Zeer complete samenvatting van strafprocesrecht. Bevat de samenvattingen/aantekeningen van de hoorcolleges, werkgroepen en jurisprudentie. Het bestand is zeer overzichtelijk door consistent gebruik van kopjes en opmaak. Meer dan 100 pagina's, waardoor je niks meer nodig hebt dan dit bestand. Vak af...
In dit vak vliegen we strafprocesrechtelijke vragen niet alleen aan
vanuit een rechterlijke rol, maar ook vanuit de rol van een advocaat en officier
van justitie. In het tweede jaar is het materiële strafrecht voorgekomen, maar
dit jaar kijken we naar het formele strafrecht. We gaan het formele strafrecht
in een chronologische volgorde behandelen. Zoals hiernaast valt te zien zijn
alle onderwerpen per week verdeeld. Tegen de kerstvakantie zijn we klaar
met alle onderwerpen. Deze week wordt een algemene inleiding in het
formele strafrecht. Deze week kijken we naar het volgende:
- Het strafproces
o Nadere duiding van het begrip strafproces
o Kenmerken van het Nederlandse strafproces
o Bronnen van het strafprocesrecht
o Ontwikkelingen op het terrein van het strafproces(recht)
Voornamelijk modernisering van het strafproces(recht)
o Fasering van het strafproces
Van belang is om de verschillende fasen te onderscheiden
Het strafprocesrecht valt te definiëren:
- “het strafprocesrecht bestaat uit het geheel aan regels die betrekking hebben op de
toepassing van het strafrecht in een concreet geval” (Keulen/Knigge, 2020, p. 1)
- “Het strafprocesrecht bepaalt op welke manier en door wie wordt onderzocht of een
strafbaar feit is begaan en door wie en naar welke maatstaven daarover en over de daaraan
te verbinden strafrechtelijke sancties wordt beslist.” (Corstens/Borgers, 2018, p. 7)
o Wat hieraan ten kern ligt is onderzoek in zijn breedste vorm. Dit onderzoek gaat zich
tijdens het strafprocesrecht steeds meer toespitsen. Wanneer je iemand in de
rechtszaal hebt is het onderzoek al vergevorderd, maar moet je alleen nog bepalen of
die persoon het delict begaan is.
Je zou kunnen zeggen dat: het strafprocesrecht het model biedt waarin het materiële recht tot
leven komt (het strafproces als schakel tussen feit en reactie). Maar:
- Het strafprocesrecht heeft ook een eigen, zelfstandige dimensie
- Als we ons dan afvragen wat de kern van strafprocesrecht is, dan zien we dat
rechtsbescherming daarbinnen een belangrijke plek inneemt, het strafproces kan iemand
maandenlang in zijn vrijheden aantasten. Daarom is de rechtsbescherming zo belangrijk,
omdat je grondrechten van mensen aantast.
o Daarnaast ook instrumentaliteit, oftewel de functietoedeling en bevoegdheid die we
aan de overheid toegeven om een strafprocesrecht in te zetten.
, - Twee aspecten: bevoegdheidstoedeling enerzijds en begrenzing anderzijds
De doelstellingen van het strafproces vallen samen te vatten als het verwezenlijken van het
materiële recht, met daarin de eerder al besproken:
- Waarheidsvinding (=instrumentaliteit)
o Zoeken naar de ‘materiële’ waarheid
o Toepassing van het strafrecht op de ‘werkelijk’ schuldigen
- Rechtsbescherming
o Bescherming van de burger tegen de almacht van de staat
o Voor verdachten, maar ook voor de burger die zonder het te willen in het strafproces
wordt betrokken
- Er is dus een intrinsieke spanning tussen deze twee doeleinden. Het is altijd een balans
waarbinnen mensen verschillen in mening of het meer naar het einde doeleinde zou moeten
wegen of het andere.
