Waarom hoort securitisatie thuis in een vak zoals F&Z?
Artikel 2 Verordening 2017/2402.
1.“securitisatie”: transactie of regeling waarbij het kredietrisico dat verbonden is aan een blootstelling of een
pool van blootstellingen in tranches wordt onderverdeeld, en die alle volgende kenmerken vertoont:
- de in het kader van de transactie of regeling verrichte betalingen hangen af van de prestaties van
de blootstelling of van de pool van blootstellingen;
- de achterstelling van de tranches is bepalend voor de verdeling van de verliezen tijdens de looptijd
van de transactie of regeling;
- de transactie of regeling leidt niet tot blootstellingen met alle kenmerken die staan vermeld in artikel
147 lid 8 van Verordening (EU) nr. 575/2013
Vraag 1
a) Beschrijf kort de basisstructuur in een securitisation-transactie. Je kunt je daarbij beperken tot de
originator, haar debiteuren, de SPV en de obligatiehouders. Leg de structuur kort uit en geef aan
welk doel via securitisation bereikt kan worden, zowel vanuit de originator bezien als vanuit de
obligatiehouders bezien.
Zie schema op slide.
Originator, vaak een bank, heeft leningen verstrekt aan debiteuren. Hypotheekleningen, krediet in
kader van vastgoedfinanciering, van alles. Securisatie heb je vaak gehoord in kader van
kredietcrisis 2008. Schuld wordt gesecureerd door hypotheekrecht.
Die vorderingen van de bank op debiteuren worden gecedeerd aan een SPV. BV speciaal
opgericht hiervoor. Lege entiteit, zonder werknemers, etc. Vorderingen opkopen.
Overgedragen vorderingen worden door de SPV gepooled, in tranches/klassen ingedeeld (en door
een credit rating bureau van een credit rating voorzien).
SPV biedt de obligaties aan op de kapitaalmarkt. SPV financiert de koopprijs van de vorderingen
door geld ophalen bij investeerders, obligatiehouders. Die obligaties worden gedekt door
vorderingen die door SPV zijn verkregen. Kunnen hele diverse obligaties zijn, risicovol of avers,
verschillende rente ratings. Uiteenlopende range.
, SPV moet onder die obligaties aflossing en rente betalen aan de obligatiehouder. Dat geld komt uit
die vorderingen die aan de SPV zijn gecedeerd.
Dat is constructie in de kern.
Doel: bank heeft liquide middelen nodig. Die leningen worden voor 30 jaar verstrekt aan
hypotheeknemers. Door die vorderingen te verkopen en obligatiehouders te laten investeren kun je
op een snelle manier aan liquide middelen komen. Dat is een van de redenen.
Samenvattend:
- Originator verstrekt leningen aan debiteuren.
- Originator cedeert gesecureerde vorderingen op debiteuren aan SPV.
- Vorderingen worden door SPV gepooled, in tranches/klassen ingedeeld (en door een credit
rating bureau van een credit rating voorzien).
- SPV biedt de obligaties aan op de kapitaalmarkt. SPV financiert de koopprijs van de
vorderingen met de inleg van de obligatienemers.
- Onderliggende vorderingen aangewend voor betaling rente + aflossing aan obligatiehouders.
- SPV: nieuwe entiteit zonder activiteiten of schulden. Geen onderdeel van groep van Originator.
Geen werknemers. Faillissementsbestendig (vraag 1b). Afgezonderde entiteit.
- Stichting als aandeelhouder SPV? Hangt nog een stichting boven die SPV. Waarom is dat?
Want SPV verricht geen bedrijfsactiviteiten. Wat kan incentive zijn voor die stichting? Geld
verdienen. Vergoeding van originator om dit te doen. Zou een SPV ook in de vorm van een
VOF of eenmanszaak kunnen? Ja, maar heel riskant, want persoonlijk aansprakelijk. Dus BV
meest logisch. En dan heb je een aandeelhouder nodig. Stichting die vergoeding krijgt.
- Servicer? Wordt door Schwarz kort besproken. Wat is de relevantie van zo’n servicer?
Wanneer die originator de vorderingen overdraagt aan de SPV, daarmee zijn de vorderingen
van de balans van de originator af, risico wordt overgedragen. Maar originator is wel nog
steeds partij bij die leningovereenkomst met die debiteuren. Dus er zal toch iemand moeten zijn
die moet toezien op: gaat het nog wel goed met debiteuren, kunnen ze hun schuld nog wel
voldoen, moet krediet geherstructueerd worden? Zorgplichten blijven voortbestaan, alleen
originator heeft geen incentive meer om daar tijd en geld in te stoppen. Daarom een servicer,
die dat krediet waarborgt, bemiddelt, waarneemt. Kredietrelatie met debiteuren in stand houdt,
kijkt of alles nog goed gaat. Waarom SPV dat niet zelf doet? Geen werknemers in dienst,
faillissementsproof, dus derde partij die dat doet. Ander argument: zodra SPV ook dit soort
beheersactiviteiten verricht zouden ze vergunningplichtig zijn onder Wft (2:60 Wft).
- Dan Security Trustee. Daar wordt het ingewikkelder. Je hebt die hypotheekrechten. Maar ook
nog ander zekerheidsrecht: pandrecht op de vordering SPV Debiteuren tbv
obligatiehouders. Enige assets die SPV heeft, waarop rechten kunnen worden gevestigd, zijn
de vorderingen die aan haar zijn overgedragen. Dat is een actief dat toebehoort aan die SPV.
En kan ook een zekerheidsrecht vestigen op die vordering.
Uitstapje naar syndicaatslening: financiering door syndicaat van banken (risicospreiding). Als er
een kredietnemer krediet wil verkrijgen bij een bank, gaat om groot project, dat bank denkt: ik weet
niet of ik in mijn eentje wil instappen. Dus wat gebeurt er, niet 1 bank, maar meerdere banken.
Syndicaat van banken om daarmee risico te spreiden. Iedere bank heeft een afzonderlijke
vordering op de kredietnemer. Alle banken willen een zekerheidsrecht verkrijgen. Gevolg: zit je
eigenlijk in titel 3.7, gemeenschap. Dat zou betekenen dat je zekerheidsrechten in gemeenschap
houdt. Dan kan lastig zijn. Beheer is een collectieve aangelegenheid (3:170 lid 2), alleen met alle
banken gezamenlijk. Kan je van afwijken bij overeenkomst: één van de banken gaat namens al die
banken beheersactiviteiten verrichte (3:168 lid 1). Maar beschikkingshandelingen kunnen enkel
door het collectief (3:170 lid 3 BW).
Dan is de vraag: is het uitwinnen van zekerheidsrechten een beheers of beschikkingshandeling? Je
kan zeggen, beheers. Dan kan je dus bepalen dat indien er verzuim is jegens 1, dat direct verzuim
intreedt jegens alle banken. In dat laatste geval, kan je via een machtiging, of via overeenkomst,
die zekerheidsrechten uitwinnen ook als de kredietnemer niet jegens jou, maar andere bank in
verzuim is.
Als het beschikkingshandeling is, is er dus een volmacht vereist (3:60 BW). 1 bank volmachten om
namens jou zekerheidsrechten uit te winnen. Dat is lastig. Bovendien nog ander nadeel: niet
flexibel. Geen mogelijkheid tot in- en uittreding zonder ontbinding en verdeling van gemeenschap.
Dus we willen voorkomen dat je in zo’n gemeenschapsregeling valt.
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ninadirkse. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.07. You're not tied to anything after your purchase.