Complete en uitgebreide samenvatting van Persoonlijkheidsstoornissen. De hoorcolleges zijn aangevuld met opmerkingen van de docent (in het rood) en aanvullingen van het boek en alle artikelen (in het blauw). Dit document is een complete voorbereiding voor het tentamen. Ik heb zelf een 8 gehaald in ...
Hoorcollege 8 – Schizotypisch, schizoïde en paranoïde persoonlijkheidsstoornis ......................................... 64
Hoorcollege 9 – Op mentalisatie gebaseerde behandeling (MBT)................................................................ 73
Boekhoofdstukken samengevat: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10
Artikelen samengevat:
- DSM-5 Diagnostic and statistical manual of mental disorders.
- A systematic review of transdiagnostic risk and protective factors for general and specific
psychopathology in young people.
- Design of an RCT on cost-effectiveness of group schema therapy versus individual schema therapy
for patients with Cluster-C personality disorder.
- Treatment of antisocial personality disorder: Development of a practice focused framework.
- Pathways to antisocial behavior: a framework to improve diagnostics and tailor therapeutic
interventions.
- Specialized psychotherapies for adults with borderline personality disorder
- Schema Therapy
- Mentalization-based treatment for borderline and antisocial personality disorder.
- The weirdness of having a bunch of other minds like yours in the room
- Review of pharmacologic treatment in cluster A personality disorders.
,Hoorcollege 1: Persoonlijkheidsstoornissen diagnose en beoordeling
Persoonlijkheid – Verwijst naar de blijvende kenmerken
en gedragingen die de unieke aanpassing van een
persoon aan het leven vormen, inclusief belangrijke
eigenschappen, interesses, drijfveren, waarden,
zelfbeeld, capaciteiten en emotionele patronen.
Persoonlijkheidsstoornis (PS) – Een blijvend patroon van
innerlijke ervaring en gedrag dat afwijkt van de
verwachtingen van de cultuur van een individu, pervasief
(in meerdere levensdomeinen aanwezig) en inflexibel is,
begint in de adolescentie en vroege volwassenheid,
stabiel is in de tijd en leidt tot klinisch significant lijden of
beperking op sociaal, beroepsmatig of ander gebied van
functioneren.
Persoonlijkheidspathologie refereert naar het onvermogen van personen om flexibel en passend te
reageren op de uitdagingen van het leven. Persoonlijkheidsstoornissen hebben betrekking op hoe
mensen ontwikkelden tot volwassen persoonlijkheden, en de bouwstenen van
persoonlijkheidsstoornissen worden vaak eigenschappen genoemd. De problemen hebben te maken
met persoonlijke identiteit en ontevredenheid en disfunctie in interpersoonlijke relaties en met
zichzelf. Het gaat over moeilijkheden die verband houden met hoe mensen doorgaans zichzelf,
anderen en de wereld om hen heen ervaren en erop reageren. Persoonlijkheidsstoornissen worden
meestal als ego syntonisch beschouwd: ze ervaren het als iets dat bij hen hoort en deel van hun
uitmaakt (in tegenstelling tot ego dystonisch waarbij alle aspecten niet bij de persoon horen →
klinische syndromen).
PS-criteria DSM-5: Naast een beschrijving van de criteria en karakteristieken wordt het volgende ook
beschreven in het DSM-handboek:
• Diagnostische kenmerken
• Geassocieerde kenmerken die de diagnose ondersteunen
• Prevalentie
• Ontwikkeling en verloop
• Risico en prognostische factoren (Situatie, toestand of karakteristiek van een persoon waar
men rekening mee houdt bij het opstellen van een prognose)
• Cultuur gerelateerde diagnostische problemen
• Gender gerelateerde diagnostische problemen
• Differentiële diagnose
Algemene PS-criteria DSM-5
A. Een blijvend patroon van innerlijke ervaring en gedrag dat opmerkelijk afwijkt van de
verwachtingen van de cultuur van een individu. Dit patroon is gemanifesteerd in twee of
meer van de volgende gebieden:
1. Cognitie (manieren om zichzelf, anderen en gebeurtenissen waar te nemen en te
interpreteren)
2. Affectiviteit (de reikwijdte, de intensiteit, de aansprakelijkheid en de gepastheid van
emotionele respons)
3. Interpersoonlijk functioneren
4. Impulscontrole
B. Het blijvende patroon is inflexibel en pervasief over een breed scala van persoonlijke en
sociale situaties.
, C. Het langdurig patroon leidt tot klinisch significant lijden of beperkingen in sociaal,
beroepsmatig of ander belangrijk gebied van functioneren (functionele beperkingen en
angst).
D. Het patroon is stabiel en van lange duur, het begin ervan is in ieder geval terug te leiden
naar de adolescentie of vroege volwassenheid.
E. Het langdurig patroon kan niet beter worden verklaard als een manifestatie of gevolg van
een ander psychische stoornis.
F. Het blijvende patroon is niet het gevolg van de directe fysiologische effecten van een
middel (bijvoorbeeld drugsmisbruik, een medicijn) of algemene medische aandoening
(bijvoorbeeld hoofdtrauma).
3P’s: pervasief, persistent, pathologisch – hieraan moet worden voldaan willen we spreken van een
persoonlijkheidsstoornis.