Dan iets heel anders, het verschil tussen accusatoir en inquisitoir strafprocesrecht. Wat was het
verschil hiertussen:
- Accusatoir: daar waar het proces wordt gedomineerd door procespartijen
o De partijen zoeken samen de waarheid.
o Je bent opzoek naar de waarheid zoals die geldt tussen partijen (=formele waarheid)
Hierbij is meer ruimte voor procespartijen om over die werkelijkheid te
hebben en daar ook afspraken over te doen
Denk hierbij aan ‘plea bargains’
o Gaat vaak gepaard met een jury
o Lijdelijke rechter
o Verdachte als speler binnen eigen proces
o Mondelinge procedure
o Admissibility rules
“Admissible evidence, in a court of law, is any testimonial, documentary, or
tangible evidence that may be introduced to a factfinder—usually a judge or
jury—to establish or to bolster a point put forth by a party to the
proceeding.”
- Inquisitoir: daar waar het proces wordt gedomineerd door de rechter
o De rechter voert het onderzoek aan en weegt ook de feiten af
o Je bent opzoek naar wat er ‘werkelijk’ is gebeurt (=materiële waarheid).
o Actieve rechter
o Verdachte als voorwerp van onderzoek
o Dominantie schriftelijke stukken
o Beslis- en motiveringsregels
- Nederland heeft wortels in inquisitoire procestraditie met contradictoire elementen
o Toch heeft in de afgelopen jaren de verdachte wel meer rechten en plichten gekregen.
Dit heeft voornamelijk te maken met de invloed van Europese invloeden.
Ons huidige formele strafboek stamt uit 1926 en in die tijd kenden de
verdachten weinig rechten.
Laten we eens kijken naar kenmerken van het Nederlandse strafproces:
- Beroepsrechters, absoluut geen lekeninbreng
o Er is absoluut geen draagvlak voor juryrechtspraak
- Zwaar accent op het vooronderzoek
- Het dossier vormt de ruggengraat van de strafrechtspleging
, - Maar wat zijn daar dan de gevaren van?:
o Onderzoek ter terechtzitting vooral gericht op verificatie (gevaren: confirmation
bias)
Mensen zijn vooral gericht op signalen die een hypothese bevestigen dan
signalen die een hypothese afwijzen.
We gaan nu kijken naar bronnen van het strafprocesrecht:
- Het Wetboek van Strafvordering geeft het kader waarbinnen de justitiële afdoening van een
strafzaak moet worden verricht
o Een wet in formele zin is een wet afgekondigd door de centrale verheid.
o Een materiële wet is wel voor een deel aangelegen aan decentrale overheid, maar
formeel strafrecht is voor het hele land gelijk.
Echter kunnen er wel uitwerkingen zijn die op AMvB of beleidsregels niveau
worden besloten ter uitwerking van formele wetten.
- Vgl. art. 1 Sv: ‘Strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij de wet voorzien.’
- Daarnaast zijn er ook andere bronnen van strafprocesrecht:
o Bijzondere wetten
o EVRM, EU-recht en (andere) internationale verdragen
o AMvB’s en beleidsregels
o Beginselen van een goede procesorde; deze beginselen zijn er ter
rechtsbescherming.
Vertrouwensbeginsel
Equality of arms
Recht op een eerlijk proces
Beginsel van zuiverheid van oogmerk
Gelijkheidsbeginsel
Ne bis in idem
Onschuldpresumptie
Legaliteitsbeginsel
Het beginsel van de redelijke en billijke belangenafweging
Deze beginselen kunnen goed samengaan omdat ze op elkaar aansluiten. Ze bieden
extra rechtsbescherming, boven op de bescherming die het legaliteitsbeginsel al
brengt. Ze zeggen dat het enkele feit dat je aan de wettelijke voorwaarden hebt
voldaan, je alsnog aan deze beginselen moet voldoen om het rechtmatig te laten zijn.
o Jurisprudentie
Laten we dan eens kijken naar wat algemene ontwikkelingen, wat houdt strafrechtjuristen
momenteel bezig? Dat gaat over ontwikkelingen waar de samenleving ook doorheen gaat:
- Digitalisering van criminaliteit en de aanpak daarvan
o De delictsomschrijvingen gaan heel erg uit van de fysieke wereld, dat is het
uitgangspunt. Ondanks dat er wel extra bepalingen bijkomen, blijft de kern het
fysieke delict en optreden. De hack-bevoegdheid van de overheid stond er tien jaar
geleden nog niet.
o Dit zie je ook terug in de rechtszaal. Digitalisering van de strafzaak, zeker nu in de
coronacrisis
- Internationalisering van criminaliteit en de aanpak daarvan
- Bezuinigingen en druk op de rechtspraak
o Hoe beperken we die enorme stroom aan zaken.
