Dit document bevat alle hoofdstukken van het deel 'bacteriologie ' van Microbiologie en infectieziekten, zowel slides als HB. Dit vak werd gegeven door prof. Van Eldere.
BACTERIOLOGIE
HOOFDSTUK 1: MORFOLOGIE EN TAXONOMIE VAN BACTERIËN
OPBOUW VAN DE BACTERIËLE CEL
Bacteriële cel (1 μm) bevat 4 onderdelen:
- Cytoplasma met vrij DNA, zonder organellen
- Cytoplasmamembraan
- Celwand
- Uitwendige structuren: kapsel, pili en flagellen
Sommige bacteriën kunnen zich omvormen tot endosporen
CYTOPLASMA
- Nucleoïd: chromosoom en plasmiden
- Geen celorganellen, wel 70S ribosoom (< 30S + 50S subunit)
- Reserve-granules (bv glycogeen)
- Stofwisseling-intermediairen
- Basofiel
Nucleoïd = cytoplasma dat DNA bevat (DNA 10% van celvolume)
Plasmiden = kleine circulaire stukken DNA
CYTOPLASMAMEMBRAAN
- Fosfolipiden dubbellaag
- Geen sterolen → minder rigide en stevig
- Complexer dan eukaryoten → combinatie van functies
o Transport
o Metabolisme
o Mitose
TRANSPORT
Opname van voedingsstoffen en uitstoten van schadelijke stoffen
→ kleine afbraakproducten gaan door membraan
Passief transport = transport volgens de concentratiegradiënt
- Diffusie: kleine moleculen, bv water, O2 en CO2
- Gefaciliteerde diffusie: grotere moleculen, bv glucose, worden
gebonden aan een carrier (transporter of permease)
→ vormverandering van transporter → vrijzetten aan andere zijde van membraan
Actief transport = transport tegen de concentratiegradiënt in (ATP)
- Actief transport: via transportmoleculen of permeasen
- Groeptranslocatie (fosfotransferasesysteem): transport van meerdere suikers > fosfoenolpyruvaat
(PEP) → P-groep wordt overgedragen op enzymen in cascade → vorm → glucose binnenkomen
1
,METABOLISME
Membraan neemt in bacteriën de rol over van mitochondriën
Biosynthese (binnenzijde membraan)
- Structurele moleculen: DNA, lipiden, proteïnen
- Secretieproteïnen
o Uitscheiden als degradatieve enzymen → °opneembare voedingsstoffen
o Uitscheiden van toxines en andere virulentiefactoren
MITOSE
- Bacterieel DNA is vastgehecht aan celmembraan
- Celdeling: oude en nieuwe chromosoom hechten zich vast aan beide zijden van ingroeiend septum
→ elke dochtercel ontvangt 1 kopie van chromosoom
CELWAND
- Stevigheid, vorm en bescherming (zouden anders openbarsten door hoge inwendige osmotische druk)
- Opbouw bepaalt vorm van de bacterie (coccen, staaf, vibrio) en bescherming tegen toxische
substanties
- 2D-structuur rondom bacterie
Basismolecule van celwand in bacteriën: peptidoglycaan
1. < lange ketens aminozuren: disacharide: N-acetylglucosamine (NacGlc) en N-acetylmuraminezuur
(NacMur) + pentapeptidezijketen (op NacMur) (bv L-alanine → w omgezet in D-alanine)
→ °basiseenheid
2. Gebonden aan transmembranaire lipidencarrier → basiseenheid (polair) doorheen cytoplasma
(apolair) voeren
3. Discacharide koppelen aan polysacharide-ruggengraat van peptidoglycaan via transglycosylase
(polymerisatie)
4. Tetrapeptide cross-linking via peptidenzijketen met andere peptidenzijketens uit peptidoglycaanlaag
o Door transpeptidasen
Constante aanmaak van nieuw peptidoglycaan en afbraak van bestaande peptidoglycaanketens
- Enzymen: autolysines → bepalen vorm van bacterie en verantwoordelijk voor bacteriedodende effect
van celwandsynthese-inhiberende antibiotica
- Blokkering transpeptidasen door antibiotica → verzwakking celwand door blijvende inwerking
autolysine, met geen nieuwe vorming → openbarsten cel
Bacteriën worden aan de hand van celwand verdeeld in 5 groepen
,GRAM-POSITIEVE BACTERIËN
