100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Histologie en Histopathologie van de Orgaanstelsels: Histologie! R167,15   Add to cart

Class notes

Samenvatting Histologie en Histopathologie van de Orgaanstelsels: Histologie!

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Les notities histologie van de orgaanstelsels Theorie gedeelte notities bij de powerpoints in een Word document, alle woorden van de prof tijdens de les zijn genoteerd. Geslaagd op het examen van de eerste keer

Preview 4 out of 45  pages

  • August 25, 2023
  • 45
  • 2022/2023
  • Class notes
  • Histologie van de orgaanstelsels
  • All classes
avatar-seller
Histologie van de orgaanstelsels


27/09

Het circulatiestelsel
Functie van hart en bloedvaten

o Transport van hormonen: kunnen afgegeven worden aan de bloedbaan

Hart
o Innervatie
o Sensorische + motorische componenten
o Orthosympathicus & parasympathicus = autonoom zenuwstelsel
o Anatomie en histologie
o Pectinaatspieren: geeft macroscopisch een ruwer gebied
o Hart ligt in een hartzakje wat bekleed is met pericard
o Visceraal blad ligt tegen het hart, met aan de buitenkant het pericardium
o Histologisch
o De ruimten worden door endotheelcellen afgelijnd
o De hoofd blok zijn de hartspiervezels en vormen het myocardium
o Epicard
o Intercallaire schijven waar de cellen aan elkaar hangen
 Hechting structuren op de verticale delen
 Op de horizontale delen hebben we gap junctions (nexus verbinding)

Hartspierweefsel

o Atriale granulen
o Die bevatten de ANF (natriuretische factor)
o Gaat een bloeddruk verlagend effect hebben
o Gaat de vocht afdrijving stimuleren

Het hartgeleidingssysteem

o De sino atriale knoop
o De atrioventriculaire knoop = het interatriale septum
o De bundel van His
o Gaat de atrioventriculaire knoop doorboren en gaat dan splitsen in een linker en een
rechter tak
o Deze takken rafelen uit in de vezels van Purkinje = gemodificeerde hartspier vezels

Jong hart vs oud hart

o Verschil is dat er bij toenemende leeftijd, er meer verbindweefsel/fibrose gaat zijn.
o Het is minder dens

Nodale cellen zijn rijker aan glycogeen waardoor die onder de microscoop er lichter gaan uitzien

o Hoopje van cellen met elk een kern en een dun cytoplasma zijn lymfocyten

, o Wijst op een ontstekingsreactie

Purkinjevezels hebben weinig myofibrillen en zijn rijk aan glycogeen

o De vrije zenuwuiteinden in de aortaboog zijn baro receptoren die de verandering in
bloeddruk gaan kunnen waarnemen.
o Groepje van kleine capillairen (type 1 en 2) waartussen sensibele en motorische zenuwen
lopen.
o DE type 2 cellen hebben een ondersteunende functie, vergelijkbaar met glia cellen
o De type 1 cellen hebben een invloed op

Foto capillairen

o Verlaging van zuurstof gehalte
o Kan waargenomen worden doordat zuurstof gaat dissociëren
o Doordat cAMP gaat verhogen
o Doordat GHS gaat inhiberen
o  gaat een sluitende invloed hebben op de kalium kanalen en hierdoor krijgen we
een depolarisatie

Plaques

o Plaques in de bloedvaten kunnen verkalken en kunnen instabiel worden
o Hierdoor gaan er rupturen van die plaques optreden en hierdoor zal het bloed direct in
contact komen met die cellen
o Dit zal leiden tot een bloed klonter
o Deze kan het bloedvat volledig afsluiten of kan los komen te zitten en een kleiner bloedvat
laten vastlopen (bv in het hart of in de hersenen)
o Dit kan zorgen voor een infarct of een hartfalen

Remodelering niet-geïnfarceerd myocard

o Vaak bij zo een patiënten die een infarct gehad hebben, kunnen er problemen optreden aan
de andere kant van het hart, waar geen infarct was
o Het hart gaat dit trachten te compenseren door aan de andere kant een hypertrofie
o Hierdoor zal het volume bloed dat erdoor kan kleiner worden en zal de kracht van het
myocard moeten toenemen om er bloed door te kunnen pompen
o Hierdoor gaat er een ventrikel dilatatie zijn
o Het lumen gaat herstellen
o Maar het myocard gaat niet zo sterk meer zijn waardoor niet genoeg slagkracht
o Lumen gaat nog verder uitbreiden
o Er is een verminderde flow van de kransslagaders
o  hartfalen

