100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
MANAGEMENT EN ORGANISATIE P4 SAMENVATTING $6.20   Add to cart

Summary

MANAGEMENT EN ORGANISATIE P4 SAMENVATTING

 39 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van alle verplichte literatuur van het vak m&o in de P4, met veel overzichtelijke tabellen!

Preview 3 out of 24  pages

  • No
  • H2 t/m 6, 8 en 10
  • February 19, 2021
  • 24
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Management en organisatie
Week1

H2 Strategie
2.1 Inleiding
Organiseren= het optimaal laten samenwerken van mensen en middelen om een bepaald doel te bereiken. Het
organiseren begint dus allemaal met een doel als uitgangspunt.
Om een doel te bereiken, heb je vaak een strategie nodig. Doelen en strategie vormen daarmee het begin van
het gehele proces van organiseren en dus ook van ons model van Management & Organisatie.

2.2 Wat is strategie?
Strategie= gaat over de manier waarop je probeert om organisatiedoelen te bereiken (wat? en hoe?)
- Lang termijn: de strategie gaat in ieder geval over de lang termijn.
- Doelgericht: er moet duidelijk worden gemaakt wat de organisatie precies wil bereiken.
- Middelen: mensen, kapitaalgoederen (gebouwen en machines), financiële middelen.
- Activiteiten: wat moet je doen om de doelen te bereiken?

Begrip strategie gedefinieerd volgens:
Michael Porter
Hij definieert concurrentiestrategie als volgt: concurrentiestrategie is een combinatie van einddoelen, waar een
bedrijf naar streeft en de middelen (het beleid) waarmee men tracht om deze te realiseren.
Beleid= het aangeven van de richting waarin, de wijze waarop en de middelen waarmee de organisatie haar
doelen wil realiseren.
Je moet jezelf onderscheiden in de ogen van de afnemer.
Afnemer= een klant of consument die bepaalde producten of diensten aanschaft.
Operationele effectiviteit= de organisatie zo doeltreffend mogelijk te laten functioneren.
Effectiviteit (doeltreffendheid)= heeft ermee te maken in hoeverre we het doel van een activiteit halen. Dat
kunnen we omschrijven als: Doen we de goede dingen?
Efficiëntie (doelmatigheid)= gaat over het bereiken van een doel tegen de laagst mogelijke kosten (offers).
Offers hebben betrekking op het al dan niet nuttig gebruik van materiaal, arbeid, energie en middelen.

Hamel en Prahalad
Kerncompetenties/ kernbekwaamheden= unieke en voor de markt relevante bekwaamheden die de essentie
vormen van concurrentievoordeel. 3 kenmerken waaraan kernbekwaamheden moeten voldoen:
1. Ze zijn moeilijk te imiteren door andere ondernemingen.
2. Ze moeten de koper voordeel verschaffen en waardevol zijn.
3. Men kan de kernbekwaamheden in veel verschillende markten en producten toepassen.
Mbv kernbekwaamheden kunnen organisaties een goede positie op de markt innemen en
concurrentievoordeel behalen.

Mintzberg
Vijf definities van strategie:
1. Plan: geeft een richting aan en benoemt acties. Het gaat hierbij om vooruitkijken.
2. Patroon: kijkt terug en beschrijf de in het verleden uitgevoerde acties als consequent gedrag in loop
van de tijd. Het gaat hierbij oom terugkijken.
3. Positie= het koppelen van producten aan markten. Extern gericht.
4. Perspectief= visie en organisatiedoelen. Intern gericht.
5. Plot= het spel van zet en tegenzet, beweging en schijnbeweging (concurrenten spelen met elkaar).


2.3 Het proces van strategisch management
Het boek Corporate Strategy van H. Igor Ansoff (1918-2002) wordt hiermee grondlegger van het strategisch
management gezien.
Strategisch management= het proces van systematische analyse van de externe en interne factoren van een
organisatie om te komen tot strategische beleidsopties voor het verwerven van duurzaam
concurrentievoordeel.

1

,Strategisch management kan in fasen worden in gedeeld. De fasen lopen van 1 tot 6, maar dat wil niet zeggen
dat er geen tussentijdse zogenoemde loops mogelijk of wenselijk zijn. Bij een loop keer je terug naar een
eerdere fase in het model wanneer de uitkomst van een fase onvoldoende resultaat oplevert. Steeds meer
ondernemingen gaan over tot het jaarlijks opstellen van aanpassingen, waardoor het een rollend proces krijgt.

Het model van strategisch management:




- Fase 1 Huidige situatie
Vanuit de missie (reden van bestaan), visie en ambitie (ambitieus beeld vd gewenste toekomst)
doelstellingen bepalen. Goed analyseren van het vertrekpunt van strategisch management.
- Fase 2 Externe analyse
Omgevingsverkenning en marktanalyse;
Omgevingsverkenning= factoren die van buitenaf op organisatie inwerken. Bij marktomgeving
onderzoeken we de belanghebbenden bij de organisatie en de concurrentieomgeving.
Resultaat?  kansen en bedreigingen vanuit omgeving en de kritische succesfactoren (KSF)= factoren
die voor een organisatie van wezenlijk belang zijn voor succes en continuïteit.
- Fase 3 Interne analyse
Onderzoeken waarin de organisatie, in relatie tot de markt, sterk en zwak is. Belangrijk thema’s zijn
het analyseren van het productportfolio en het vaststellen van de unieke vaardigheden vd organisatie.
Resultaat?  een beschrijving van de sterkten en zwakten vd organisatie.
- Fase 4 SWOT-analyse
Sterkten, zwakten, kansen en bedreigingen. Deze elementen confronteer je met elkaar.
Resultaat?  inzichtelijk geheel van de huidige en mogelijk toekomstige situatie vd organisatie.
- Fase 5 Strategievorming
Door het vergelijken van kansen en bedreigingen met sterkten en zwakten kun je strategische
beleidsopties formuleren. Door het beoordelen van deze beleidsopties kun je een keuze maken voor
een definitieve strategie.
- Fase 6 Strategie uitvoeren en evalueren
Om de strategie goed tot uitvoering te brengen, is het noodzakelijk om de strategie uit te werken in
plannen, die erop gericht zijn om het einddoel stap voor stap te realiseren.

