Samenvatting Geschiedenis vwo 6 historische contexten hoofdstuk 4 Duitsland in Europa Geschiedenis Werkplaats CE
28 views 1 purchase
Course
Geschiedenis
Level
VWO / Gymnasium
Book
Geschiedeniswerkplaats / tweede fase havo historisch overzicht / deel Handboek
Dit is een samenvatting geschikt voor leerlingen uit vwo 6. In deze samenvatting is hoofdstuk 4 ' Duitsland in Europa' samengevat en onderverdeeld in de volgende paragrafen:
§1 Interbellum en Tweede Wereldoorlog ()
§2 Duitsland valt uiteen ()
§3 In de tijd van de Berlijnse Muur en daarna ()...
Samenvatting Hoofdstuk 2, De verlichting in theorie en praktijk
All for this textbook (61)
Written for
Secondary school
VWO / Gymnasium
Geschiedenis
6
All documents for this subject (4816)
Seller
Follow
ElenavanVliet
Reviews received
Content preview
Historische Contexten Hoofdstuk 4
Duitsland in Europa
§1 Interbellum en Tweede Wereldoorlog (1918-1945)
9) De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van
massaorganisatie.
9) De crisis van het wereldkapitalisme.
9) Racisme en discriminatie die leidden tot genociden, in het bijzonder op de
joden.
9) Het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en
fascisme/nationaalsocialisme.
9) Het voeren van twee wereldoorlogen.
9) De Duitse bezetting van Nederland.
Als Duitsland de oorlog in 1918 verliest vlucht de keizer naar Nederland en wordt
er een wapenstilstand getekend. Na de 1 e WO ontstond de Republiek van
Weimar (1919-1933). De regering krijgt een grote erfenis.
Duitsland werd een parlementaire democratie met de sociaaldemocratische SDP
als grootste partij. Ondanks de democratische meerderheid was de democratie
wankel. Vanaf het begin werd de Duitse democratie bestreden door de oude
conservatieve elite (wouden dat het parlement geen macht had) en
extremistische groepen van links en rechts. In 1919 brak er in Berlijn een
communistische opstand uit. Toen de regering het leger om hulp vroeg richtte de
extreemrechtse groepen vrijkorpsen op, wat leidde tot staatgeweld en
moordpartijen op opstandelingen. Door dit geweld verloren Duitsers het
vertrouwen in de democratie. Een andere klap voor de democratie was in 1919
het verdrag van Versailles, waarin Duitsland hoofdschuldige was van de oorlog
met hoge herstelbetalingen. Als de regering dit niet tekende, werd het land bezet
door de geallieerde.
Conservatieven en rechtsextremisten reageerden hierop woedend en er ontstond
een complottheorie: de dolkstootlegende. Deze theorie is onjuist en beweert
dat Duitsland de 1e WO niet had verloren, maar ten onder was gegaan door het
verraad van democratische leiders, socialistische arbeiders en soldaten. Toch
was deze theorie geloofwaardig, omdat de legerpropaganda de indruk had
gewekt dat Duitsland aan het winnen was. Mede hierdoor verloren de
democratische partijen bij de verkiezingen van 1920 hun meerderheid. De
regering die hierna volgden, stond machteloos tegenover de economische
problemen en het geweld van extremisten.
De Duitse economie leed onder de hoge herstelbetalingen en het verlies van
gebieden met steenkool, wat zorgde voor nog minder vertrouwen in de
democratie. In 1923 liep de Duitse economie stil, door ruzie met de geallieerden
over de herstelbetalingen. Omdat Duitsland niet snel genoeg betaalde, bezette
de Fransen het Roergebied om kolen, staal en machines weg te halen. De Duitse
regering riep de bevolking op om te staken en om stakers te betalen lieten ze
geld bijdrukken. Dit leidde tot hyperinflatie wat geld waardeloos maakte,
waardoor mensen met hun loon bijna niets meer konden kopen. Duitsland gaf het
verzet tegen de geallieerden op.
