100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Uitwerking Alle Hoorcolleges Extramurale Zorg (EZ) - Fysiotherapie jaar 2 R114,42   Add to cart

Class notes

Uitwerking Alle Hoorcolleges Extramurale Zorg (EZ) - Fysiotherapie jaar 2

 11 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Uitwerking Alle Hoorcolleges Extramurale Zorg (EZ) - Fysiotherapie jaar 2

Preview 4 out of 47  pages

  • April 16, 2023
  • 47
  • 2022/2023
  • Class notes
  • .
  • All classes
avatar-seller
HC1 (CNA) Introductie EZ2 en klinisch redeneren bij CNA
CNA: Centraal, Neurologische Aandoeningen
RCA: CardioRespiratoire aandoeningen

3 toetsen: kennistoets, praktijktoets diagnostiek en praktijktoets behandeling
7 onderwijsweken, 1 responsieweek, 2 toetsweken.

Extramurale zorg = eerste lijn (huisarts, fysiotherapiepraktijk, wijkverpleging etc.)
Intramurale zorg = tweede lijn (ziekenhuis, instellingen) + derde lijn (specialistische instellingen)

Module EZ2
• Mensen die te maken hebben met chronisch (beweeg-)probleem
= minder vanzelfsprekend dat je dit kunt ‘oplossen’.
meer denken aan compenseren/aanpassen.
• Gerelateerd aan orgaan dysfunctie (hersenen, hart/longen, vaatstelsel, lymfstelsel, kanker).
• Gericht op eerstelijnszorg (thuis of in de praktijk)

Onderzoek Anamnese + observatie
Hypothesen
CNA: probleem in het centrale zenuwstelsel Onderzoeksplan + uitvoering
Bij CNA patiënt → ALTIJD rode vlaggen uitvragen. Onderzoeksresultaten + relaties
FT diagnose
Behandeling Behandelplan (doelen)
Behandeling (middelen/parameters)
WAT? – Activiteit (hulpvraag) specifiek Evaluatie
Doel: hulpvraag helder krijgen.
Anamnese: Introductie, reden van komst, hulpvraag verhelderen (LOFITG, minder op functiestoornis),
CEGS belangrijk voor patiënt met CNA (cognities, emoties, gedrag, sociaal).
- Persoon → fysiek, cognitie, emotie
- Taak → open/gesloten, cognitief/motorisch, statisch/dynamisch, vrijheidsgraden, taakeisen.
- Omgeving → materieel: statisch/dynamisch, sociaal (interactie, versterkend, remmend, druk).

HOE? – Observatie (praktijk)
Doel: observeren activiteit = problematische handeling
Kijk altijd eerst algemeen/globaal en vervolgens specifiek.
- Algemeen → wat valt het meest op? Lukt het en is het veilig? Met of zonder hulpmiddel? Hoe
snel/langzaam, kost het moeite?
- Specifiek → hoe verlopen de start-, midden- en eindfase, wat zijn de bewegingen van
extremiteiten, wat zie je van het lichaamszwaartepunt, hoe verlopen deelbewegingen.


WAAROM? – Hypothese vorming
Doel: hypothese vormen, waarom wordt een activiteit op deze manier uitgevoerd.
4 S’en → neurologische sensomotorische functiestoornissen:
- Spierkracht (sterkte)
- Sturing (selectiviteit, coördinatie, motorische controle, stabiliteit)
- Spiertonus (hyper-/hypotonie, slapte, spasme, rigiditeit, paratonie)
- Sensibiliteit (vitaal-gnostisch en proprioceptief)
+ houdingsregulatie / automatische reacties / balans.
Overige relevante functiestoornissen → artrogene/myogene mobiliteitsbeperking, visueel, planning,
spraak-taal/begrip/emotie, leercapaciteit, uithoudingsvermogen.

1

,Voorbeeld: Dhr. C. heeft moeite om in/uit bed te komen wat mogelijk een gevolg is van..
- Verminderde spierkracht in zijn rechter arm/been
- Verminderde spierkracht in zijn romp
- Verminderde proprioceptie in zijn extremiteiten
- Verminderde tonus in rechter arm/been/romp
- Verminderde sturing in zowel romp als extremiteiten
- Het niet goed kunnen bedenken van een strategie

Klinimetrie doel: het objectief in kaart brengen problematische handeling/activiteit en evt.
onderliggende functiestoornissen → hypothesetoetsing.
Op 3 manieren: prognostisch, diagnostisch, evaluatief.

Bij ieder patiënt ga je na of het nog ‘zin’ heeft om bv. op spierkracht te gaan trainen.
Denken aan (her-)leren/herstellen of compenseren.
Hou rekening met de (herstel)mogelijkheden van het centrale zenuwstelsel
Hou rekening met persoonlijke en/of omgevingsfactoren
- Bij CNA vaak ernstige consequenties en ook psychosociale gevolgen voor patiënt+omgeving.
- Indien mogelijk → werk multidisciplinair om deze factoren ook een plek te geven.




2

,HC2 (CNA) Inleiding neuropathologie

Cortex cerebri (hersenschors)
- Voorkant: motorische schors (actie)
- Achterkant: sensorische schors (waarneming)

Sulcus centrales verdeelt hersenen in 2 functionele gebieden.


Primaire motorische schors: uitvoerende gedeelte van de cortex.
Rechter hersenhelft stuurt linkerlichaamshelft aan.
Linker hersenhelft stuurt rechterlichaamshelft aan.


Homunculus: grootte van de lichaamsdelen geven aan hoeveel zenuwcellen verantwoordelijk zijn
voor een bepaald lichaamsdeel. Ligt op primaire motorische schors.

