100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting examenstof Kunst Algemeen R153,38   Add to cart

Summary

Samenvatting examenstof Kunst Algemeen

1 review
 111 views  8 purchases
  • Course
  • Level

Alle stof voor het examen! Hele volledige samenvatting met alle begrippen en stromingen binnen hofcultuur, cultuur van het moderne en massacultuur. Met veel voorbeelden die handig zijn bij kunstgeschiedenis, want laten we eerlijk zijn, niemand begrijpt dit helemaal. Ik had een 7,7 voor dit examen e...

[Show more]

Preview 3 out of 25  pages

  • September 13, 2022
  • 25
  • 2022/2023
  • Summary
  • Secondary school
  • 5

1  review

review-writer-avatar

By: estherversluis • 1 year ago

avatar-seller
Hofcultuur (16e en 17e eeuw)


Algemene begrippen:
Je hebt inzicht in de historische context (1500-1700):
• Het leven in de renaissance- en vorstenhoven (Florence, Rome, Versailles,
München, Londen, Madrid en Istanbul) :
In Italië waren er kleine hoven (in stadsstaten waar de rijke familie woonde die veel
invloed had op de samenleving) en een pauselijk hof (waar de paus woont). In de
rest van Europa waren er vorsten met een groot rijk. In het Ottomaanse rijk
(Istanbul) daar woont de Sultan. Lodewijk was een absolute heerser, en hij liet in
Frankrijk het Versailles bouwen voor de adel.

Iedereen was heel geïnteresseerd in klassieke oudheid, en het gaat nu meer over
kennis en ontwikkeling (humanisme) De vorstenhoven zijn heel luxe, en er zijn
veel beelden enz. Er was een uitgebreide hofhouding met dus veel werknemers.
Ook was het laten zien van macht en ontwikkeling heel belangrijk en er werden veel
boeken verzameld en gelezen en kunst werd gestimuleerd. Verder was oorlog
voeren ook belangrijk (omtrent het protestantisme en katholicisme)


• Hoe afhankelijk het leven eruit ziet aan renaissance- en vorstenhoven in
Het leven in de vorsten- en renaissancehoven was heel afhankelijk van geld en
werknemers. Alles was namelijk heel duur en voor bijvoorbeeld het onthoudt waren
veel werknemers en geld nodig.


• Hoe onafhankelijke Italiaanse renaissance hoven en het hof van de absolute
heerser Lodewijk XIV georganiseerd zijn:
In Italië waren er kleine hoven (in stadsstaten waar de rijke familie woonde die veel
invloed had op de samenleving) en een pauselijk hof (waar de paus woont).
In de Italiaanse renaissance hoven was alles dus gericht om de rijke families
tevreden te stellen. Alles was heel luxe en er waren veel werknemers.
In het hof van Lodewijk XIV was dit allemaal nog veel luxer en groter en mooier en
uitgebreider. Lodewijk was dus heel erg afhankelijk van het personeel en het geld.


• Religieuze hervormingen van reformatie en Contrareformatie inhouden:
De reformatie was eigenlijk de splitsing van de christelijke kerk. De protestantse
splitsen zich van de katholieke kerk omdat ze kritiek op de katholieke kerk
hadden.
De contrareformatie was eigenlijk een tegenreactie van de katholieke kerk, door
eigenlijk alleen nog maar meer pracht en praal en luxe dingen te doen puur om de
protestanten op te fokken.

,Je kent de ontstaansgeschiedenis en de kenmerken van nieuwe stijlen en stromingen
in de beeldende kunst (Renaissance en Barok):
De renaissance (1350 tot 1620) ook wel wedergeboorte van de klassieke oudheid
genoemd. Is de tijd waarin humanisten de oude geschriften van de Grieken en Romeinen
gingen vergelijken en hieruit hun eigen geschriften herschrijven. Een periode waarbij
kennis en macht uitstralen heel erg uitmaakt en god een kleinere rol kreeg in het
dagelijks leven.
• Primaire kleuren gebruikt
• Centrale composities (dus dat er een ding centraal in het midden was weergegeven)
• Driehoeks compositie (dit is in een schilderij een soort driehoek met onzichtbare
lijnen)
• In de renaissance werd er meer diepte gemaakt door dingen lichter, kleiner of vager
te maken.
• Beelden/schilderijen zijn stilstaand en wiskundig

