in dit document vind je 110 oefententamen vragen. een paar zijn vanuit college's zelf maar bijna allemaal zijn ze zelf uit de stof gehaald. er is een variatie van vraagsoorten net zoals op het werkelijke tentamen. het heeft mij erg geholpen met de belangrijkste onderwerpen te leren.
Nicely done and very nice to practice with. Appreciate the amount of work.
By: annesophiemertens9 • 1 year ago
Translated by Google
Thank you! good luck with the exam!
Seller
Follow
annesophiemertens9
Reviews received
Content preview
Oefententamen vragen voor ontwikkeling van
persoonlijke relaties
Door Anne-Sophie Mertens
Net zoals op het echte tentamen zal er een mix zijn van verschillende soorten
vragen. Deze zijn allemaal zelf bedacht vanuit de leerstof en hoorcolleges.
College 1
1. Hoe beginnen sociale relaties volgens de klassieke theorie?
a. Kinderen zijn biologisch gebouwd om naast aan de primaire
verzorger, ook aandacht naar andere te verlenen.
b. Baby’s zijn niet in staat tot echte sociale relaties. Latere relaties zijn
afgeleid van primaire verzorgers
c. Het begin van sociale relaties hangt af van de al gevormde
hechtingstheorie met de primaire verzorger.
2. Wat zijn contingente relaties?
a. Reacties die voortbouwen op wat de ander heeft gedaan. Er is
reciprociteit.
b. Tegelijkertijd positieve en negatieve ervaringen hebben bij een en
dezelfde relatie
c. In een relatie samen bezig blijven met negatieve dingen en deze
steeds herhalen.
3. Hoe ziet het delen eruit rond de 18 maanden oud?
a. Affiliatief delen met als doel samen te spelen
b. Kinderen delen spontaan
c. Delen als gevraagd wordt
4. Welke 2 ontwikkelingen zijn belangrijk voor complexere samenwerking
rond de 2 jaar oud?
, 5. Volgens welk patroon van reacties zullen de baby’s meer geneigd zijn om
te reageren wanneer ze worden blootgesteld aan een huilende
leeftijdsgenoot?
a. Kijken -> affect tonen -> fysieke reactie -> zelf distressed raken
b. Kijken -> zelf distressed raken -> fysieke reactie -> affect tonen
c. Kijken -> fysieke reactie -> zelf distressed raken -> affect tonen
6. Welke onderliggende vaardigheid is relevant voor bonding, het aanleren
van sociale vaardigheden en nodig voor harmonieus spel?
7. Wat is causaal begrip?
8. Wat is gerelateerd aan hogere pro socialiteit en lagere agressie?
a. Gedeelde aandacht
b. Causaal begrip
c. Taalontwikkeling
College 2
9. Op welke 4 manieren kan je volgens Granovetter de sterkte van banden
bepalen?
10. Uit welke 2 doelen bestaat de sociaal-emotionele selectiviteit theorie?
En leg deze uit
11.Wat verwachten dat er gebeurt als we de tijdshorizon van ouderen
verlengen?
a. Er verandert niets
b. Ze gaan nog meer contact opzoeken met hun al bestaande netwerk
c. Ze gaan met verschillende soort en meer nieuwe mensen om, hun
netwerk wordt groter
12.Leg de sociale konvooi theorie uit.
, 13. Hoe ontstaan veranderingen in het sociale konvooi?
a. Door levensgebeurtenissen
b. Door verhuizen
c. Door sterfte
14. Wanneer je kinderen krijgt, ga je eerder om met mensen die ook
kinderen hebben. Met welke theorie is dit in lijn?
a. Sociale konvooi theorie
b. Sociale vergelijkingstheorie
c. Sociaal-emotionele selectiviteit theorie
15.Verhuizen is een normatieve levensgebeurtenis. Juist of onjuist?
16. In een meta-analyse is de volgende onderzoeksvraag getoetst in de
verschillende soorten netwerken; hoe groot is het gemiddelde netwerk
voor elke leeftijdsgroep? Wat is het resultaat voor het familienetwerk?
a. Deze zal eerst toenemen door geboorte en erna afnemen door meer
sterfgevallen
b. Hij blijft gelijk over de tijd, de samenstelling van het netwerk kan
veranderen.
c. Hoewel de samenstelling kan veranderen, zien we een lineaire toename
door de tijd heen. Dit waarschijnlijk doordat de levensverwachting steeds
ouder wordt.
17. In dezelfde meta-analyse werd ook de onderzoeksvraag hoe groot is de
verandering in netwerkgrootte voor verschillende leeftijden getoetst. Uit
de resultaten kwam het volgende; voor jongeren nam het globaal
netwerk toe, voor ouderen nam het globaal netwerk af. Is dit juist of
onjuist?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annesophiemertens9. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for R172,82. You're not tied to anything after your purchase.