Gram-positief = blijven blauw bij gram-kleuring, ondanks toevoegen van ontkleurend solvent
→ aanwezigheid peptidoglycaan
- Meerdere lagen peptidoglycaan
o Bescherming → tegen schadelijke stoffen door zeeffunctie
o Stevigheid → bescherming tegen lysis
o Vorm
- Teichoïnezuur en lipoteichoïnezuur
o Wateroplosbare polymeren
o < ribitol-residuen of glycerol-residuen verbonden door fosfodiesterbindingen
o Bieden stevigheid en functioneren als aanhechtingsplaats voor extracellulaire moleculen
(bv adhesine) → bacterie kan zich vastzetten op oa slijmvliezen van gastheer
o Teichoïnezuur verankerd in celwand → doorheen peptidoglycaanlaag uitsteken
o Lipoteichoïnezuur verankerd in celmembraan → doorheen peptidoglycaanlaag uitsteken
- Bv meeste coccen
GRAM-NEGATIEVE BACTERIËN
Gram-negatief = verlies van blauwe kleur bij gram-kleuring, door toevoegen van ontkleurend solvent
→ minder aanwezigheid peptidoglycaan
- Slechts enkele lagen peptidoglycaan
o Stevigheid
o Vorm
o < minder dwarsverbindingen → geen bescherming door zeeffunctie
- Buitenste membraan met lipopolysachariden (LPS) en porines → stevigheid
o < lipidA: verankering LPS in buitenste membraan
▪ < disacharide + korte ketens VZ + fosfaatgroepen
▪ Stimulatie immuunsysteem → hoge dosis: veralgemeende intravasculaire coagulatie
→ °sepsis (shock na vrijkomen endotoxines)
▪ ‘endotoxine’
o < core: gebonden aan lipide A
▪ < korte ketens suikers
o < O-antigen: gebonden aan core
▪ < repeating units van 4-7 suikers
▪ Opwekken van specifieke antistoffen (Ab)
▪ Hydrofiele laag op oppervlak → uitsluiten hydrofobe bestanddelen
o Porines: voedingsstoffen in en uit de cel door hydrofiele laag
▪ Moleculen tot 700 D (dalton) kunnen peri-plasmatische ruimte bereiken
▪ Vit B12 uitz → via specifieke poriën
▪ Hydrofiele AB (antibiotica)
▪ Veranderingen in porines kunnen bijdragen aan antibioticaresistentie
o Antigene variabiliteit
o Meer bestand tegen schadelijke bestanddelen dan cytoplasmamembraan
- Peri-plasmatische ruimte: ruimte tussen buitenste membraan en cytoplasmamembraan
o < peptidoglycaanlaag
o < gelachtige oplossing van enzymen → voedselverwerking (afbraak macromoleculen)
o < enzymen → afbraak antibiotica
- Bv meeste staafjes
3
, Gram-kleuring:
- Kleuring, fixatie, ontkleuring en tegenkleuring
- Detectie aanwezighed peptidoglycaanlaag (gram-positieve bacteriën)
- Klinische en taxonomische relevantie
Werking:
1. Alle bacteriën kleuren blauw
2. Organisch solvent toevoegen
3. Jood-behandeling voor meer onderscheid
4. Sommige gaan kleur behouden (gram-positief) en andere kleur verliezen en rode kleurstof (gram-
negatief)
ZUURVASTE BACTERIËN
Enkele bacteriële soorten (mycobacteriën) hebben zeer dikke celwand
→ kleuren met speciale methode
SPIROCHETEN
Spirocheten = groep van spiraalvormige bacteriën
- Moeilijke kleuring door kleine omvang
- Laag peptidoglycaan (rond plasmamembraan)
- Buitenste membraan
o < lipoproteïnen (ipv LPS) of LPS-achtig glycolipide (in Leptospira)
- Tussenin: endoflagellen (beweging) en axiale fibrillen (wikkelen rond bacterie)
- Delen via transversale splitsing
BACTERIËN ZONDER CELWAND
- Cytoplasmamembraan
o < sterolen → noodzakelijk voor groei + stevigheid
- Afwezigheid laag peptidoglycaan → gevoeliger aan veranderingen in osmotische druk
- Klein chromosoom → beperkte biosynthese
- Kunnen verschillende vormen aannemen
- Ongevoelig voor Ab tegen celwand
- Bv Mycoplasmata
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller zGNK. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for R206,03. You're not tied to anything after your purchase.