op LT: wil je een magazijn afgestemd op gemiddelde

=> Er is een verschil tussen magazijnkosten en andere kostenitems: geen
magazijnkost tijdens transport, en verzekering en interestkosten wel!!

=> voorraadkost = h (holding cost)

= de kost om 1 eenheid v/e product gedurende een jaar op voorraad te houden
(hierin zit dan de magazijn-, verzekering/risico-,ontwaarding-, interestkost)

, 2.3.1 Soorten voorraadkosten

 2.3.1.1 Cyclisch voorraad = (1/2)*Q

- Goederen bestellen om aan een vraag te kunnen voldoen
- Die vraag/ verkoop gaat men voorspellen
- Bv 10 broeken bestellen want je denkt dat je deze week 10 broeken kan
verkopen
- Gemiddelde voorraad is de helft van bestelhoeveelheid Q (zelfs bij
toevallige fluctuatie in consumptie) dus = (1/2)*Q = “average cycle stock”
- Zaagtandpatroon
• Q is bestelhoeveelheid
▪ Link met transportmodi: hoge Q nood aan bv schip in de
plaats vrachtwagen
• Men gaat uit van een constante vraag




 2.3.1.2 Voorraad in transit

- Tijdens transport zijn goederen ook in voorraad
• Alle kostenelementen van toepassing, behalve magazijnkosten
• Verzekeringskost kan hoog zijn
- Voorraden tijdens vervoer kunnen groter zijn dan cyclische voorraad (bv.
bij zeevervoer)
• Transport Azie naar Eu kan langer zijn dan broeken in magazijn van
winkel ligt
- Verschillende prikkels:
• Cyclische voorraadkosten: prikkel tot kleine zending
• In-transit voorraadkosten: prikkel tot snellere modus
• Wel complementariteit: snelste modus vervoert vaak kleinere
zendingen (maar ook duurste)

, 2.3.1.3 Speculatieve voorraad

- Mogelijke reden: men verwacht prijsverhoging van goederen
- Er is al een speculatief element verwerkt in de kostenberekening van de
holding cost (h) -> component interestkosten
• reële interestkosten = nominale / de inflatie
• En inflatie staat voor de prijsstijging van de goederen

- Wanneer we een hoge prijsstijging verwachten dan hebben we een lage
reële interest hebben dan hebben we een lage holding cost -> goedkoop
om voorraad aan te houden, dit heeft een effect op:
• In-transit voorraad: kiezen voor trager transportmodi bcs men wil
meer in transit voorraad hebben
• Cyclische voorraad: hogere volumes bestellen
• Veiligheidsvoorraad: minder stipte modi gaat minder erg zijn

- Maar kan zo zijn dat de prijsstijging zo hoog is dat de reële interest
negatief gaat worden -> kan ook de holding cost negatief worden
• Aanhouden van voorraad gaat dan zorgen voor financiële bonus
• Dan wil je magazijn vullen met speculatieve voorraad, dit heeft
effect op:
▪ Geen veiligheidsvoorraad meer aanhouden (want we willen
heel het magazijn al volsteken)
▪ In-transit voorraad is voordelig (aanhouden van voorraad
kost ons toch geen geld en we willen veel)
▪ Cyclische voorraad is nadelig (we willen enkel maar
speculatieve voorraad en geen cyclische want die voldoet
enkel aan de vraag gedurende order lead time maar men wil
heel het magazijn vol met speculatieve)

 2.3.1.4 Seizoenvoorraad

- Seizoensvoorraad ontstaat door verschil in fluctuaties tussen productie en
vraag (vraag doorheen jaar maar productie van groenten in blik na oogst)
• En door dit verschil gaat men seizoenvoorraad aanemen
- Belangrijk hierbij: Waar wordt voorraad aangehouden + wie betaald:
• Verkoper betaald voor voorraad bij productie en op bestemming (bv
eigen winkel): verkoper gaat geen cyclische voorraad aanhouden
want voorraad is toch steeds beschikbaar bij producent
▪ En 2 maal u voorraad verdelen op 2 locaties => extra kosten
• Verkoper betaald voor voorraad enkel op bestemming: wel een
cyclische voorraad aanhouden

, 2.3.1.5 Dode voorraad

- Definitie: onverkoopbare voorraad
- Kunnen worden beïnvloed door transportbeslissingen
• Grote hoeveelheden -> bv iphone na jaar vind je geen klant meer
• Trage modus -> idem
- Dit risico wordt ook al ingecalculeerd in de holding cost h -> in component
Ontwaarding van de goederen

 2.3.1.6 Veiligheidsvoorraad/ buffervoorraad

- Voorraad die wordt aangehouden boven op de cyclische voorraad, door
onzekerheid over
• Niveau van de vraag naar producten + fluctuatie vraag
• De tijd tussen het plaatsen van de bestelling en het aankomen van
de bestelling (order lead time)




- Achterliggend idee is aanhouden van reserve
• Aankomst nieuwe lading goederen op niveau van
veiligheidsvoorraad S
• In praktijk natuurlijk niet zo want als dit zo was dan zou het
onnuttig zijn om een veiligheidsvoorraad S aan te houden (want
deze zou dan niet gebruikt worden)

,  2.3.1.6.1 Berekenen veiligheidsvoorraad

- De leveringstijd (order lead time): tijd tussen bestellen en aankomst goed
• Hoe langer de leveringstijd hoe meer onzekerheid
- De vraag (plus wisselvalligheid): verbruiken van de voorraad
• Hoe meer vraag hoe meer variatie mogelijk -> onzekerheid
- De aanvaardbaarheid van een voorraadtekort (stockout)
• Link met customerservice en nee-verkoop! -> in welke mate je dit
belangrijk vindt hoe meer veiligheidsvoorraad.
- Methode van voorraadbeheer of –bewaking
• Continu: streepjescode worden gescand bij de kassa in winkel en er
kan direct besteld worden wnr er te kort is
▪ Wij gaan ervan uit dat men kan bestellen wnr er nood aan is
• Periodiek: per periode voorraad gaan tellen en zien of er besteld
moet worden -> meer onzekerheid
Oefening:
-> opgave: (Op examen deze tabel zelf maken/ invullen!)
Voor rij 1:
Kolom1: order lead time -> gegeven

Kolom 2: consumptie tijdens order lead time
-> gegeven

Kolom 3: de kans dat we dat niveau van
verbruik (kolom 2) gaan hebben -> kans
berekening van levertijd & dagelijkse vraag

Kolom 4: de kans dat we maximum het
niveau van verbruik (kolom 2) gaan hebben
-> cumulatie van kolom 3

Kolom 5: de kans dat we meer dan dat
niveau van verbruik (kolom 2) gaan hebben
-> 1- kans in kolom 4

Extra uitleg bij berekenen van kolom 3:

Voor rij 3:
- Kolom 1: 2 dagen order lead time
- Kolom 2: 190 = (95+95 stuks)
- Kolom 3: de kans dat we in die 2 dagen de vraag 190 stuks is:
• 1/3 kans order lead time 2 dagen is
• ½ kans dat vraag op dag 1: 95 is
• ½ kans dat vraag op dag 2 ook: 95 is
• => maal elkaar = 1/12 kans

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studentmodeltraject. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79202 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.97  7x  sold
  • (7)
  Add to cart