Thanks passed with a 7 to this summary in one time! Thanks!
Seller
Follow
SamenvattingWFT
Reviews received
Content preview
Wft Consumptief krediet 2014
geschreven door:
SamenvattingWFT
De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Samenvattingen
Op Stuvia vind je het grootste aanbod aan samenvattingen en collegeaantekeningen. De
documenten zijn geschreven door jouw medestudenten, specifiek voor jouw opleiding!
www.stuvia.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
, Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Samenvattingen
WFT CONSUMPTIEF KREDIET 2014
Deel Algemeen
Hoofdstuk 1 Inleiding
De adviseur Consumptief krediet adviseert (natuurlijke personen) over financieringen met een consumptief
bestedingsdoel.
Om tot een duurzame relatie met de klant te komen moet je vier stappen doorlopen.
1. Inventariseren
2. Analyseren
3. Adviseren
4. Beheren
Hoofdstuk 2 Het vakgebied consumptieve kredietverlening
Een krediet is een uitstel van betaling van een geldsom of goed tegen betaling van kredietvergoeding. De instantie
die het krediet verstrekt, heet de kredietgever. De persoon die het krediet ontvangt, is de kredietnemer.
Een kredietgever kan een consumptief krediet aanbieden in de vorm van een geld- of goederenkrediet.
Een geldkrediet is een consumptief krediet dat de kredietgever contant, maar meestal giraal, aan de kredietnemer
ter beschikking stelt.
Een geldkrediet komt voor in de vorm van een aflopend, doorlopend, card of rekeningcourant krediet. Meestal is
bij een geldkrediet sprake van een blanco krediet. Bij een blanco krediet zijn geen zekerheden verbonden aan het
krediet.
Bij een goederenkrediet krijgt de kredietnemer geen geld in handen, maar een bepaald goed of een bepaalde
dienst. Bij een goederenkrediet van sprake zijn van een twee- of driepartijencontract.
Hoofdstuk 3 De markt
Op de markt van consumptief krediet zijn vijf soorten aanbieders actief:
1. Banken
2. Creditcardmaatschappijen
3. Financieringsmaatschappijen
4. Postorderbedrijven
5. Gemeentelijke kredietbanken
Participaties (deelneming) in een financieringsmaatschappij
Een financieringsmaatschappij heeft voor het verstrekken van kredieten kapitaal nodig. Hiervoor gebruikt zij
diverse bronnen. Een daarvan is het uitgeven van participaties; beleggers investeren hiermee in
een financieringsmaatschappij. Door het investeren in participaties oefent een belegger ook invloed uit op
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
, Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Samenvattingen
bepaalde onderdelen van het beleid van de financieringsmaatschappij. Investeerders die een groot aantal
participaties bezitten, oefenen grote invloed uit.
DNB houdt nauwlettend in de gaten wie deze grote investeerders zijn om te voorkomen dat
financieringsmaatschappijen 'in verkeerde handen vallen'. Investeerders zouden een financieringsmaatschappij
kunnen inzetten voor het witwassen van geld. Om die reden moet iedereen die participaties van een
financieringsmaatschappij bezit, dit melden bij DNB zodra meer dan 20, 33, 50 of 95% van de participaties in bezit
is.
Daarnaast moet de financieringsmaatschappij ieder jaar in juli de identiteit bekendmaken van de natuurlijk- en
rechtspersonen die een gekwalificeerde deelneming in de financieringsmaatschappij hebben. Van een
gekwalificeerde deelneming is spraken als iemand meer dan 10% van de participaties in bezit heeft.
Als de gekwalificeerde deelneming verder stijgt naar 20, 33, 50 of 95%, dan dient de financieringsmaatschappij dit
direct te melden. Hetzelfde geldt voor de situatie waarin sprake is van een volledige overname of fusie.
Gemeentelijke Kredietbanken zijn voortgekomen uit de 'Pandjeshuizen' teneinde iets te doen aan hoge
woekerrentes.
Omdat onder de pandjesbazen veel woekeraars zaten, is in 1910 de 'pandhuiswet ingevoerd'. Hierin staan regels
opgesteld voor de pandhuizen.
Een van de belangrijkste zaken is een maximum pandbeleningsrentevergoeding. Het maximum percentage
bedraagt het eerste jaar 9% per maand, vanaf het tweede jaar is dit 4,5% per maand. Naast deze vergoeding
mogen geen andere kosten in rekening worden gebracht. Deze vergoeding is aanzienlijk hoger dan de maximale
rentevergoeding voor geldkredieten welke 16% per jaar ofwel 1,33% per maand bedraagt. De reden voor dit
verschil ligt in de hogere kosten structuur die pandbelening met zich meebrengt. Deze kosten bestaan uit
taxatiekosten, kosten voor opslag van de goederen en de mogelijke waardedaling van de goederen.
Het pandbewijs is een onderhandse akte waarin staat wat de klant heeft beleend, hoeveel geld hij daarvoor heeft
gekregen (de beleensom) en wat de beleentermijn is.
Het pandbewijs is een bewijs 'aan toonder'. Dit houdt in dat iedereen die het pandbewijs laat zien als eigenaar van
de goederen wordt gezien, ongeacht of dit dezelfde persoon is die de beleende goederen heeft ingeleverd. Als de
klant niet binnen de afgesproken termijn terugbetaalt, kan hij de termijn nog verlengen. Betaalt hij dan nog steeds
niet, dan verkoopt het pandhuis het verpande roerende goed. Als het meer opbrengt dan de hoogte van de lening
was, ontvangt de klant de extra opbrengst.
De invoering van de Geldschieterswet in 1932 bande de woekeraars uit. Deze wet stelde een maximum aan de te
heffen rente, waardoor de woekeraars steeds minder waren geneigd grote risico's te aanvaarden.
Tegenwoordig hebben de meeste gemeenten in Nederland hun sociale kredietverlening ondergebracht in
Gemeentelijke Kredietbanken (GKB's). Zij mogen op grond van de WCK en de wet Financiering Decentrale
Overheden (FIDO) alleen leningen verstrekken aan inwoners met een inkomen tot maximaal 130% van het
wettelijk minimumloon (bruto).
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SamenvattingWFT. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.27. You're not tied to anything after your purchase.