- Het vorige punt heeft ook invloed op de afdoening buiten de rechter om
, - Binnen de aankomende tien jaar zal ook de digitalisering van het Wetboek van
Strafvordering plaatsvinden.
We kunnen de fasen van het strafproces ook indelen, dit ziet er als volgt uit:
1. Voorbereidend onderzoek (art. 132 Sv): ‘Onder het voorbereidende onderzoek wordt
verstaan het onderzoek hetwelk aan de behandeling van de terechtzitting voorafgaat.’
a. Verkennend onderzoek (art. 126gg Sv)
i. Richt zich niet op concrete verdachten, maar puur op over het algemeen
bijvoorbeeld. Bijvoorbeeld: ‘hoe zit het met de hennepkweek in Leiden’.
b. Opsporingsonderzoek (art. 132 Sv): ‘onder opsporing wordt verstaan het onderzoek
in verband met strafbare feiten onder gezag van de officier van justitite met als doet
het neemen van strafvorderlijke beslissingen’
i. Onderzoek verricht door de officier van justitie
1. Maar dit leidt wel tot moeilijke vragen zoals:
a. Wanneer start de opsporing?
i. Ten belang van verslag, vormverzuimendiscussie
b. Hoe ligt de verhouding tot (bestuurlijk) toezicht (controle op
de naleving van de regels)?
i. Als je bij een alcoholcontrole komt dan zul je eerst
moeten blazen, dit ligt nog in de sfeer van
bestuurlijke procedures, maar wanneer het apparaat
begint te piepen is er een verdenking en gaat men
over naar strafrechtelijke onderzoek.
c. Onderzoek door de rechter-commissaris (art. 181 Sv)
i. Staat niet onder gezag van de OvJ. Bij bepaalde handelingen moet je het niet
overlaten aan de OvJ, maar door een apart functionaris: de rechter-
commissaris.
2. Hoofdonderzoek/behandeling van de zaak (art. 268 e.v. Sv) ***
Een andere manier van indeling is:
1. Opsporing: de politie die bevoegdheden aan het toepassen is en onderzoek doet om uit te
laten monden in concrete verdachten.
2. Vervolging: de OvJ stelt een aanklacht in. Hij gaat de verdachte vervolgen. De OvJ komt met
een beschuldiging en legt dit concreet voor aan de rechter.
a. Het vervolgingsbegrip is door de wetgever niet duidelijk omlijnd
b. Teloorgang van het gerechtelijk vooronderzoek (GVO) en de invoering van de
strafbeschikking hebben geleid tot verwatering van het klassieke vervolgingsbegrip
c. Betekenis ‘vervolging’ na afschaffing GVO?
d. EVRM kent autonoom vervolgingsbegrip (criminal charge)
3. Berechting: de rechter houdt een onderzoek ter zitting, en bepaald over de strafzaak. De
rechter kan uiteindelijk een vonnis opleggen.
a. “onder berechting in strikte zin wordt verstaan het op basis van het onderzoek ter
terechtzitting op de grondslag van de tenlastelegging beraadslagen en beslissingen
over de vragen van artikel 348 en 350”
b. Overgang van het voorbereidend onderzoek naar het onderzoek terechtzitting niet
helder geregeld.
c. Modernisering WvSv: meer nadruk op voorbereidend onderzoek en contradictoire
karakter van het strafproces.
4. Tenuitvoerlegging: dan moet de straf ten uitvoer worden gelegd. Maar bij dit vak hebben we
het daar niet veel over.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Svenvdk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for R108,14. You're not tied to anything after your purchase.