100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Strafrecht cluster B R78,37   Add to cart

Summary

Samenvatting Strafrecht cluster B

 35 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting strafrecht gegeven in jaar 1 in cluster B aan de HAN. Met deze samenvatting heb ik een 7,5 behaald.

Preview 2 out of 15  pages

  • January 10, 2022
  • 15
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Inleiding stafrecht
Het strafrechtelijk legaliteitsbeginsel
Artikel 1 strafrecht
Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling,
hieruit komt voort:
 Lex scripta
 Verbod van terugwerkende kracht
 Lex certa/bepaaldheidsgebod
 Verbod analogie

Lex scripta  geschreven strafbepaling
Gedrag is pas strafbaar indien het voorafgegaan is door een wettelijke strafbepaling
 Wettelijk: niet alleen in formele, maar ook in materiële wetten
 Strafbaarstellingen in de APV zijn toegestaan, denk hierbij bijvoorbeeld aan wildplassen
De rechter is verplicht in het vonnis concreet aan te geven waar in de wet het dor de
verdachte gepleegde gedrag strafbaar is gesteld

Verbod van terugwerkende kracht  strafbaar vanaf dit moment
Een feit is strafbaar uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling
 De strafbepaling moet bestaan op het moment dat de betreffende gedraging is begaan
 Denk bijvoorbeeld aan problemen die dit kan opleveren met nieuwe soorten drugs

Lex certa/bepaaldheidsgebod  wet moet duidelijk zijn
Rechtszekerheid creëren door middel van bepalingen die duidelijk genoeg zijn
Probleem:
 Te specifiek: oftewel de rechter kan zeer weinig mensen veroordelen (gedrag valt niet
onder bepaling) oftewel er moeten zeer veel wetten komen (zodat al het strafbare gedrag
beschreven is in de wet)
Heel specifiek omschrijven is dus niet mogelijk
 Te vaag: ‘Hij die iets fout doet wordt bestraft’: op deze manier weten mensen niet goed
waaraan zij zich moeten houden: welk gedrag is binnen de regels?
Te vaag is dus ook niet goed
Binnen de regels: ‘Schennis van de eerbaarheid wordt bestraft met…’
Enige vaagheid is dus onvermijdelijk! Regels moeten duidelijk genoeg zijn. Moeizame
zoektocht naar balans tussen ‘te vaag’ en ‘te specifiek’
Hoge Raad Onbehoorlijk gedrag

Verbod van analogie  het uitleggen van de bepaling mag, maar…
Nu enige vaagheid in de wet toegestaan is, moet er met regelmaat een rechter aan te pas
komen om uit te leggen wat een bepaling inhoudt
De rechter mag dan wettelijke bepalingen uitleggen naar de specifieke situatie van het
strafbare feit dat aan hem ter beoordeling wordt voorgelegd. De rechter mag echter de wet
niet te ruim uitleggen.
De rechter gebruikt hiervoor interpretatiemethoden

Interpretatiemethoden  voor het uitleggen van niet geheel duidelijke bepalingen in de wet
Om de bepalingen uit te leggen maakt de rechter gebruik van interpretatiemethoden

, We kennen er 5
1. Wetshistorische interpretatie: er wordt gekeken naar de ontstaansgeschiedenis
van de wet
2. Grammaticale interpretatie: er wordt gekeken naar de letter van de wet
3. Systematische interpretatie: er wordt gekeken naar de plaats van de regel in het
systeem van de regelgeving
4. Teleologische interpretatie: er wordt gekeken naar het maatschappelijk doel dat
de wetgever heeft willen dienen
5. Anticiperende interpretatie (weinig voorkomend): hierbij wordt vooruitgelopen
op de regelgeving die nog niet is ingevoerd

Strafbepalingen
Te voldoen aan artikel 1 strafrecht
Om bepaald gedrag strafbaar te stellen zal de wetgever dus strafbepalingen maken
Deze strafbepalingen zijn gemaakt op de basis die het legaliteitsbeginsel voor ons heeft
gelegd en voor strafbaarstelling moeten ze aan de regels van het legaliteitsbeginsel voldoen
Deze strafbepalingen zien er in ons wetboek van strafrecht steeds ongeveer hetzelfde uit

De delictsomschrijving  bestaande ut bestanddelen
De omschrijving van het strafbaar gestelde gedrag. De delictsomschrijving begint in het
algemeen met de woorden ‘hij die’ en loopt door tot de woorden, ‘wordt, als schuldig aan…’
De kwalificatie  de naam van het strafbare feit
Dit is de naam die de wetgever aan het feit geeft. Bijvoorbeeld in artikel 287 strafrecht. Als
iemand een ander opzettelijk van het leven beroofd, dan noemen we dat: doodslag. Dit blijkt
uit de woorden na, ‘wordt als schuldig aan’. Andere kwalificaties vinden we bijvoorbeeld in
artikel 310 strafrecht (diefstal), artikel 321 strafrecht (verduistering) en artikel 289 strafrecht
(moord).
De strafmaat  de maximaal op te leggen straf
De strafmaat komt in de strafbepaling meestal na de kwalificatie. In de strafbepaling staat
slechts aangegeven wat de maximale vrijheidsstraf (gevangenisstraf of hechtenis) en de
maximale geldboete (in categorieën) is. Dit wil niet zeggen dat dit de enige op te leggen
straffen zijn. In het algemeen zijn de mogelijke straffen te vinden in artikel 9 strafrecht. Let
op dat ook combinaties van straffen mogelijk zijn (zie bijvoorbeeld artikel 9 lid 3 strafrecht
waarin de combinatie van een geldboete en een vrijheidsstraf wordt mogelijk gemaakt).
Daarnaast kunnen ook in de bijzondere wetten strafsoorten worden geschapen (zie
bijvoorbeeld de ontzegging van de rijbevoegdheid in artikel 179 wegenverkeerwet jo artikel
179a wegenverkeerswet.
Voorbeeld, artikel 287 strafrecht
‘Hij die opzettelijk een ander van het leven berooft, wordt, als schuldig aan doodslag, gestraft
met een gevangenisstraf van ten hoogste 15 jaren of een geldboete van de vijfde categorie.’
De delictsomschrijving: die die opzettelijk een ander van het leven berooft
De kwalificatie: doodslag
De strafmaat: een gevangenisstraf van ten hoogste 15 jaren of een geldboete van de vijfde
categorie
Let op! Niet in alle strafbepaling valt een onderscheid te maken tussen de
delictsomschrijving en de kwalificatie. Zie bijvoorbeeld artikel 300 lid 1 strafrecht. Hierin
vinden we slechts een bestanddeel waarin teven de naam van het feit (de kwalificatie) is

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying this summary from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hborechtenhan. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy this summary for R78,37. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62555 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy summaries for 14 years now

Start selling
R78,37
  • (0)
  Buy now