100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Hoorcolleges tentamen 2 (7 t/m 12) Boze Burgers van de 16e eeuw tot nu R99,85   Add to cart

Class notes

Hoorcolleges tentamen 2 (7 t/m 12) Boze Burgers van de 16e eeuw tot nu

 20 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Hoorcollege-aantekeningen van het vak boze burgers van de 16e eeuw tot nu. Gegeven aan Universiteit Leiden als onderdeel van de bachelor Geschiedenis. Aantekeningen zijn uitgebreid en geschreven in goed Nederlands. Het zijn de complete aantekeningen voor deeltentamen 2 (hoorcollege 7 tot en met 12)...

[Show more]

Preview 3 out of 21  pages

  • May 17, 2021
  • 21
  • 2020/2021
  • Class notes
  • J.s. pollmann, h. te velde e.a.
  • College 7 t/m 12
avatar-seller
Hoorcolleges Boze Burgers (hoorcollege 7 tot en met 12)

2020-2021

Universiteit Leiden – Bachelor geschiedenis – jaar 2 – semester 2

Tentamen 2


Hoorcollege Boze Burgers 17032021

Het burgerschap waarop we het hele idee van burgerschap baseren is het vroegmoderne stedelijke
burgerschap. Vanaf de negentiende eeuw ligt de nadruk echter niet meer op de lokale context bij
collectieve politieke actie. Er is nu een nationale eenheidsstaat waar de politiek geconcentreerd is.
Wat doet dit met burgerschap en boze burgers?

Na 1813
 Er ontstaat een nationaal vertegenwoordigend systeem. Dit werd geïntroduceerd in de
Bataafse Republiek met een parlement, een grondwet en een eenheidsstaat. De nationale
eenheidsstaat blijft na 1813 gehandhaafd.
 Steden verloren veel autonomie. Voorheen werden stedelijke verlangens doorgegeven naar
provinciaal en nationaal niveau en nu zien we dat politiek meer top-down wordt in plaats van
bottom-up.
 Gedachtegoed en repertoire van boze burgers blijven deels bestaan:
o Hun acties zijn vaak lokaal geconcentreerd.
o Manifestaties van boos burgerschap zijn ongemakkelijk voor de politieke elite, los
van de vraag of deze elite sympathiseert met de agenda van de oproerigheid. Boze
burgers hebben eigenlijk altijd een agenda en wanneer zij bijvoorbeeld pro-Oranje
zijn, zijn zij dat dan toch op een andere manier dan de elites.
o Boze burgers manifesteren zich slechts nu en dan.


Nationale politiek

Nationale politiek in de zin van rechtstreekse vertegenwoordiging van burgers op nationaal niveau
ontstaat voor het eerst met het begin van de Bataafse Republiek (1795). Nationale politiek is ook
gericht op de vertegenwoordiging van gewone burgers. Het idee van burgerschap verandert ook:
iedereen is vanaf dit moment burger. Hier zien we duidelijk dat ideeën beïnvloed zijn door het
gedachtegoed van de Franse Revolutie. Men vond brede volksparticipatie belangrijk.

De nadruk verschuift echter van vertegenwoordiging naar bestuur en eenheid in de eenheidsstaat
vanaf 1798. Burgers worden meer beschouwd als mensen die je nodig hebt om bestuur te
legitimeren, en minder als mensen die inspraak moeten hebben. Men ging grote burgerinvloed
storend vinden omdat het bestuur vertraagt. Onder Napoleon verdwijnt vrijwel alle inspraak.

In 1813 komt er een vrij brede beweging tot stand in Nederland om terug te gaan naar nationale
onafhankelijkheid. Er komt een koninkrijk tot stand zonder veel inspraak. Er is nu wel nationale
politiek, maar die staat op grote afstand van de burgers. Er is sprake van een elitaire politiek: maar
weinig mensen hebben kiesrecht en deze mensen hebben ook maar weinig invloed.



1

,Prak en Bonne stelden dat het vroegmoderne burgerschap (met de Kleine en Grote Traditie)
verdween met de komst van de Franse Tijd. Dit is geen gekke positie, want na 1815 zien we maar
weinig van dit soort burgerschap. De autonome, bottom-up vorm van zelfbewust burgerschap uit de
steden lijkt verdwenen na 1815. Rellen is ook lastiger doordat er nu een nationaal leger is dat de
onrust kan onderdrukken.

Burgerschap in de historiografie

Historiografie richt zich vooral op wat er nieuw is in het burgerschap vanaf de late achttiende eeuw:
nationaal burgerschap. Het kijkt weinig naar bijvoorbeeld continuïteit met de perioden ervoor. Dit
nieuwe burgerschap zou een aantal gedaanten aannemen:

 Cultureel/beschaafd. In de historiografie is veel aandacht geweest voor het
beschavingsoffensief van allerlei verenigingen die vanaf het eind van de achttiende eeuw
beschaving wilden gaan uitdragen. Zij vatten burgerschap op in termen van de cultuur die je
had en hoe je je gedroeg. Dit kunnen we een cultureel, beschaafd burgerschap noemen. Dit
was een top-down beschavingsoffensief. Men wilde het burgerschapsideaal uitdragen via
bijvoorbeeld onderwijs aan de gewone bevolking. Dit betekende niet dat men wilde dat
iedereen burger werd, men wilde het wel nog enigszins exclusief houden omdat men er
status aan ontleende.
 Antropologisch. Hierover is minder te vinden in historiografie. Dit gaat over burgerschap als
een vorm van betrokkenheid bij de gemeenschap, niet in direct politieke zin maar vooral in
de vorm van burenhulp. Dit uitte zich bijvoorbeeld bij begrafenissen en in de vorm van
nabuurplichten. Toen de lokale overheid meer dingen op het gebied van bijvoorbeeld sociale
voorzieningen ging regelen eind negentiende eeuw, begon dit soort burgerschap af te
nemen.
 Politiek. Voor wat er gebeurde met burgerschap als formele politieke categorie is ook veel
aandacht geweest in de historiografie. In de Republiek draaide het om stedelijk burgerschap
en vanaf de Bataafse Republiek draait het om staatsburgerschap. Nationale politiek raakte
gescheiden van de lokale context, omdat het vooral over constitutionele vragen ging in het
begin.


