100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting inleiding genetica en neurowetenschappen R135,81   Add to cart

Summary

Samenvatting inleiding genetica en neurowetenschappen

 9 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Volledige samenvatting

Preview 4 out of 38  pages

  • February 3, 2022
  • 38
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Inleiding genetica
1 De erfelijke code en de wijze waarop ze wordt doorgegeven
1.1 Inleiding
Zygote/bevruchte eicel = versmelting van twee voorplantingscellen: de eicel van de vrouw en de
zaadcel van de man  het begin van elk dierlijk leven

Differentiatie = de cellen krijgen een specifieke vorm en functie
 Cellen van hetzelfde type (zenuwcel, spiercel, kliercel,…) verenigen zich om weefsels te vormen
 Samenhangende weefsels vormen de organen
 De erfelijke code = de informatie die nodig is om deze differentiatie mogelijk te maken  is in
elke cel aanwezig

1.2 Situering in de cel
De bevruchte eicel bestaat uit:
 Celmembraan: houdt het geheel samen en zorgt voor een selectieve uitwisseling tussen het
inwendige van de cel en haar omgeving
 Cytoplasma of celsap: hierin spelen alle stofwisselingsprocessen zich af
 Nucleus of celkern: bevat het erfelijk materiaal

1.2.1 Het celmembraan
Celmembraan = een extreem dun vliesje dat bestaat uit een dubbele laag vetmoleculen of
fosfolipiden waartussen grote klompen eiwitten zitten  in veel gevallen bevindt men aan de
buitenkant dikwijls ook nog een complex geheel van suikermoleculen
 Kan allerlei in- en uitstulpingen vertonen (afhankelijk van de functies die de cel moet vervullen)
 Bevat ook ionenkanaaltjes die selectief gesloten of geopend kunnen worden (zo’n kanaaltje is
een buisvormige opening omsloten door eiwitten die als poortwachter fungeren bij de selectieve
uitwisseling van stoffen doorheen de ionenkanaaltjes)




1.2.2 H
e
t




cytoplasma

,Cytoplasma = een complexe, ietwat geleiachtige stof
 Bevat diverse moleculen die van groot belang zijn voor de levensverrichtingen van de cel
 Bestaat 80% uit water
 Bevat belangrijke hoeveelheden organische stoffen: eiwitten (proteïnen), suikers (koolhydraten)
en vetten (lipiden), en hun voorlopers, mengvormen en afbraakproducten
 Bevat diverse anorganische stoffen of mineralen: natrium, chloor, magnesium, kalium, calcium
en ijzer
 Bevat ook nog andere stoffen die slechts in uiterst kleine concentraties voorkomen maar toch
van vitaal belang zijn voor de goede werking van het organisme
 Bevat ook een groot aantal orgaantjes of organellen die ieder een bepaalde functie vervullen in
de celwerking
o Endoplasmatisch reticulum (glad en ruw): holten en kanalen die zorgen voor transport
van chemische stoffen
o Netwerk van microtubuli: kleine buisjes die een soort skelet vormen voor de cel zodat ze
haar specifieke vorm kan behouden
o Golgi-apparaat (deel van het glad endoplasmatisch reticulum): waar de verpakking van
de producten plaats vindt die door de cel worden gemaakt
o Talloze vacuolen: soort blaasjes die diverse secretieproducten kunnen bevat
o Lysomen: zakjes met enzymen die instaat voor de afbraak (analyse) van diverse stoffen
o Mitochondriën: energiecentrales van de cel
o Ribosomen: spelen een belangrijke rol in het decoderen van erfelijke informatie
o Centriolen: spelen een rol in de celdeling

,1.2.3 De nucleus of celkern
Celkern bevat:
 Kernplasma (vloeistof)
 Kernmembraan (dat tal van openingen, kernporiën bevat)  belangrijk voor erfelijke informatie
die langs die openingen de activiteiten van de cel kan regelen
 Kernkleurstof of chromatine (fijnkorrelige, donkere vlekken) = chromosomen
 Kernlichaampje of nucleolus (een nog donkerdere gekleurde vlek)  speelt een beslissende rol
in het doorgeven van erfelijke informatie vanuit de celkern naar het cytoplasma

1.3 Uitzicht van het erfelijk materiaal
Chromosomen = de gekleurde lichaampjes die slechts zichtbaar worden in de celkern op het moment
dat de cel zich gaat delen

, 1.3.1 De enkelvoudige chromatinedraadjes
De menselijke celkern met 46 van die moleculen bestaat uit twee componenten:
 Het erfelijk materiaal zelf dat eruitziet als een extreem dun kettinkje
 Klopjes eiwitten waar dit kettinkje omheen zit gedraaid (nauwelijks 2 nanometer dik, maar in
volledig gestrekte toestand kunnen ze tot 8 cm lang zijn)
 Alles samen bereiken ze een lengte van bijna twee meter

1.3.2 Omvorming tot chromosomen
Wanner de cel zich voorbereidt om te delen:
 De dunne chromatinedraadjes die de erfelijke informatie bevatten worden korter en dikker 
vanaf dan worden ze apart zichtbaar als de 46 afzonderlijke chromosomen
 Het is onder deze vorm dat de chromosomen beschreven staan en het zijn ook deze
delingschromosomen die op een karyogram of chromosomenkaart zichtbaar zijn als de 46 aparte
chromosomen van een individu

De 46 chromosomen bestaan uit:
 23 chromosomen van de moeder en 23 chromosomen van de vader
 44 autosomen en 2 geslachtschromosomen

Autosomen = chromosomen die ons niets vertellen over het geslacht, maar wel over de erfelijke
lichaamsbepalende zaken bv. oogkleur, gestalte,…

Geslachtschromosomen = chromosomen die bepalen of een individu mannelijk of vrouwelijk is
 Vrouwen hebben twee gelijkvormige geslachtschromosomen, die we X-chromosoom noemen
(XX)
 Mannen hebben een X-chromosoom en een ander geslachtschromosoom, die we Y-chromosoom
noemen (XY)

Overeenkomstige of homologe chromosomen = chromosomen die geen identieke maar wel
eenzelfde soort informatie bevatten bv. twee homologe chromosomen kunnen allebei een code
bevatten voor de oogkleur, maar oop het ene vindt men een code voor bruine ogen en op het andere
die voor blauwe ogen

1.3.3 De chromosomenkaart of het karygogram
Chromosomenkaart of karyogram = het overzicht van de geordende chromosomen van een individu

Rangschikking:
 Lengte van de chromosomen: men rangschikt de chromosomen van groot naar klein in homologe
paren en genummerd van 1-22
 Plaats van de centromeer (middelpunt)
o Metacentrisch (snijpunt ligt mooi in het midden)
o Submetacentrisch (snijpunt ligt hoger dan het midden)
o Acrocentrisch (snijpunt ligt nog hoger)
 Bandpatronen (kleurpatroon die we kunnen onderscheiden op de chromosomen)
o Heterochromatine: ze bevatten vooral erfelijk materiaal dat niet echt gebruikt wordt en
dus geen invloed heeft op de eigenschappen van het individu
o Euchromatine: hier vindt men vooral de echte coderende informatie

 Afspraken onder wetenschappers om een afwijkend gen exact te kunnen lokaliseren

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying this summary from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daphnevanpamel. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy this summary for R135,81. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72042 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy summaries for 14 years now

Start selling
R135,81
  • (0)
  Buy now