Elementen van het weer waar altijd rekening mee gehouden moet worden.
Temperatuurverschillen (door vijf factoren)
- De breedteligging
- De samenstelling van het aardoppervlak
- De hoogteligging
- Zeestromen en windrichtingen
- Ligging van gebergte
Breedteligging
De zonnestralen naar de polen vallen steeds schuiner in. hoe schuiner de zonnestralen invallen,
hoe meer aardoppervlak er verwarmd moet worden door een gelijke hoeveelheid. Hoe hoger de
breedteligging, hoe schuiner de inval van de zonnestralen.
Samenstelling van het aardoppervlak
Land wordt door de zon snel opgewarmd.
Water heeft een veel grotere opwarmtijd. Er moet een veel grotere massa worden verwarmd om tot
een merkbare temperatuurstijging te komen. In de winter is het water dan naar verhouding ook nog
warm.
Hoogteligging
Hoe hoger in de gebergte, hoe kouder het is. De invallende zonnestralen verwarmen het
aardoppervlak, dat dan weer de lucht verwarmt. Hoe verder van de warmtebron (het aardoppervlak)
af, hoe lager de temperatuur van de lucht.
100 meter omhoog : 0,8 graden omlaag
Dit is ook te zien aan de plantengroei. In de dalen: loofbomen. Op grotere hoogte groeien alleen nog
naaldbomen die goed tegen de kou kunnen. Waar de naaldbomen ophouden ligt de boomgrens;
hierboven is het te koud voor bomen en groeien alleen nog struiken en gras. Nog hoger zijn alleen
kale rotsen in het landschap aanwezig. Bij de sneeuwgrens ligt zelfs in de zomer nog sneeuw.
, Zeestromen en windrichtingen
De stroming van zee en de richting van de wind zijn van invloed wanneer het brongebied een andere
temperatuur heeft dan het gebied waar deze naartoe gaat. Noordenwind: relatief koud /
Zuidenwind: relatief warm.
In de winter is de aflandige wind (vanaf het land naar de zee) redelijk koud, omdat het land in de
winter flink afkoelt. In de zomer is deze juist warm, omdat het land snel opwarmt.
Ligging van gebergte
In een hooggebergte is het zo hoog dat luchtstromen worden onderbroken of worden afgebroken.
Luchtstromen worden tegengehouden.
De neerslag op aarde:
De waterkringloop zorgt ervoor dat er water in de atmosfeer en als neerslag op de continenten komt.
Gebergten en windrichting beïnvloeden de neerslag daarbij.
Invloed van gebergten:
Stuwingsneerslag: Wanneer lucht over een hooggebergte heen gaat, moet deze eerst stijgen. De
temperatuur neemt af. Door het afkoelen condenseert de lucht en valt er regen. Lucht wordt tegen
het gebergte omhoog gestuwd.
Loefzijde: regenzijde van de berghelling (waar de lucht tegenop botst)
Lijzijde: andere kant van de berg de lucht daalt weer. De lucht hier is veel droger. Hier valt dus
minder neerslag.
De windrichting:
Aflandige wind: altijd droog komt over land
Aanlandige wind: altijd vochtig komt over zee
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tessheussen24. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for R134,23. You're not tied to anything after your purchase.