Exclusiecriteria
• Geen manifestatie of gevolg van een andere psychische aandoening
• Niet toe te schrijven aan de fysiologische effecten van een middel of een medische
aandoening
Dat wil zeggen: persoonlijkheidskenmerken die PS definiëren, moeten worden onderscheiden van
kenmerken die naar voren komen als reactie op specifieke situationele stressoren of passerende
mentale toestanden (bijvoorbeeld depressieve gevoelens).
Cluster A Diagnostische Criteria voor 301.0 Paranoïde PS
A. Doordringend wantrouwen en achterdocht jegens anderen, zodat hun motieven als
kwaadaardig worden geïnterpreteerd, beginnend in de vroege volwassenheid en aanwezig in
verschillende contexten. Aangegeven door vier (of meer) van de volgende criteria:
1. Vermoedt, zonder voldoende basis, dat anderen uitbuiten, schade toebrengen of
bedriegen
2. Is in beslag genomen door ongerechtvaardigde twijfels over de loyaliteit of
betrouwbaarheid van vrienden en collega’s
3. Aarzelt om anderen in vertrouwen te nemen uit ongegronde angst dat de informatie
kwaadwillig tegen hem of haar gebruikt zal worden
4. Leest verborgen vernederende of bedreigende betekenissen in goedaardige
opmerkingen of gebeurtenissen
5. Koestert aanhoudend wrok, d.w.z. is niet vergevingsgezind voor beledigingen,
kwetsingen of minachting
, 6. Waarneemt aanvallen op zijn of haar karakter of reputatie die voor anderen niet
zichtbaar zijn en reageert snel boos of gaat in de tegenaanval
7. Heeft terugkerende vermoedens, zonder rechtvaardiging, met betrekking tot de
trouw van de echtgenoot of seksueel partner.
B. Komt niet uitsluitend voor bij schizofrenie, bipolaire stoornis, depressieve stoornis met
psychotische kenmerken, psychotische stoornis, niet toe te schrijven aan de directe
fysiologische effecten van een andere medische aandoening.
Alle zeven criteria van de paranoïde persoonlijkheidsstoornis van de DSM-IV zijn alternatieve
variaties van diep wantrouwen en achterdocht ten aanzien van de motieven van andere personen.
Deze patiënten zijn hypervigilant voor verborgen betekenissen en bedreigingen, maar op een
controversiële, vijandige manier.
Cluster A Diagnostische Criteria voor 301.20 Schizoïde PS
A. Een doordringend patroon van onthechting van sociale relaties en een beperkt bereik van
expressie van emoties in interpersoonlijke situaties, beginnend in de vroege volwassenheid
en aanwezig in verschillende contexten, aangegeven door vier (of meer) van de volgende
criteria:
1. Verlangt noch geniet van hechte relaties, inclusief deel uitmaken van een gezin
2. Kiest bijna altijd voor eenzame activiteiten
3. Heeft weinig of geen interesse in het hebben van seksuele ervaringen met een
andere persoon
4. Heeft plezier in weinig of geen activiteiten
5. Heeft geen goede vrienden of andere vertrouwelingen dan eerstegraads familieleden
6. Lijkt onverschillig voor de lof of kritiek van anderen
7. Toont emotionele kilheid, onthechting of afgevlakte affectiviteit.
B. Komt niet uitsluitend voor bij schizofrenie, een bipolaire stoornis, depressieve stoornis met
psychotische kenmerken, psychotische stoornis of autismespectrumstoornis heeft en is niet
te schrijven aan de fysiologische effecten van een andere medische aandoening.
Patiënten met schizoïde persoonlijkheidsstoornis hebben de neiging een teruggetrokken, geïsoleerd
leven te leiden. Ze zijn stilletjes afstandelijk en geven er de voorkeur aan alleen te zijn, met minimale
behoefte aan verbondenheid. Een belangrijk verschil met schizofrenie is dat de schizoïde PS niet de
psychotisch-achtige positieve symptomen van schizofrenie omvat.
Cluster A Diagnostische Criteria voor 301.22 Schizotypische PS
A. Een algemeen voorkomend patroon van sociale en interpersoonlijke tekortkomingen,
gekenmerkt door acuut ongemak met, en verminderd vermogen tot, hechte relaties, evenals
door cognitieve of perceptuele verstoringen en excentriciteiten van gedrag, beginnend in de
vroege volwassenheid en aanwezig in verschillende contexten, zoals aangegeven door vijf (of
meer) van de volgende criteria:
1. Referentie ideeën (exclusief referentiewaan) → het valse geloof dat irrelevante
gebeurtenissen of details direct tot zichzelf relateren
2. Vreemde overtuigingen of magisch denken dat gedrag beïnvloedt en niet
overeenkomt met subculturele normen (bijv. bijgeloof, geloof in helderziendheid,
telepathie of “zesde zintuig”; bij kinderen en adolescenten, bizarre fantasieën of
preoccupaties)
3. Ongebruikelijke perceptuele ervaringen, inclusief lichamelijke illusies
4. Vreemd denken en spreken (bijv. vaag, indirect, metaforisch, overdreven uitgebreid
of stereotiep)
5. Achterdocht of paranoïde ideevorming
6. Ongepast of beperkt affect
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maudh. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for R117,39. You're not tied to anything after your purchase.