100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Intramurale Zorg - Volledige aantekeningen van alle hoorcolleges R156,69   Add to cart

Class notes

Intramurale Zorg - Volledige aantekeningen van alle hoorcolleges

 32 views  5 purchases
  • Course
  • Institution

In dit document staan de volledige aantekeningen van de hoorcolleges, de uitwerkingen van de leerdoelen en de antwoorden op de verwerkingsvragen van het blok Intramurale Zorg. Zo ben je in één keer helemaal klaar voor de kennistoets. Ik heb met deze aantekeningen een 8 gehaald op de kennistoet...

[Show more]

Preview 4 out of 151  pages

  • January 24, 2023
  • 151
  • 2021/2022
  • Class notes
  • J. outermans, a. van ulsen, n. buurma
  • All classes
avatar-seller
BLOK INTRAMURALE ZORG – VOLLEDIGE AANTEKENINGEN HOORCOLLEGES

Hoorcollege 1 – Hartactiviteit

Leerdoelen:
1. Je kunt het proces van prikkelvorming en -geleiding in het hart beschrijven en kan verklaren
hoe ectopische prikkels (niet normale prikkels, atrium fibrilaties) kunnen leiden tot problemen
in het functioneren van het hart.
Normale prikkels
Prikkels ontstaan in het hart zelf, in de sinusknoop in het rechteratrium. Via de AV knoop wordt de
actiepotentiaal voortgeleid via de bundel van His, de bundeltakken en de Purkinje-vezels naar de
hartspiercellen van de ventrikel.
- Sinusknoop; hier ontstaan prikkels. De sinusknoop bevat pacemakercellen waarin na een
langzame depolarisatie een actiepotentiaal ontstaat in een frequentie van rond de 70/min.
de actiepotentiaal wordt voortgeleid door het myocard van de atria dat daarna contraheert.
- AV knoop; de actiepotentiaal uit de atria bereikt ook de AV knoop op de overgang van de
atria en de ventrikels. Daar verloopt de prikkelgeleiding veel langzamer dan in de rest van het
myocard. Deze vertraging is van belang voor een effectieve bloedstroom uit het atrium naar
de ventrikel. Als de actiepotentiaal onmiddellijk zou worden doorgegeven, zou de ventrikel
te snel contraheren om bloed uit het atrium binnen te kunnen laten.
- Bundel van His; de actiepotentiaal wordt daarna voortgeleid via de bundel van His en de
rechter en linker bundeltakken in het septum tussen de ventrikels.
- Purkinje-vezels; vertakkingen van de rechter- en linkerbundeltak heten Purkinje-vezels. Deze
bereiken de hartspiercellen in de ventrikelwand. De actiepotentiaal wordt via dit systeem
heel snel voortgeleid. Zo worden de spiervezels van de ventrikels ongeveer tegelijkertijd
gedepolariseerd en contraheert het myocard van de ventrikels als geheel
- Pacemakercellen; ook in de AV-knoop en de spierlaag van de ventrikelwand bevinden zich
pacemakercellen. Als de SA knoop uitvalt, blijven er in de AV-knoop spontaan
actiepotentialen ontstaan, dat gebeurt in een lagere frequentie (30-40) dan in de SA-knoop.
Dat komt omdat de depolarisatie in de pacemakercellen van de AV-knoop langzamer
verloopt en de drempelwaarde later bereikt wordt. Bij een normaal functionerende
sinusknoop krijgen de AV-pacemakercellen geen kans om spontaan te depolariseren, omdat
ze al eerder door de actiepotentiaal vanuit het atrium zijn gedepolariseerd.

Ectopische prikkels
Ectopische haard (focus) = wanneer de sinusknoop niet op tijd een prikkel afgeeft, krijgen andere
vezels in het hart de kans te depolariseren. Zo’n ectopische focus kan ontstaan in het atrium, de AV-
knoop of de ventrikel. Wanneer de ectopische focus een prikkel afgeeft, ontstaat een contractie en,
bij herhaling een ritme.