Er bestaat ook een sensorische homunculus → de primaire sensorische schors.

De primaire en motorische schors zorgen er samen voor dat je bewegingen kunt uitvoeren en dat de
informatie uit het lichaam weer terug komt en wordt verwerkt voor het bewegen.
Sensomotorische kring: de samenwerking tussen motoriek en sensoriek.
- Keuze maken (tertiaire motorische cortex)
- Programmeren van de beweging (secundaire motorische cortex)
- Uitvoering van de beweging (primaire motorische cortex)
- Tastinformatie komt binnen (primaire sensorische cortex)
- Analyseren van de informatie (secundaire sensorische cortex)
- Koppeling aan andere vormen van sensoriek, zoals zicht/gehoor (tertiaire sensorische cortex)

Motivatie kan op 3 verschillende punten beginnen
- Sensorische prikkel (bv. tastsensoren in je hand)
- Limbisch systeem (bv. honger)
- Prefrontale cortex (naar school gaan)
Inschatten: is de situatie veilig of niet?
Spin op je hand? → signaal gaat via limbisch systeem → alarmsignaal → stressreactie.
Cerebellum (kleine hersenen) zorgen ervoor dat de verschillende stappen vloeiend overlopen en dat
de beweging soepel verloopt.

Centraal motorisch neuron (CMN) → Primaire motorische schors
- Sturen de berichten die geprogrammeerd zijn door naar groep neuronen in het ruggenmerg.
Perifeer motorisch neuron (PMN) → Ruggenmerg
- = die groep neuronen in het ruggenmerg
Beide groepen neuronen maken deel uit van het centrale zenuwstelsel
Tussen deze 2 soorten neuronen ligt een baansysteem om die signalen door te geven.
CMN geven de boodschap door aan het ruggenmerg door te faciliteren en inhiberen → er moeten
spieren worden aangezet (faciliteren) of juist geremd (inhiberen). Dit gaat via de alpha- en
gammaneuronen in het ruggenmerg. Het PMN wordt ook wel alpha-neuron genoemd.

Tractus corticospinalis: de baan die tussen het centrale en perifere deel van de motorische neuronen
loopt. Deze verbinding loopt direct en er wordt niet geschakeld tussen andere neuronen.


3

, Tractus corticospinalis
- Loopt vanuit de cortex direct naar een aantal interneuronen in het ruggenmerg.
o Lateralis: 85% kruist in de hersenstam en gaat vervolgens naar de andere kant van
het lichaam (heup, schouder, extremiteiten). 10% van deze baan gaat niet naar
interneuronen, maar direct naar de motorneuronen van de hand.
o Anterior: 15% ongekruist. Gaat direct door naar de axiale spieren (nek/romp)
- Overige banen uit hersenstam/basale kernen ongekruist en indirect naar axiale spieren.

Terugkoppeling → informatie moet gekoppeld worden aan sensorische informatie.
- Bijsturing via somatosensorische cortex → m.b.v. tastinformatie kun je de beweging bijsturen.
- Bijsturing via cerebellum → vergelijkt instructies met effect (gaat langzaam)
Cerebellum heeft ook feedforward: onderschept instructies en stelt bij op basis van
verwachting (bv. spin loopt naar je onderarm)

Meest voorkomende motorische en sensorische functiestoornissen → 4 S’en
Spierkracht, spiertonus, sturing, sensibiliteit.

Kenmerken spasticiteit
- Oorzaak lijkt te liggen in toename van reflexactiviteit (in rust).
- Bij een verhoogde activatie neemt de reflexactiviteit nog verder toe.
- Dit zie je met name bij spieren die tegen de zwaartekracht in werken
(antizwaartekrachtspieren) → problemen met flexie arm, extensie been.
- Voelt als een knipmes. Je hebt even spanning, en kunt er daarna doorheen bewegen.
- Synergievorming. Als je een beweging wil uitvoeren wordt hier een patroon aan gekoppeld.

Schade in de cortex cerebri
- Afhankelijk van de locatie zie je verschillende klinische beelden.
- Als er schade zit boven op de primaire cortex aan de linkerkant, bv. op de plek van het been
en de arm. Uitval zal zijn aan de rechterkant van het lichaam.
- Algemene beeld bij cortex laesie is een halfzijdig beeld (hemibeeld): helft is aangedaan.
Motorische, sensorische en/of cognitieve stoornissen (4 s’en).
- Spierkracht: uitval is voornamelijk distaal
- Sensibiliteit: afhankelijk van de schade zie je sensibiliteitsverlies, ook distaal.
- Spiertonus: hypotonie (slappe parese) of spasticiteit (spastische parese).
- Sturing: ontremming reflexen ruggenmerg. Reflexen die baby’s hebben kunnen terug komen.
Selectiviteit: combinatie van kracht-, tonus- en reflexproblemen.
Selectiviteit: is iemand in staat om een willekeurige beweging uit te voeren zoals die die
beweging wil uitvoeren.




Schade in het ruggenmerg
- Uitval onder het laesie niveau. Motorisch en sensorisch, volledig of gedeeltelijk.
- Spierkracht: parese/paralyse (paralyse = gedeeltelijk)
- Sensibliteit: plus en min symptomen
- Spiertonus: hypotonie & hyporeflexie (slappe parese). Dit komt omdat er geen sturing meer
mogelijk is vanuit de cortex. In verloopt van tijd kan er wat hypertonie terugkomen.


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying this summary from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller riannevanwijngaarden. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy this summary for R114,42. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

80461 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy summaries for 14 years now

Start selling
R114,42  2x  sold
  • (0)
  Buy now