De barok is eigenlijk een tegenreactie van de reformatie (ook wel contrareformatie) waar
de katholieke hun kerken juist heel extra gingen maken, omdat de protestanten hier
kritiek op hadden. Dit was in Rome en later ook in Frankrijk. Dit deed Lodewijk de 14e
omdat hij zijn absolute macht wilde laten zien via kunst.
• Beelden/schilderijen meer actie, gezichtsuitdrukking, schaduweffecten en beweging
• Diagonale compositie (veel beweging, onzichtbare lijnen diagonaal)

Verschil:
- Barok: gevoel, theatraal, belevenis, overdaad, beweging, contrast
- Renaissance: verstand, evenwicht, harmonie, rust, statisch, wiskundig
Je kent de ontstaansgeschiedenis en de kenmerken van hofdans en het hofballet:
Hofdans:
- Gezelschapsdans
- Bovenlichaam speelt nauwelijks een rol
- Figuurdans (geometrische patronen over de vloer)
- Nauwelijks contact tussen de paren, partnerwisseling, heel statisch/rechtop
- Verticale dans (met veel springen)


Hofballet:
- Theaterdans, verhaal uitgebeeld, dans/zang/muziek/mime/voordracht
gecombineerd
- Hovelingen dansen mee
- Elegant en zwierig met sierlijke bewegingen en kleine pasjes en sprongen
- Dansvorm zonder doorlopende verhaallijn
- Horizontale dans (figuren maken over de grond), bewegingen met eenvoudige
pasjes

, Lully
- Danser in ‘Ballet de la nuit’
- Italiaans
- Componist en choreograaf
- Man met krullen

Moliēre
- Blijspelschrijver (komedie = liep goed af)
- Werkt samen met lully




Je weet wat commedia dell’arte is en wat het werk van Shakespeare kenmerkt:
Komisch en geïmproviseerd (volks)toneel in Italië vanaf eind vijftiende eeuw. Pantomime
en acrobatiek vormen vaak een onderdeel van de voorstellingen. Binnen een eenvoudig
scenario bouwen de beroepsspelers hun rol al improviserend uit. De toneelvorm kent vaste
typen, zoals de zanni (de knechten), Il Capitano en de gierige Pantalone. Kostuums en
maskers vergroten de herkenbaarheid van de rollen. In de toneelstukken van Shakespeare
worden grappen en woordspelingen van commedia dell’arte gebruikt.

Je kent de invloed van Aristoteles op het theater:
Aristoteles was een Griekse filosoof en wetenschapper die met Socrates en Plato wordt
beschouwd als een van de invloedrijkste klassieke filosofen in de westerse traditie.
Aristoteles had bij het theater aristotelische principes: publiekgerichte opbouw,
spanningsboog, catharsis, en de daarvan afgeleide principes: de eenheid van handeling, tijd
en plaats.

Je weet wat ballet-opera en de ballet-komedie kenmerkt:
Ballet-komedie:
- Karikaturaal (overdreven/dramatisch spelen) en pantomie (mime, dus zonder praten)
- Gesproken en geacteerde delen afgewisseld met muziek en dans (ballet, zang, dans,
toneel)
- Vaak sport gedreven
- Doorlopend verhaal
- Vaak met humor
- Ottomaanse rijk bespot (propagande)
Ballet-opera:
- Gebaseerd op klassieke tragedie en ernstige inhoud
- Begint langzaam, dan gaat het snel en dan weer langzaam
- Alles wordt gezongen
- Muziek, dans, opera (en ondertussen een verhaal verteld)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying this summary from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller moni1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy this summary for R153,38. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75619 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy summaries for 14 years now

Start selling
R153,38  8x  sold
  • (1)
  Buy now