Dit document bevat 100 zelfgemaakte oefenvragen (met antwoorden op de laatste pagina) die het examen Sociologie voor psychologie studenten presenteren. Door te oefenen met dit document toets je of je goed genoeg hebt geleerd voor het examen. Ik heb het boek gelezen en de colleges gevolgd en aan de ...
great practice questions to test literal theory.
By: liekevermeer09 • 7 months ago
Translated by Google
Good practice questions, but some questions are not completely up to date anymore, as the course material has changed
By: FlorinevAar • 1 year ago
By: maximebuijzen • 1 year ago
By: SuzeN • 1 year ago
Translated by Google
Reply deleted by the user
By: SuzeN • 1 year ago
Translated by Google
Reply deleted by the user
By: SuzeN • 1 year ago
Translated by Google
Hi Maxime, thanks for your feedback! Could you maybe explain to me why you don't like the questions so I can make any adjustments. You can also send me a private message if that's easier.
Seller
Follow
SuzeN
Reviews received
Content preview
--------------------------- Sociologie ------------------------
100 Tentamenvragen
1. Wanneer een bedrijf van vader op zoon wordt doorgegeven is er spraken van?
a) Anomische arbeidsdeling
b) Afgedwongen arbeidsdeling
c) Eerlijke arbeidsdeling
2. Durkheim stelde de regels van de sociologische methode op. Welk van
onderstaande uitspraken is geen regel van deze sociologische methode?
a) Er is genoeg ruimte voor individualisme
b) Het sociale bestaan is het absolute bestaansvoorwaarde voor mensen
c) Sociale feiten zoals wetten blijven voortbestaan, maar individuen sterven en
worden opgevolgd
3. Welk stadium gaat volgens de wet der drie stadia over verklaring door abstracte,
filosofische speculatie over de ‘natuurlijke orde’?
a) Het wetenschappelijk stadium
b) Het theologisch stadium
c) Het metafysische stadium
4. Wat betekent het begrip debunking?
a) Sociologen stellen altijd vragen, ook over zaken die waar zijn bewezen
b) Sociologen zorgen voor een beter begrip van omstandigheden
c) Sociologen kunnen aantonen welke groeperingen bevoordeeld of benadeeld
worden
d) Sociologie zet aan tot kritisch denken over de sterke en zwakke punten van
alle denkbare levenswijze
5. Wanneer men bereid is te sterven voor een groep spreken we van?
a) Fatalistische zelfmoord
b) Altruïstische zelfmoord
c) Anomische zelfmoord
6. Wat houdt het begrip socialisatie in?
a) Het ontstaan van de samenhang binnen een maatschappij die zich uit in de
wil en het vermogen van de mens om samen te leven en werken
b) Mensen zijn solidair met elkaar, omdat mensen de verschillen tussen
individuen en groepen inzien
c) Het leren van de gedragingen binnen een samenleving
7. Welke sociologische wetenschapper zegt dat zelfdoding te onderzoeken is als
socioloog en het zelfs sociale regelmatigheden vertoont
a) Karl Marx
b) Max Weber
c) Emile Durkheim
,8. Wanneer een persoon de normen en waarden naleeft van een groep, ook als ze het
er zelf niet helemaal mee eens zijn spreken we van?
a) Sociale conformatie
b) Sociale integratie
c) Sociale cohesie
9. Uit een onderzoek komt het volgende naar voren: ‘Moordenaars zouden last
hebben van een psychische aandoening, wat hun gedrag zou kunnen verklaren’.
Deze uitspraak is een uitspraak uit de?
a) Sociologie
b) Psychologie
c) Filosofie
10. Welk van onderstaande antwoordopties is de grootste voorspeller van suïcide
volgens het onderzoek van Durkheim?
a) Economie/werkeloosheid
b) Sociale afkeuring
c) Integratie/hechtheid
11. Thomas Kuhn was geïnteresseerd in het ontstaan van verschillende ideeën in de
wetenschap. Hoe noemt men het fenomeen waarbij vraagstukken op een gegeven
moment niet meer beantwoord kunnen worden door bestaande theorieën?
a) Model drift
b) Model crisis
c) Model revolutie
12. Welke sociologische beweging richt zich op het veranderen/verbeteren van de
samenleving?
a) Humanistische sociologie
b) Positivistische sociologie
c) Kritische sociologie
13. Welke sociologische beweging ziet de samenleving als een regelmatig
functionerend geheel waarin een externe werkelijkheid bestaat?
a) Humanistische sociologie
b) Positivistische sociologie
c) Kritische sociologie
14. Welke corresponderende theoretische benadering hoort bij positivistische
sociologie?
a) Structureel functionalisme en rationelekeuzebenadering
b) Symbolisch interactionisme
c) Conflictsociologie
, 15. Welk hoofdvraag heeft Karl Marx?
a) Hoe is sociale orde mogelijk?
b) Hoe is rationalisering/modernisering mogelijk?
c) Hoe is sociale ongelijkheid mogelijk?
16. Bij welke ideologie past de uitspraak ‘voor iedereen even slecht’?
a) Kapitalisme
b) Communisme
c) Conservatisme
17. Welk van de volgende zinnen is een uitspraak/idee van Marx en Engels?
‘Geschiedenis bepaalt de klassenstrijd’ en ‘Klassenstrijd bepaalt de verdere loop
van de geschiedenis’
a) Geschiedenis bepaalt de klassenstrijd
b) Klassenstrijd bepaalt de verdere loop van de geschiedenis
c) Beide zinnen zijn juist
d) Beide zinnen zijn onjuist
18. Waar zal volgens Marx en Engels de clash tussen kapitalisten en arbeiders toe
leiden?
a) Oercommunisme
b) Feodalisme
c) Communistische heilsstaat
d) Slavenmaatschappij
19. Volgens welke hypothese is er sprake van het uit de markt drijven van kleine
eigenaren/bedrijven door grote bedrijven?
a) Centralisatiehypothese
b) Kapitalismehypothese
c) Socialistische Revolutie hypothese
20. Volgens wie is sociologie de studie van sociale feiten?
a) Karl Marx
b) Emile Durkheim
c) Max Weber
21. Welke hypothese stelt dat er verzet ontstaat wanneer de ongelijkheid steeds meer
toeneemt?
a) Centralisatiehypothese
b) Kapitalismehypothese
c) Socialistische Revolutie hypothese
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SuzeN. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for R93,36. You're not tied to anything after your purchase.