Fysiologische in vitro metingen

o Er wordt een infarct geïnduceerd in ratten hart
o Hart wordt geperforeerd = retrograde perfusie
o Er wordt tegen de normale stroom in geperfundeerd
o De stroom mag niet te hard zijn zodat de kleppen niet helemaal zouden openvouwen. Maar
het moet net voldoende zijn zodat de vloeistof richting de kransslagaders gestuurd wordt

, o In de ventrikel zelf kan een ballon katheter geplaatst worden die kan opgeblazen worden
o Zorgt voor meer druk
o Resultaten
o Verminderde vasodilatatie  minder relaxatie
o Verhoogde stikstofbijdrage & verhoogde zuurstofproductie
o Het NO wordt weggevangen door O2 radicalen  vermindering van de beschikbare
NO
o  Dit zorgt voor minder vasorelaxatie



Bloedvaten
o Tunica intima
o Tunica media
o Tunica externa

Macrocirculatie

o Verdelingsarteriën
o Afhankelijk van de nood zullen deze het bloed naar ergens anders sturen
 Bv na eten wordt er meer bloed naar het spijsverteringsstelsel gestuurd

Endotheel

o De structuur onderaan de foto, onder het endotheel zijn collageen vezels
o Tweede endotheel is een gesloten endotheel
o Derde foto is een endotheel met finestrae
o Dia 10
o De uiteinden van een endotheelcel maken verbinding aan de hand van tight
junctions
o Dia 11
o Witte bloedcellen gaan inflammatie tegen
o Andere oppervlakte receptor moleculen gaan toenemen en hierdoor gaat de adhesie
van witte bloedcellen versterkt worden
o Dia 13
o Twee uiteinden van een endotheelcel
o Vesikels in de endotheelcel die stoffen uit het lumen vanboven kunnen opnemen en
onder endotheel doorgeven,
 Peri cellulair transport
 Ook trans cellulair transport
o Dia 14
o Capillair met endotheelcellen
o Andere cellen daarrond gelegen, wat we de adventitiële cellen noemen
 Deze hebben contractiele eigenschappen waardoor de diameter van de
capillairen aangepast kan worden

Capillairen

o Sinusoidale
o Hebben geen basale lamina en hebben een verwijd lumen

, o Komen voor in de milt, in de rode pulpa
o Dia 18
o P = kern van een perycyt
o Dia 19
o Capillair in het exocriene gedeelte van de pancreas
o Dia 20 en 21
o Detail van een capillair

Gefenestreerde capillairen

o Dia 23
o Endotheelcel met een kern
o In de fenestrae is een diafragma gespannen dat de doorkomst van grotere deeltjes
tegenhoudt

Sinusoïdale capillairen

 Kernen van het endotheel dat aan weerszijde het lumen flankeert
 Hepatocyten die tussen het endotheel zitten
 Ruimte van Disse

Precapillaire sfincters die het capillair bed kunnen dichten. Als deze gerelaxeerd zijn dan hebben we
een flow door het vaatbed en zal er geen doorvloei zijn door het voorkeurskanaal.

Arteriën
Musculeuze arterie = verdelingsarterie want moeten bloed opdelen.
Elastische arteriën = de geleidingsarterie en moeten rekbaar zijn om de pulsaties vanuit het hart te
kunnen opvangen.

Arteriolen zijn kleiner in doormeter en hebben ook uitpuilende kernen in het lumen. Daarrond de
bindweefsellaag en daarrond spierlaag.

MEI = membrana elastica interna

Arteriolen en bloeddruk

 Foto rechts is een arteriole in gecontraheerde toestand
o De wand is veel gespierder dan overeenkomstige venulen
o Het lumen is meestal leeg want het wordt weggeduwd
 Links is een gerelaxeerde toestand

Musculeuze arterie

 Rechts zien we rond het bloedvat gladde spieren
o Dwarse aansnijdingen van de spieren en dus overlangse aansnijding van het bloedvat
 MEE = membrana elastica externa en deze vooral bij de grootste arteriën

Dia 44

 Een musculeuze arterie
 Zien een artefact waarbij endotheel is losgekomen van onderliggende gladde spierweefsel

Dia 45

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying this summary from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmamentens. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy this summary for R167,15. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

76462 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy summaries for 14 years now

Start selling
R167,15
  • (0)
  Buy now