Atrium fibrilleren
- Hierbij zijn er verschillende ectopische prikkelhaarden in de boezem. Ze werken als
pacemaker en er ontstaat een prikkelchaos.
- Er zijn geen P-toppen en de atria contraheren niet.
- De AV-knoop ontvangt de prikkels in een hoge frequentie. Maar alleen de prikkels die
aankomen buiten de refractaire periode (periode waarin de cellen niet prikkelbaar zijn),
worden doorgegeven.
o Dat gebeurt (meestal) in een hoge frequentie, maar onregelmatig.

, o Ventrikels contraheren daardoor ook in een hoge frequentie en onregelmatig.
o De ventrikelvulling verschilt per slag, zo ook de polsvulling.
- Dit is niet levensbedreigend; de atriumcontractie levert namelijk maar een kleine bijdrage
aan de ventrikelvulling.
- Bij een lage HF geeft dat weinig problemen, bij inspanning en hoge HF kan dat wél leiden tot
problemen.
o Met name tot een gering inspanningsvermogen
o Een ander probleem is dat het bloed in de atria ‘stilstaat’ doordat de atria niet
contraheren. Daardoor kan een stolsel ontstaan in de atria. Zolang het fibrilleren
bestaat, is dat geen probleem, maar als het sinusritme (met atriumcontractie) zich
herstelt, kan een stolsel in het linkeratrium worden voortgestuwd en met de
bloedstroom de hersenen bereiken.
▪ Er ontstaat dan een herseninfarct door een embolie uit het linkeratrium

Ventrikelfibrilleren
- Wanneer er verschillende ectopische prikkelbronnen in de ventrikel zijn, kunnen reeksen van
contracties optreden (reeksen van ventriculaire extrasystolen of een ventriculaire
tachycardie)
- Deze kan overgaan in ventrikelfibrilleren; door een prikkelchaos in de ventrikel trekken de
spiervezels van de ventrikels ongecoördineerd samen
- Er is geen effectieve ventrikelcontractie: de ventrikel pompt niks uit. Functioneel gezien is er
dus een hartstilstand. Zonder ingrijpen treedt de dood binnen enkele minuten in.

2. Je kunt beschrijven hoe een elektrocardiogram (ECG) tot stand komt, en het patroon van het
standaard-ECG verklaren.
Hoe komt een ECG tot stand?
Omdat de lichaamsvloeistoffen elektrolyten bevatten, geleiden ze elektrische stroom. Daardoor
kunnen aan de huid potentiaalveranderingen worden geregistreerd die het gevolg zijn van de
verspreiding van de actiepotentiaal over de hartspier.
Om de depolarisatie- en repolarisatiegolf over de hartspier te registreren worden op twee plaatsen
elektroden geplaatst: een ten opzichte van de andere, indifferente elektrode.
De elektrische spanning wordt gemeten;
- Een depolarisatiegolf, of -front, die naar het meetpunt toeloopt leidt tot een positieve
uitslag.
- Een repolarisatiegolf die naar het meetpunt toeloopt leidt tot een negatieve uitslag
Wanneer het prikkelfront niet direct op de elektrode toeloopt, maar schuin, zal een lagere waarde
worden gemeten. Een prikkelfront heeft een richting en een grootte. Zo’n grootheid heet een vector.
Die kun je door een pijl weergeven.
Registreren van de potentiaalveranderingen van het hart (ECG).
Daarop zijn te zien:
- P-top; deze geeft de depolarisatie van de spiervezels van de atria weer
- QRS-complex; deze geeft de depolarisatie van de ventrikels weer
- T-top; deze geeft de repolarisatie van de ventrikels weer
De hoogte (het voltage) van de toppen hangt samen met het aantal gelijktijdig gedepolariseerde
spiervezels.
- De P-top is lager dan de R-top, doordat er minder atriumspiervezels zijn dan
ventrikelspiervezels

,De breedte hangt af van de tijd die verloopt tussen de depolarisatie van de 1e en laatste spiervezels
van atrium en ventrikel.
- De T top is breder dan het QRS complex, doordat de repolarisatie van de ventrikels
langzamer verloopt dan de depolarisatie
o Daardoor is de T-top ook lager dan de R-top; er repolariseren minder spiervezels
tegelijkertijd.
o Dit laatste geldt ook voor de atria, waarbij van de repolarisatie niets meer is te zien.