Missie= de verklaring van de bestaansredenen en de identiteit van de organisatie. En geeft antwoord op de
vraag: ‘Waarom bestaan we, waarom doen we wat we doen?’. Missie gaat zo’n vijf-tien jaar mee.

Visie= een ambitieus beeld van de gewenste toekomst van de organisatie. ‘Wat willen we zijn?’
Een visie heeft een aantal functies voor organisatie:
- Ze geeft een richting aan managers en medewerkers
- Ze moet mensen inspireren en motiveren
- Ze geeft aan hoe men zich wil onderscheiden van anderen


2

, Een visie verandert sneller dan een missie. Wanneer de omgeving waarin de organisatie actief is relatief snel
verandert, zal je de visie ook sneller moeten aanpassen.

Ambitie= datgene wat de organisatie uiteindelijk wil realiseren. ‘Waar gaan we voor?’
Organisaties met ambities willen zich steeds verbeteren en vernieuwen en streven naar een bepaald ideaal.

Kernwaarden= de leidende principes, overtuigingen en drijf veren van de organisatie en haar leden. ‘Waar
geloven we in?’. Bijv: eerlijk, betrokken en innovatief.

Doelstelling= de beschrijving van de beoogde toestand of resultaten. Ze worden uit de missie, visie en ambitie
afgeleid. Doelstellingen zijn SMART geformuleerd: specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden.


2.4 De organisatie in de omgeving
Organisaties kunnen functioneren als een gesloten of een open systeem.
Gesloten systemen= staan niet voortdurend bloot aan veranderingen in omgeving waar ze geen directe invloed
op hebben.
Open systemen= houden wel degelijk rekening met impulsen van buitenaf en reageren daar adequaat op, om
te voorkomen dat de onderneming de aansluiting bij haar omgeving verliest.

Contextuele omgeving= de context waarin de organisatie functioneert en die van invloed is op de organisatie.
In algemene omgeving wordt organisatie beïnvloedt door allerlei ontwikkelingen waarop zij zelf weinig invloed
kan uitoefenen.
Transactionele omgeving= de omgeving waarin transacties met partijen plaatsvinden. Directe omgeving bestaat
uit partijen waarmee de organisatie contact onderhoudt, waardoor ze wordt beïnvloed en waarop ze zelf
invloed kan uitoefenen.

2.5 Externe analyse
Algemene (macro-)omgeving= het geheel van omgevingsfactoren waarop een organisatie geen of beperkt
invloed kan uitoefenen.
Organisaties als open systeem moeten rekening houden met invloeden van buitenaf. Organisaties trachten een
zogenaamde afstemming, een strategische fit, te bereiken met de omgeving.
Strategische fit= de aansluiting van de organisatie op de omgeving.
Goede strategische fit= organisatie opereert in goede harmonie met de omgeving. Slechte fit= als het presteren
vd organisatie niet goed aansluit op de behoeften en kwaliteitsverwachtingen van de omgeving.

Algemene omgevingsfactoren worden ook wel DESTEP-factoren genoemd:
 Demografische ontwikkelingen
= gaat vooral over kenmerken van de bevolking
- Omvang van de bevolking: als de bevolking groeit of krimpt, kan dit direct van invloed zijn op de
omvang van de hoeveelheid producten die organisaties kunnen leveren.
- Leeftijdsstructuur van de bevolking: als er sprake is van daling van geboortecijfer, dan zal bijv in de
toekomst vraag naar onderwijs kleiner worden. Om leeftijdsstructuur van een bevolking te duiden
wordt het begrip demografische druk gebruikt.
- Samenstelling van de bevolking: op gebied van etniciteit wordt beïnvloed door toename of afname vh
aantal inwoners met een migratieachtergrond in een bepaald land.
 Economische ontwikkelingen
= gaat om kenmerken van de economie en om (inter)nationale economische ontwikkelingen.
- Nationaal inkomen: het totaal door inwoners verdiende inkomen van een land ineen jaar.
- Besteedbaar inkomen: het bruto-inkomen na aftrek van premies sociale verzekeringen en belastingen.
Bepaalt de vrije bestedingsruimte van een persoon of huishouden.
- Koopkracht: de hoeveelheid goederen en diensten die met het besteedbaar inkomen gekocht kan
worden.
- Consumentenvertrouwen: begrip dat aangeeft in hoeverre huishoudens vinden dat het economisch
gezien beter of slechter gaat.
- Internationale economische ontwikkelingen: sprake van import en export van goederen en diensten.
 Sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen

3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Pienjanssenn. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.20. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

76669 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.20
  • (0)
  Add to cart