Samenvatting Externe Verslaggeving voor Accountants (EVAC), welke in de Post master van Nyenrode wordt gegeven.
Deze samenvatting bevat alle lesstof + verschillende voorbeelden.
De volgende onderwerpen komen aan bod:
1.1. Opbrengstverantwoording (IFRS 15)
1.2. Financiële instrumenten (...
5-stappen-model:
1. Identificeren van het contract met de klant [15.9]
2. Identificeren van de prestatieverplichtingen [15.22]
3. Vaststellen van de transactieprijs [15.47]
4. Alloceren van de transactieprijs aan de prestatieverplichtingen in het contract [15.73]
5. Verantwoorden van opbrengsten op het moment dat de onderneming een prestatieverplichting
vervult [15.31]
Stap 1: Identificeren van het contract [15.9]
‘Een contract is een overeenkomst tussen twee of meerdere partijen die wettelijk opeisbare rechten en
verplichtingen creëren. Sprake van een contract wanner er goedkeuring is gegeven, rechten
betalingscondities identificeerbaar, economische betekenis, innen van de vergoeding waarschijnlijk.
Meerdere contracten afgesloten met dezelfde partij op dezelfde of rond dezelfde tijd worden gecombineerd
als [15.17]:
• Deze afgesloten zijn als een pakket;
• De te betalen vergoeding afhankelijk zijn van de prijs of prestatie van het andere contract;
• Er sprake is van een enkele prestatieverplichting.
Stap 2: Identificeren van prestatieverplichtingen in het contract [15.22]
Prestatieverplichtingen (performance obligation) worden onderscheiden als ze ‘distinct’ zijn. Dit is het geval
als aan twee voorwaarden wordt voldaan:
• De klant kan van het goed of de dienst profiteren ofwel op zichzelf, ofwel in combinatie met andere
gemakkelijk voor de klant beschikbare middelen; en
• De belofte tot levering van de dienst of goederen, is afzonderlijk identificeerbaar van andere
beloften in het contract.
Wanneer ze niet distinct zijn voeg je de prestatieverplichting samen.
Voorbeeld: wanneer er een contract is afgesloten voor de bouw van een boot, en het vervoer van de boot
van Rotterdam naar Dubai zijn er twee prestatieleveringen. Het schip kan namelijk ook worden geleverd
zonder vervoer, en het vervoer kan ook nog door een andere partij worden gedaan. Het schip bestaat uit
verschillende onderdelen, zoals de romp, installaties, inrichting etc. Deze losse elementen zijn niet te
onderscheiden binnen de context van het contract. Het gaat hier dus om twee verschillende
prestatieverplichtingen. Een andere prestatieverplichting welke vaak voorkomt is onderhoud. Bij machines
zien we productie en installatie als één prestatieverplichtingen, beide prestaties zijn niet distinct.
Stap 3: Vaststellen van de transactieprijs [15.47]
Bij een variabele vergoeding moet de entiteit dit schatten door gebruik te maken van één van de volgende
methoden:
• Verwachte waarde (expected value [15.53a]). Dit is mogelijk als sprake is van een groot aantal
contracten met vergelijkbare karakteristieken.
• Meest waarschijnlijke bedrag (most likely amount [15.53b]). Wanneer er geen sprake is van een
groot aantal contracten met vergelijkbare karakteristieken. Voorbeeld hiervan is de omzet
verantwoording van een schip. Je kijkt eerst naar het meest waarschijnlijke bedrag. Echter is het
van belang om het bedrag aan omzet te beperken tot het bedrag waarvan het zeer waarschijnlijk is
dat geen significante terugname plaats hoeft te vinden [15.56]. Dit percentage is circa 90-95%. Je
noemt dit constraint. Wanneer er bijvoorbeeld nog 30% kans is dat de omzet lager zal zijn wordt er
niet aan de waarschijnlijkheidseis voldaan. Er moet dan gerekend worden met een lager bedrag. Je
gaat dan een stap terug en bouwt voorzichtigheid in. Constraint leidt tot het voorzichtig zijn met
het nemen van omzet.