 Dus: scheiding van de sociaal-culturele, praktische en formeel-politieke aspecten van
burgerschap in de historiografie


Thorbecke 1848

De liberale beweging van Thorbecke heeft veel aandacht gekregen. Het was een emancipatie van de
gevestigde burgerij (niet per se de gegoede burgerij) en een verzet tegen oligarchie en ons kent ons.
Men wilde naar een wereld waarin je op basis van het recht wist waar je aan toe bent, en af van de
willekeur en personale structuren. Daarom kwam er een nadruk op kiesrecht en formele structuren.
Om rechtszekerheid tot stand te brengen zagen we een scheiding van publiekrecht en privaatrecht.
Men wilde het domein van de staat en van relaties tussen staat en burger scheiden van het domein
van burgers onderling. Alleen zo kon een einde gemaakt worden aan privileges. Privileges zijn
namelijk in essentie particuliere wetten die leiden tot willekeur.

De conclusie van Thorbecke was dat burgerschap gaat over de staat en niet over je particuliere leven,
belang, geloof of overtuiging (los van politieke overtuiging).


2

, Wat betekent burgerschap dan in deze context? Volgens Thorbecke draaide het om
staatsburgerschap, en hier schreef hij ook een opstel over. De voormalige autonomie van
bevoorrechte delen (lokale privileges) moet volgens hem uitgebreid worden tot een onbeperkte
autonomie van het hele volk. Mensen die niet in hun eigen onderhoud konden voorzien, konden zich
volgens hem niet verheffen tot de algemene zaak (want ze waren niet financieel en mentaal
onafhankelijk), en dus moesten zij ook niet meepraten. Het doel is echter wel dat iedereen
uiteindelijk voldoende verheven is om te beschikken over kiesrecht. Algemeen nationaal kiesrecht
wordt dus wel voorzien, wat uniek was in zijn tijd.
Thorbecke noemde de negentiende eeuw de eeuw van de staatsburger. Hij stelde dat het vele
kanten had, maar in de hoogste zin van het woord betekent het stemrecht (lokaal, provinciaal en
nationaal). Over de bredere context van burgerschap, cultureel en antropologisch, wordt niet echt
gesproken.

November 1813

De Fransen vertrekken in deze maand na het verslaan van Napoleon en we zien dat er geweld
plaatsvindt tegen representanten van de gehate overheid. Er ontstaat na Frans vertrek een
machtsvacuüm waarin oude reflexen terugkeren. Men valt terug op de lokale context en op de
oranjesymboliek die gedurende de Bataafs-Franse tijd zo goed als weg was. Men doet zoals eerder
weer een beroep op Oranje als redder. Er is dus een sterke lokale oriëntatie, ook van overheden die
soms de schutterijen in ere herstellen. Lokale dynamiek is nog die van de Republiek.

Dit strookt met Prak en Boone die stellen dat het pas in 1815 gedaan was met het vroegmoderne
burgerschap en de Kleine en Grote Traditie (want in 1813 zien we nog duidelijk de dynamiek van de
Republiek).

Aprilbeweging 1853

 Tegen herstel van de katholieke hiërarchie.
 Directe actie tegen katholieken: beledigingen en boycotten.
 Geen geweld. Dit is niet nodig voor effect en niet effectief in verband met de nationale zaak.
Petities zijn al effectief genoeg.
 Petities (aan de koning!). Deze hebben meteen het beoogde effect: het kabinet dat het
herstel van de katholieke hiërarchie heeft laten gebeuren, valt.
 Grote rol van de Nederlandse Hervormde Kerk en sterk lokaal georganiseerd.
 Orthodox-protestantse groepen maken gebruik van de ruimte die de grondwet van 1848 hen
bood: meer ruimte voor discussie tussen burgers.
 Wel overeenkomsten met Republiek: regering moet doen wat de bedoeling is, doel is niet
revolutie, sterk lokaal karakter protest, elite wordt ongemakkelijk.


Herdenking Den Briel 1872

 Controverse tussen orthodox-protestanten (militante herdenking met nadruk op geuzen),
katholieken (tegen herdenking) en conservatieven en liberalen (herdenking waarbij we
gevoelige elementen weglaten).
 Lokaal loopt deze herdenking uit de hand met ongeregeldheden tussen katholiek en
protestant.
 Geweld volgt oude patronen en repertoires: ingooien ruiten, bekladden gevels.
 Juist door deze controverse zijn herdenkingen hiervan na 1872 wat lastig geworden. Ook
werden herdenkingen van de Opstand weer wat minder populair. Oranje werd een sterker
3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying this summary from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sophiedeleeuwx. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy this summary for R99,85. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72841 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy summaries for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


R99,85  1x  sold
  • (0)
  Buy now