Les aantekeningen Aardrijkskunde De geo Aarde, systeem aarde. Havo SE CE Studieboek
Systeem Aarde H1
All for this textbook (20)
Written for
Secondary school
HAVO
Aardrijkskunde
5
All documents for this subject (1577)
Seller
Follow
lenascheerder
Content preview
De geologische tijdschaal is een indeling van de 4,6 miljard jaren omvattende geologische
geschiedenis van de aarde. De tijdschaal is onderverdeeld in tijdperken, perioden en
tijdvakken. De tijdschaal staat in het boek (figuur 1.2) en in de atlas.
De aarde is opgebouwd uit de kern, de mantel en de korst. De schillen worden van binnen
naar buiten steeds lichter van gewicht en gaan vrij abrupt in elkaar over. De kern bestaat uit
ijzer en nikkel
Belangrijk hier zijn nog twee soorten sferen:
- De lithosfeer (buitenmantel,), is een vast gesteente van 100-150 km dik en is een ii ii ii ii ii ii
ii onderdeel van de aardkorst en het bovenste deel van de mantel. Oceanische en ii ii ii ii ii ii
ii continentale korst en drijft op de asthenosfeer
- De asthenosfeer (binnenmantel), is een onderdeel van de mantel en er heerst een hoge ii ii
ii temperatuur waardoor het plastisch wordt. De asthenosfeer is 100-500 km dik (in oceanen
ii 100-200km en onder continenten 100-500km)
De continentale korst bestaat voornamelijk uit graniet en de oceanische korst uit basalt
De theorie van continental drift (continentverschuiving) is bedacht door Alfred Wegener en
kun je herkennen aan:
- Gelijke fossielen
- Gletsjers
- De continenten passen precies in elkaar
De huidige continenten moesten volgens Wegener ooit aaneengesloten zijn geweest,
omgeven door een oeroceaan. Hij noemde het supercontinent Pangea en de oeroceaan
Panthalassa. De aardkorst onder de oceanen is vrij jong, maar geleidelijk ouder wordt als je
van de Midden-Atlantische Rug naar het westen of oosten gaat. Dit betekende dus dat de
oceanische plaat vanuit het midden aangroeit.
Het aardmagnetisch veld geeft informatie over de ouderdom van gesteentelagen en dat doet
men aan de hand van de oriëntatie van de ijzerdeeltjes in de aardlagen.
Een convectiestroom is een stroming van vloeibaar en plastisch gesteente die in de mantel
opwelt, onder de lithosfeer afkoelt, zijdelings wegstroomt en uiteindelijk weer daalt. Door de
convectiestromen bewegen de platen van de lithosfeer.
Platentektoniek zijn de processen waardoor platen ontstaan, bewegen en verdwijnen. De
platen bewegen hoogstens enkele centimeters per jaar. Platen kunnen op vier manieren
bewegen:
- Divergent, twee oceanische platen bewegen van elkaar af. Magma komt naar boven en ii ii
ii stroomt als lava naar twee zijden weg, zo ontstaan onderzeese gebergteketens, de mid- ii ii
ii oceanische ruggen, met in het midden een laagte (effusief)
- Convergent (1), twee oceanische platen botsen waarbij de oudste (meest afgekoeld en dus
ii zwaarder) onder de jongere plaat duikt. Hierdoor ontstaat een diepzeetrog en een ii ii ii ii ii ii
ii vulkanische eilandenboog.
, - Convergent (2), twee continentale platen botsen. De platen zijn even zwaar waardoor er ii ii
ii een kreukelzone van samengeperste gesteenten ontstaat, ook wel plooiingsgebergte ii ii ii ii
ii genoemd. Hierbij ontstaan vaak aardbevingen.
- Subductie (convergent 3), de zwaardere oceanische plaat (van basalt) schuift onder de ii ii
ii lichtere continentale plaat (van graniet). Dit gebied heet de subductiezone en is aan het ii ii
ii aardoppervlakte te herkennen als een diepzeetrog. Er kan ook gebergte, aardbeving en ii ii
ii vulkanisme ontstaan. Het smeltend gesteente van de CK en de OK én het gas in het ii ii ii ii
ii zeewater vormen een gasrijk, taai magma (explosief).
- Transform, de platen bewegen langs elkaar. Hierdoor ontstaan diverse blokken gesteente ii
ii die langs de breuken kunnen verschuiven, behalve dit kunnen ook opschuiving en ii ii ii ii ii
ii afschuiving plaatsvinden. Op deze manier kunnen horsten (hoger gelegen gebied tussen ii
ii twee breuken) en slenken (langgerekt gedeelte van de aardkorst dat langs breuken relatief
ii gedaald is t.o.v. de omgeving). De gebergte die ontstaan in een gebied met een sterke ii ii ii
ii breukactiviteit heten breukgebergten.
Ontstaan aardbeving: de platen schuren langs elkaar heen, dat geeft wrijving eb energie
hoopt zich op. Vervolgens op een bepaald moment schieten de platen een stuk door en dat
gaat gepaard met heftige trillingen.
Bij een eruptie komt doorgaans gesmolten gesteente (magma) naar buiten, het
herkomstgebied van het magma noem je de magmahaard. Hoe groter de haard, des te
langduriger de uitbarsting kan zijn. Als magma aan het aardoppervlakte komt heet het lava,
dit koelt vervolgens af tot vulkanisch gesteente. Een klein gedeelte van de vulkanen ligt een
eind van de plaatranden af, dit heeft te maken met mantelpluimen. Hete pluimen (meestal
basaltisch) materiaal komen uit het onderste deel van de mantel naar boven en smelt
uiteindelijk door de lithosfeer heen, de top van de gesmolten pluim noem je een hotspot.
Boven de hotspot ontstaat een vulkaan die langzaam wegdrijft met de bewegende platen en
zo ontstaat er een reeks van vulkanen.
Er zijn verschillende soorten vulkanen:
- Schildvulkaan, deze vulkanen heeft een licht gebogen oppervlaktevorm. De lava heeft een
ii grote vloeibaarheid en kan dus ver weg stromen voordat het stolt, deze vulkaan heeft dus ii
ii een effusieve uitbarsting.
- Samengestelde of stratovulkaan, dit zijn de mooiste en dodelijkste vulkanen. De lava is ii ii
ii taai-vloeibaar en vormt daardoor kegels met een kleine doorsnede en steile wanden. Ze ii ii
ii zijn opgebouwd uit afwisselende lagen van lava en vulkanische as. Als de magma (van ii ii
ii basalt en graniet) langzaam stijgt, stolt het in de kraterpijp, raakt deze verstopt en wordt de
ii druk in de pijp groot. De uitbarstingen zijn vaak zeer explosief.
- Caldeira vulkaan, deze vulkanen ontstaan wanneer het dak van de magmakamer door een
ii grote explosie instort en in de diepte vormt zich vaak een kratermeer.
Door de bewegingen in de lithosfeer bouwen zich spanningen op tussen de platen en bij de
ontladingen van deze spanningen ontstaan seismische trillingen, die zich als golven over en
door de aarde voortbeweging. Het punt waar de aardbeving ontstaat heet het hypocentrum
en de plaats recht erboven, waar de trillingen het meest voelbaar zijn, heet het epicentrum.
De schaal van Richter (de schaal waarmee de kracht van een aardbeving wordt gemeten) is
gebaseerd op de hoeveelheid energie die bij een aardbeving vrijkomt, elk punt hoger
betekent een 10x zo grote hoeveelheid energie.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lenascheerder. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for R102,72. You're not tied to anything after your purchase.