2 | nieuwe perspectieven
,Significante financieringscomponent: Bij nagaan of er sprake is van een significante financieringscomponent
moet je nagaan of er een reden is waarom er voorgefinancierd wordt. Wanneer deze er wel is, is het meestal
geen significant financieringsinstrument. Wanneer deze er wel is moet je weten wat de prijs anders was
geweest, zodat de significante financieringscomponent uit de omzet gehaald kan worden (dan sprake avn
separate financiering of financieringslast [15.62]).
Een entiteit hoeft de transactieprijs in het contract niet aan te passen voor de effecten van een significante
financieringscomponent als ze verwacht de betaling te ontvangen binnen 12 maanden of minder na de
overdracht van de beloofde goederen en diensten [15.63]. Wanneer er sprake is van een
financieringscomponent van meer dan 12 maanden moet deze eruit worden gehaald.
Niet-cash overwegingen: worden gewaardeerd op fair value [15.66].
Vergoeding aan klant: verwerken als een vermindering van de transactieprijs
Retouren: wanneer er sprake is van beperkende invloeden, zoals retouren. Mag dit bij de bepaling van de
transactieprijs worden meegenomen wanneer dit hoogstwaarschijnlijk is [15.56-57].
Ruiltransactie: wanneer er sprake is van een ruiltransactie moet je vast stellen of er sprake is van Economic
substance. Hiervan is sprake wanneer de goederen gelijksoortig zijn en wanneer er sprake is van een gelijke
waarde. Wanneer dit zo is hoef je niks te verantwoorden. Je kunt dan ruilen zonder dat het impact heeft,
bijvoorbeeld bij olie.
Boete: wanneer er sprake is van een boete maakt deze uit van het variabele gedeelte van de verkoopprijs.
Er zijn twee mogelijk uitkomsten, betalen of niet betalen. Het lijkt hierbij voor de hand te liggen om te
waarderen op de most likely amount. Pas wanneer de uitkomst meer dan 50% is dat de boete betaald moet
worden, wordt de transactieprijs verlaagd. Bij de bepaling van het variabele gedeelte van de verkoopprijs
is het van belang dat het zeer waarschijnlijk is dat geen belangrijk gedeelte van de reeds verantwoorde
omzet moet worden teruggedraaid.
Kortingen: Als bedrijf verstrek je een korting wanneer er jaarlijks een minimumaantal items worden
afgenomen. Vanuit aantoonbare ervaringen uit het verleden blijkt dat deze drempel gehaald zal worden.
Bij verkoop moet hier direct rekening mee worden gehouden. De boeking is alsvolgt:
Stap 4: Alloceren van de transactieprijs aan de prestatieverplichtingen in het contract [15.73]
De onderneming alloceert de transactieprijs aan alle prestatieverplichtingen in het contract op basis van
de relatieve stand-alone selling price [15.74]. Dit is de prijs die een entiteit in rekening zou brengen wanneer
het goed of de dienst losstaand wordt verkocht aan een klant (beste bewijs is de observeerbare prijs).
Wanneer er geen sprake is van een observeerbare prijs, wordt er gebruik gemaakt van [15.79]:
• Adjusted market assessment-approach: de marktprijs
• Expected costs plus a margin-approach: verwachte kosten voorspellen + marge
• Residual-approach: totale contractprijs minus alle wel observeerbare prijzen van goederen en
diensten.
Als er een verschil is tussen transactieprijs en de som van stand alone selling prices, verdeel je naar rato.
Hierbij kan je de totale stand alone selling price het best benaderen door te kijken naar de posten waarvan
je zeker bent (cash of omzet bijvoorbeeld). De rest van de journaalpost moet opsommen naar dit bedrag.
3 | nieuwe perspectieven
, Stand alone selling price Toerekening Allocatie
Product A €1.000.000 64% € 960.000
Product B € 500.000 32% € 480.000
Product C € 62.500 4% € 60.000
Totaal €1.562.500 100% €1.500.000
Bij kortingen wordt er gebruik gemaakt van pro rato allocatie op basis van de stand-alone selling price.