ECG afleiding→ elektroden extremiteiten en precordiale elektroden
- Uitslag elektrode is afhankelijk van de plaats v.d. elektrode
o Vector – prikkelfront heeft een grootte en richting en dat zorgt ervoor dat je
verschillende dingen kunt aflezen
- Bij een gezonde volwassene in rust zijn er 12 ECG afleiding mogelijk, hierbij zitten 6
elektrodes om het hart en 1 op iedere extremiteit. Dus totaal 10.




3. Je kunt de fasen van de hartcyclus beschrijven en het drukverloop in de verschillende
compartimenten van hart en uitstroomvaten tijdens de hartcyclus verklaren
Fasen hartcyclus

, - De ventrikels worden gevuld vanuit de atria: bloed stroomt door geopende AV-kleppen de
ventrikels in
- Bij het begin van de ventrikelcontractie sluiten de AV-kleppen. Dat gebeurt wanneer de druk
in de ventrikels door contractie toeneemt en hoger wordt dan de druk in de atria.
- Wanneer door de ventrikelcontractie de druk verder toeneemt en hoger wordt dan de druk
in de aorta en arteria pulmonalis, gaan respectievelijk de aortakleppen en pulmonaliskleppen
open.
- De ventrikels contraheren verder en pompen bloed uit: ejectie. De ventrikels worden nu
kleiner
- Tegen het einde van de ejectie neemt de ventrikeldruk af en wordt zo lager dan de druk in de
aorta en arteria pulmonalis. Daardoor sluiten de aorta- en pulmonaliskleppen.
- De ventrikels ontspannen. Wanneer daardoor de druk in de ventrikels lager wordt dan die in
de atria, gaan de AV-kleppen open en stroomt het bloed uit de atria de ventrikels in. Eerst
snel, daarna langzaam.
- Ten slotte contraheren de atria en sluiten daarmee de ventrikelvulling af.

Het sluiten van hartkleppen gaat gepaard met geluid, de harttonen. De eerste harttoon is het gevolg
van sluiting van de AV-kleppen. De tweede harttoon is het gevolg van sluiting van de aorta- en
pulmonaliskleppen. De harttonen zijn met een stethoscoop te horen.

Systole
De ventrikelcontractiefase heet de systole. De systole bestaat uit:
- Isovolumetrische contractie fase
o Bij het begin van de ventrikelcontractie sluiten de AV-kleppen
- ` De aorta- en pulmonaliskleppen zijn nog dicht
o Tijdens deze fase verandert door de contractie het volume niet: isovolumetrische
fase van de contractie.
▪ Alleen de druk verandert
- Ejectiefase
o Wanneer door het drukverschil tussen ventrikel en arterie de arteriekleppen
opengaan, volgt de ejectiefase van de contractie.
De systole is de tijd tussen de 1e en de 2e harttoon. Bij een HF van 70/min duurt de hartcyclus
ongeveer 850 ms, de systole ong. 300 ms.

Diastole
De relaxatiefase van de ventrikel heet de diastole. Deze bestaat uit een isovolumetrische
relaxatiefase en een vullingsfase.
- De diastole begint met het sluiten van de aorta- en pulmonaliskleppen. Ongeveer 50 ms
daarna gaan de AV-kleppen open.
o Dit is de isovolumetrische relaxatiefase: de periode tussen het sluiten van de aorta-
en pulmonaliskleppen en het openen van de AV-kleppen.
- Daarna wordt de ventrikel gevuld vanuit het atrium
De diastole is de tijd tussen de tweede harttoon en de volgende harttoon (de eerste harttoon van de
volgende cyclus). Bij een hartfrequentie van 70 slagen/minuut duurt de hartcyclus ong. 850 ms, de
diastole duurt ong. 550 ms.

4. Je kunt beschrijven hoe de hartactie wordt geregeld
Hartactie

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying this summary from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller imkekaashoek. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy this summary for R156,69. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73243 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy summaries for 14 years now

Start selling
R156,69  5x  sold
  • (0)
  Buy now