100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Burgerlijk proces- en insolventie recht $11.26   Add to cart

Summary

Samenvatting Burgerlijk proces- en insolventie recht

 47 views  3 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Met deze samenvatting heb ik een 8,0 gehaald!! Samenvatting van alle verplichte literatuur. Handig om voor het "extra tentamen" door te nemen, zodat je niet alle literatuur nog hoeft door te nemen. Arresten en aantekeningen van HC en WG zijn erin opgenomen. Duidelijk en overzichtelijk door inhouds...

[Show more]

Preview 3 out of 46  pages

  • Yes
  • February 5, 2021
  • 46
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Burgerlijk proces- en insolventierecht
Week 1A Infrastructuur en procesbeginselen
1. Algemeen
Burgerlijk procesrecht (BPR) = spelregels van burgerlijk geding/ procesvoering en de
tenuitvoerlegging van de uitspraken.
 Proces van feitenvinding en rechtsvinding.

Burgerlijk recht  materieel privaatrecht
- Bronnen: BW
Burgerlijk procesrecht  formeel privaatrecht
- Bronnen: Rv, RO, Fw, Advocatenwet, Gerechtsdeurwaarderswet, Wet op Rb, KEI,
etc.
o Bevoegdheid rechterlijke macht in civiele zaken
o Bevoegdheden partijen, advocaten, deurwaarders, arbiters, getuigen
o Wijze van procederen
o Bewijs(recht)
o Vonnissen, beschikkingen en rechtsmiddelen tegen een rechterlijke beslissing
o Tenuitvoerlegging vonnis/ executoriale titels
o Arbitrage
 Dit onderscheidt is niet heel strikt. Er bestaan ook internationale bronnen (VB: EVRM) en
procesreglementen.

KEI = kwaliteit en innovatie rechtspraak.
Wetten i.v.m. vereenvoudiging en digitalisering van procesrecht en nieuwe regels van BPR.
Belangrijkste punten: dagvaarding en verzoekschrift samenvoegen tot één procesinleiding, de
verplichting deurwaarder bij procesinleiding vervalt, meer wettelijke termijnen voor
processtappen, meer regie en maatwerk rechter, mogelijkheid van digitaal procederen.

Rechtspleging is een taak van de overheid om eigenrichting te voorkomen. Rechtspraak ligt
bij de rechterlijke macht (art. 112 GW) en ten uitvoerlegging gebeurt door een ambtenaar,
gerechtsdeurwaarder, met zo nodig politie.
Rechterlijke uitspraken hebben precedentwerking en vooral bij constitutieve uitspraken vormt
de rechter nieuw recht. Rechtspraak is rechtsvinding en rechtsvorming tegelijk. BPR stelt
recht vast en realiseert die vaststelling d.m.v. executie en tenuitvoerlegging.

Contentieuze jurisdictie - eigenlijke rechtspraak = berechting van geschillen.
 Vaak dagvaardingsprocedure
Voluntaire jurisdictie - oneigenlijke rechtspraak = er is geen geschil, maar verzochte
voorziening. Tussenkomst van de rechter is nodig (VB: echtscheidingen). De rechter stelt/
wijzigt de rechtsverhouding en allen hij kan een voorziening geven.
 Vaak Verzoekschriftprocedure

2. Hoofdbeginselen BPR
Fundamenteel belang: partijen hebben gelijkwaardige positie in geding en gelijke kansen om
hun belangen te verdedigen.

,De beginselen worden onderverdeeld in minimumeisen en hoofdkenmerken.

Minimumeisen – te vinden in art. 6 EVRM jo. afd. 1.3 Rv
Hoor en wederhoor - art. 19 Rv jo. 87 Rv
Recht tot kennisnemen, uitlaten, horen door rechter (schriftelijk of mondeling), beroepen op
feiten en rechten en bewijs leveren.
- Veroordelen bij verstek mag, mits gedaagde gelegenheid had tot verdedigen.
- Uitzondering hierop is als partijen afstand doen van de bescherming.

Onpartijdigheid rechter – art. 12 RO
Onbevooroordeeld, zonder vooringenomenheid en niet beïnvloed door enige druk. Schijn van
partijdigheid moet ook voorkomen worden.
- Mogelijkheid tot wraken of verschoning (art. 36-41 Rv).
- Beginsel vloeit voort uit gelijke behandeling
- Voorwaarde voor onpartijdigheid is onafhankelijkheid.

Openbaarheid behandeling en uitspraak – 27 en 28 Rv jo. 4 en 5 RO.
- Beraadslaging en besluitvorming is niet openbaar, maar in raadkamers van de
rechterlijke colleges (art. 7 lid 3 RO).

Motivering beslissing – art. 30, 230 en 287 Rv jo. 5 lid 1 RO
Voor inzicht in de gedachtegang, gronden voor verweer duidelijk, vaststelling feiten,
toepassing van rechtsgronden. Motivering maakt rechtsmiddelen instellen tegen de uitspraak
mogelijk. Motivering dient ook algemeen belang, voor de rechtsvorming en ontwikkeling.