, Toen de geallieerden zich realiseerden dat ze op deze manier hun geld niet
terugkregen, ontstond het Dawesplan: plan vanaf 1924 met Amerikaanse
leningen aan Duitsland voor economisch herstel. Internationale spanningen
verdwenen. Het Dawesplan blijkt fataal in 1929, door de Beurskrach in Amerika.
Amerikanen verliezen hun geld en eisen de leningen van Duitsland terug.
Duitsland werd hard getroffen door de wereldwijde economische crisis in de jaren
1930, waardoor nieuwe politieke chaos ontstond. Eerst hadden de democratische
partijen en de conservatieven redelijk samengewerkt, maar nu waren ze het
oneens over de aanpak van de crisis. In 1932 werd de NSDAP van Adolf Hitler de
grootste partij, met de belofte van meer welvaart, eenheid en het afschaffen van
het verdrag van Versailles. Hitler wou van Duitsland een krachtige en welvarende
volksgemeinschaft (volksgemeenschap) maken. Ook wou hij in het oosten
lebensraum (levensruimte) voor de Duitsers veroveren, want Hitler vond de
Slavische volken minderwaardig. Ook de communistische KPD boekte winst bij de
verkiezingen.
Door propaganda en paramilitair (op militair lijkend) vertoon van het partijleger
(SA), overtuigde Hitler veel Duitsers ervan dat hij de enige was die hun land kon
redden. In zijn boek ‘Mein Kampf’ gaf hij de schuld voor de Duitse nederlaag aan
de joden, die zogenaamd in het geheim aan de touwtjes trokken. Hitler
profiteerde van de politieke instabiliteit in Duitsland.
Ondanks dat de NSDAP in 1932 de grootste partij was, werd Hitler niet direct
rijkskanselier. Oorlogsheld Hinderburg weigerde hem eerst te benoemen, maar
werd in 1933 toch door conservatieve politici overgehaald om Hitler tot kanselier
te benoemen. Ze dachten dat ze Hitler konden gebruiken om van de democratie
af te komen om daarna zelf de macht te grijpen.
Voor de volgende verkiezingen stak de Nederlandse communist Marinus van der
Lubbe het rijksdaggebouw in brand. Hitler beweerde dat dit het sein was voor de
communistische revolutie en om dit te bestrijden voerde hij noodmaatregelen in,
waarbij grondrechten werden afgeschaft. Bij de verkiezingen kreeg de NSDAP net
niet de meerderheid. Om de macht helemaal te krijgen schafte Hitler hierna de
Weimargrondwet af, met de Machtigingswet. Dit gaf hem het recht om buiten
het parlement om te regeren. Zo ontstond er een totalitaire dictatuur.
Volgorde van het populairder worden van Hitler:
- 1932: NSDAP grootste partij, maar geen meerderheid.
- 1933: Nieuwe verkiezingen uitgeschreven.
- 1933: Rijksdagbrand (schuld aan de communisten).
- 1933: Hitler haalt 44% van de stemmen.
- 1933: Hitler stelt de Machtigingswet voor.
De nazi’s begonnen met terreur en propaganda aan een snelle nazificatie
(opbouw nazidictatuur) van de samenleving. Er kwamen concentratiekampen
voor tegenstanders en ongewensten en een geheime politie, de Gestapo die
tegenstanders opsporen/uitschakelen. De concentratiekampen kwamen onder
leiding van de SS (elite-organisatie van de nazi’s). Eerst gingen alleen politieke
tegenstanders naar de kampen, maar al snel volgden ook joden, Roma en Sinti,
Jehova’s getuigen en homo’s.
Propaganda, ministerie van Propaganda onder leiding van Joseph Goebbels, en
terreur zorgden ervoor dat veel Duitsers gehoorzaam waren aan het nazi-regime,
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ElenavanVliet. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for R92,42. You're not tied to anything after your purchase.