Alleen wanneer er aantoonbaar bewijs is dat een korting relateert aan een of meerdere enkele goederen
wordt deze proportioneel toegewezen [15.81].
Stap 5: Opbrengstverantwoording [15.31]
Er zijn twee methodes om de opbrengsten te verantwoorden. De eerste methode is gedurende tijd, ook wel
over time genoemd [15.35-37], of op één moment, point in time [15.38]. Er zijn drie situaties die kunnen
leiden tot het verantwoorden van omzet gedurende de tijd (over time), wanneer je hier niet aan voldoet is
het op één moment (point in time):
• Routing or recurring services: de klant ontvangt en consumeert gelijktijdig de voordelen uit hoofde
van de prestaties van de entiteit naarmate de entiteit presteert; Je doet iets, en je hebt hier gelijk
voordeel van. Zoals schoonmaakdiensten.
• Asset built on customer ’s site: de prestaties van de entiteit creëren of versterken een actief
waarover de klant zeggenschap heeft naarmate het actief wordt gecreëerd of versterkt. De klant
heeft beschikkingsmacht, terwijl de iemand anders bezig is met het bouwen/ verbetering. Wanneer
iets ergens anders wordt gebouwd heb je nog geen beschikkingsmacht.
• Asset built to order: de prestaties van een entiteit creëren geen actief met een alternatieve
gebruiksmogelijkheid voor de entiteit en de entiteit heeft een afdwingbaar recht op betaling voor
reeds verrichte prestaties. Een specifiek actief voor een bepaalde klant, dit kan je niet inzetten
voor iemand anders. Dit is bijvoorbeeld zo wanneer er een specifiek schip wordt gebouwd, waarbij
geen alternatieve gebruiksmogelijkheid is. De omzet moet gedurende tijd verantwoord worden
wanneer er een afdwingbaar recht op betaling voor reeds verricht prestaties heeft. Dit moet in het
contract zijn opgenomen.
Wanneer je een contract hebt afgesloten voor 3 jaar, verantwoord je bij over time jaarlijks 1/3e van het
bedrag.
De doelstelling bij het meten van de voortang is de prestaties van een entiteit weer te geven wat betreft
de overdracht van zeggenschap aan een klant beloofde goederen of diensten (IFRS 15.39). Wanneer een
onderdeel extern is ingekocht (bijvoorbeeld de romp van een schip), is dit onderdeel van de
prestatieverplichting. Derhalve dient deze meegenomen te worden in de voortgangsbepaling.
Voorbeeld: wanneer er sprake is van productie en installatie van een machine, dient de omzet naar rato
van de voortgang (over time) te worden verantwoord, omdat hier geen actief met een alternatief gebruik
wordt gecreëerd, en er een afdwingbaar recht is op de betaling van de dienstverlening welke reeds heeft
plaatsgevonden. De mate van voortgang moet op basis van een geschikte maatstaf worden vastgesteld. Dit
kan zowel een input als output methode zijn (IFRS 15.41). Bijvoorbeeld naar rato van de bestede kosten.
Contractaanpassingen
Een contractaanpassing (contract modification) is een wijziging in de scope of prijs (of beide) van een
contract, welke is goedgekeurd door de partijen [15.18]. Dit kan zowel mondeling als schriftelijk zijn.
Wanneer de prijs nog niet is overeengekomen moet er een inschatting worden gemaakt van de prijs (dus al
omzet nemen!).
Mogelijkheden:
• Wijziging benoemen in een separaat contract [15.20]. Dit mag wanneer de omvang van het contract
toeneemt omdat er additionele goederen of diensten worden aangeboden (a) en de afzonderlijke
goederen moeten een prijs hebben die representatief zijn voor een prijs waarbij je dit ook los zou
4 | nieuwe perspectieven
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Trienke. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for R146,46. You're not tied to anything after your purchase.