Partijautonomie – art. 23, 24, 26, 149 Rv.
Partijen bepalen of en waarover wordt geprocedeerd en kunnen met wederzijds goedvinden
een proces beëindigen. Dit begrenst dus rechterlijk handelen. De rechter heeft een lijdelijke
rol (= passief), hij mag niet uitspraak doen over zaken die niet zijn geëist, meer toewijzen dan
gevorderd, niet geen uitspraak doen (art. 23 en 24 Rv) en gestelde, niet betwiste feiten moet
de rechter al vaststaand beschouwen (art. 149 Rv).
- De rechter heeft m.b.t. bepaalde zaken wel een actieve rol (art. 21, 22, 20, 133, 139,
121, 25 Rv).

Toegang tot de rechter – art. 112 GW jo arrest Airey/ Ierland.
Iemand heeft pas recht op al deze beginselen als hij natuurlijk naar de rechter kan.

Redelijke termijn – art. 20 Rv jo arrest Capuano/ Italië
Doorlooptijden = periode waarin een zaak moet eindigen zodat de uitspraak niet te lang duurt
(verplichting van de rechter).

Hoofdkenmerken
Twee feitelijke instanties: mogelijkheid om de zaak voor een hogere, tweede feitenrechter, te
brengen (het hof).

Toezicht op rechtspraak d.m.v. cassatie: voor toezicht op wijze van rechtsspreken,
handhaving van rechtseenheid en bevorderen rechtszekerheid.

Verplichte procesvertegenwoordiging: in beginsel (art. 79 jo. 255)

, Boek 3 BW titel 11  Rechtsvorderingen.

Misbruik van (proces)recht wordt door de beginselen op zich al goed gewaarborgd. Er is pas
sprake van misbruik van procesrecht als bijvoorbeeld eiser zijn vordering baseert op
onjuistheden die hij kende/ behoorde te kennen of stellingen waarvan hij wist dat deze geen
kans van slagen hadden. Gevolgen zijn niet-ontvankelijkverklaring of veroordeling in de
proceskosten. Gelet op beginsel van toegang tot de rechter (art. 6 EVRM) moet dit wel
terughoudend getoetst worden. art. 3:15 jo, 3:13 kan ook toegepast worden bij misbruik van
processuele bevoegdheden.

3. Soorten civiele procedures
Overheidsrechter
1) Dagvaardingsprocedure (week 1B)
In beginsel contentieuze zaken
2) Verzoekschriftprocedure (week 2A)
Contentieus en voluntair (vooral familie- en arbeidsrecht)
3) Deelgeschilprocedure (art. 1019w Rv)
Deel van de rechtsvragen voorleggen aan de deelgeschilrechter. VB:
schadevergoeding i.v.m. letselschade. Voor hoogte van de vergoeding, dus alleen dat
deel/ rv, kan een deelgeschilprocedure voor onderhandeling daarover.

Particuliere rechter
1) Arbitrage (week 2, VB: Arbiter of scheidsgerecht)
2) Bindend advies (VB: geschillencommissies, rijdende rechter)
Partijen kunnen afspreken dat geschillen worden voorgelegd aan derden, die uitspraak
is een bindend advies en heeft kracht van gesloten overeenkomst tussen partijen. De
rechter kan en mag niet helemaal uitgesloten worden door partijen. Op grond van
R&B (art. 6:248) kan het advies altijd nog aan de rechter voorgelegd worden.

Mediation. Is een alternatief, maar geen rechtspraak.

Art. 70 Rv (verwijzing naar bestuursrechter)  Indien iemand een vordering voor de
bestuursrechter indient bij de burgerlijke rechter, verklaart de rechter zich niet onbevoegd,
maar de eiser in zijn vordering niet-ontvankelijk. De administratieve procedure moet eerst
gevoerd worden voor het verder kan naar de burgerlijke rechter (als dat nodig is).

4. Spelers in BPR
Partijen.
In beginsel kan iedereen in rechte optreden, m.u.v. handelingsonbekwamen. Daarbij is de
ouder/ voogd/ curator vertegenwoordiger en treedt als procespartij op. Voogd en curator
hebben hiervoor machtiging van de kantonrechter nodig (art. 386 Rv). Een subjectieve
cumulatie van rechtsvorderingen is wanneer er meerdere partijen in proces zijn, dat kunnen
meerdere eisers, maar ook gedaagden zijn. Als er onvoldoende samenhang is tussen partijen
kan de rechter (op verlangen of ambtshalve) het geding splitsen.

Ook het OM kan als partij in een civiele procedure optreden. (VB: rechterlijke machtiging
verzoeken tot opneming in psychiatrisch ziekenhuis). De gewone procesregels zijn van
toepassing, voor zover de wet daarvan niet afwijkt (art. 43 Rv).

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller charlottehendrikse. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.26. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72042 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.26  3x  sold
  • (0)
  Add to cart