100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting gedragswetenschappen periode 1.2 (leerjaar 1, periode 2) (beoordeeld: 8.2) HBO verpleegkunde $6.32   Add to cart

Summary

Samenvatting gedragswetenschappen periode 1.2 (leerjaar 1, periode 2) (beoordeeld: 8.2) HBO verpleegkunde

 37 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting gedragswetenschappen periode 1.2. Op basis van deze samenvatting een 8.2 behaald.

Preview 2 out of 14  pages

  • February 8, 2021
  • 14
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Gedragswetenschappen
Periode 2

Week 1

Vroegere denkbeelden: geen aparte status/behandeling kind.
- Middeleeuwen: kinderen zijn miniatuurvolwassenen.
- Reformatie: kinderen worden zondig geboren en moeten geciviliseerd worden.
- Verlichting: kind komt leeg ter wereld (tabula rasa), ouders vormen het kind (nurture).
Vanaf 20e eeuw: opkomst kinder- en jeugdpsychiatrie.
- Een kind kan systematisch bestudeerd worden.
- Kind is in ontwikkeling en afhankelijk van omgeving.
- Ontwikkeling kan verstoord raken.
- Veel verschillen tussen kinderen en volwassenen.

Ontwikkelingspsychologie (levenslooppsychologie): de psychologie van de ontwikkeling van de mens, van
de geboorte tot aan ouderdom, met het accent op de jaren tot volwassenheid.

Ontwikkelingspsychologen verdelen kindertijd en adolescentie meestal in:
- Prenatale periode (van conceptie tot geboorte)
- Baby- en peutertijd (van geboorte tot 3 jaar)
- Kleutertijd (van 3 tot 6 jaar)
- Basisschooltijd (van 6 tot 12 jaar)
- Adolescentie (van 12 tot 20 jaar)

Cohort: een groep mensen die rond dezelfde tijd op dezelfde plek is geboren.
Cohorteffect: een effect dat optreedt als gevolg van een bepaalde historische gebeurtenis (internet).
Normatieve invloeden: invloeden die voor een groep gelden.
Niet-normatieve invloeden: invloeden in het leven van een specifiek persoon op de ontwikkeling.

Onderzoek naar kinderen is onder te verdelen in 5 thema’s (deze worden elke week uitgewerkt):
- Fysieke ontwikkeling (wordt niet verder op in gegaan)
- Cognitieve ontwikkeling
- Sociaal-emotionele ontwikkeling
- Morele ontwikkeling
- Persoonlijkheidsontwikkeling

Cognitieve ontwikkelingstheorie van Piaget
- Gedrag weerspiegelt denk- en kennisniveau afhankelijk van leeftijd.
- Leren is een interactief proces: zo worden cognitieve schema’s gevormd (cognitief schema:
innerlijke weergave van een onderwerp).
- Schema’s worden geleidelijk aangeleerd.
- Functies van intelligentie: organiseren van schema’s en adaptie.

Adaptie (aanpassen aan de wereld om je heen) gebeurt via:
Assimilatie: waarneming wordt met een bestaand begrip geïnterpreteerd (inpassen in een systeem)
(vliegtuig: ‘vogel’).
Accommodatie: uitbreiden van schema’s (aanpassen van een systeem) (kind op het vliegveld).

Stadia van de cognitieve ontwikkelingstheorie van Piaget:
- Sensomotorische fase (0-2 jaar)
- Pre-operationele fase (2-6 jaar)
- Concreet operationele fase (6-12 jaar)
- Formeel operationele fase (12 jaar en ouder)

, Sensomotorische fase (0-2 jaar)
- Denken ontstaat door doen (gebruiken zintuigen en motoriek)
- Alleen wat je kunt zien, bestaat (als moeder gezicht bedekt, is ze weg)
- Later objectpermanentie: buiten het direct waarneembare, bestaan er nog andere dingen
(vormen en mensen blijven bestaan, ook als ze er niet zijn)
- Vorming van cognitieve schema’s
- Intelligentieontwikkeling

Pre-operationele fase (2-6 jaar)
- Het vermogen tot mentale representatie breidt zich uit
- Symbolische representatie: iets kan voor iets anders staan (banaan is een telefoon)
- Fantasie en werkelijkheid lopen door elkaar
- Egocentrisme (alleen vanuit eigen perspectief waarnemen) neemt geleidelijk af
- Centratie: verschijningsvorm bepaalt het denken (statisch) (hoogste beker zit het meeste in)
- Wat ze zien bestaat, geen verdere redenatie (sinterklaas bestaat, kind door waterpuntje)
- Snelle taalontwikkeling
- Ontwikkeling van de fijne motoriek

Concreet operationele fase (6-12 jaar)
- Logisch redeneren/denken mogelijk (alleen met betrekking tot concrete, tastbare dingen)
(sinterklaas bestaat niet, kind past niet in een putje)
- Reversibiliteit: terug redeneren wordt mogelijk
- Conservatiebegrip: hoeveelheid blijft gelijk, ook als de vorm veranderd
- Een probleem van twee kanten kunnen bekijken

Formeel operationele fase (12 jaar en ouder)
- Hypothetisch denken mogelijk (denken in termen van veronderstellingen) (als dit… dan dat)
- Meerdere oplossingen kunnen inventariseren en toetsen
- Logisch denken, ook als voorgestelde regel onlogisch is (veer tegen een glas slaan)
- Abstract denken (iets kunnen voorstellen bij de hemel of zin van het leven)

Week 2

Sociaal-emotionele ontwikkeling
- De basis van sociaal gedrag is heel jong aanwezig (wordt medebepaald door temperament).
Temperament: een in aanleg gegeven reactiewijze.
- Interacties met omgeving spelen een rol in ontwikkeling van sociale en emotionele vaardigheden.

De basisemoties (boos, bedroeft, bang, blij) zijn bij jonge baby’s al zichtbaar. De mate van de expressie en
frequentie hangt af van het temperament.

Differentiële emotietheorie (Caroll Izard):
- Uiten van emoties weerspiegelen emotionele ervaringen (baby’s beleven de emoties).
- Het tonen van emoties helpt bij het leren omgaan met emoties.
Belangrijke emoties:
- Vreemdenangst (angst voor vreemden) en scheidingsangst (angst voor het vertrekken van een
ouder). Deze angsten komen door toegenomen cognitieve vermogens.
- Glimlachen (ook ‘sociale glimlach’). Glimlachen gebeurt eerst willekeurig, later steeds selectiever.

Baby’s gaan eerst uitdrukkingen imiteren en later begrijpen (non-verbale decodering).
Baby kan gezichtsuitdrukkingen en vocale uitingen van ouders al na 4 maanden begrijpen.
Emoties tonen en emoties interpreteren helpt baby’s bij:
- Het ervaren van eigen emoties.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller destiny2002. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.32. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

76449 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.32  1x  sold
  • (0)
  Add to cart